|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Waarom democratie in China holler klinkt dan Xi
Waarom democratie in China holler klinkt dan Xi
Xi Jinping zal zichzelf een levenslange regeerperiode cadeau doen. Waarom aanvaarden 1,3 miljard Chinezen dat, en wat mist de westerse blik? ‘Mijn Chinese collega’s en kennissen waren niet verrast door dit nieuws’, zegt bedrijfsleider Sven Agten vanuit Shanghai. Hij woont en werkt al 14 jaar in China. ‘Het hoort erbij, het klopt met hun verwachtingen. In vergelijking met de westerse media liggen Chinezen hier nauwelijks wakker van.’ Xi Jinping zal binnenkort een vier decennia oude regel uit de grondwet schrappen: die waardoor een president slechts twee keer kan aanblijven. ‘De standaardreactie is dat Xi de juiste man op het juiste moment is’, zegt Agten. ‘Hier is hij de man die het land in de juiste richting duwt.’ Altijd in functie van het geheel Die reactie verschilt wel heel erg van de ontzette commentaren in het Westen (DS 26 februari). China introduceerde in de jaren tachtig de tweetermijnregel om uitwassen van het beleid zoals de Culturele Revolutie te voorkomen. Toen volgde heel het land blindelings sterke man Mao in een extreem gewelddadige ‘zuiveringscampagne’ die China platlegde. Niemand durfde de ene leider nog tegen te spreken – tot hij dood was. En nu, na de (corrupte) president Jiang Zemin (1993-2003) en de eerder kleurloze Hu Jintao (2003-2013) dreigt het schrikbeeld van ‘keizer’ Xi (2013-?). Een leider die levenslang aan het hoofd staat van een partij die Nobelprijswinnaars laat sterven in hun cel en geen vrije pers toestaat. Waarom stellen Chinezen zich zo weinig vragen bij hun politieke systeem? ‘Al duizend jaar zien Chinezen de staat als de vertegenwoordiger en de voogd van hun beschaving’, zei China-kenner Martin Jacques in zijn veelbekeken Ted-talk Understanding China. ‘De Chinese staat heeft ook zonder democratie een legitimiteit die wij in het Westen niet kennen. Hij is er duizend jaar lang nooit manifest uitgedaagd, al zeker niet door burgergroepen.’ Dat verschilt erg van onze geschiedenis met de staat. Xi haalt zijn autoriteit uit een unieke historische relatie tussen staat en samenleving. Wat vindt de Chinese samenleving dan belangrijk? Niet per se de politieke rechten en het individualisme waar westerlingen op hameren. Stabiliteit, hiërarchie en collectief welzijn komen wel vaak terug. Men blijft loyaal als het systeem werkt in functie van het geheel, ook al vermaalt het af en toe een enkeling. Ook dat komt voort uit eeuwenoude, confucianistische interpretaties rond leiderschap. ‘Het confucianisme is een pragmatisch georiënteerde moraal, zonder abstracte begrippen van goed en kwaad’, schrijft de Chinees-Amerikaanse blogger Mike op China-mike.com. De ideale Chinese leider moet welwillend staan tegenover zijn volk, betrokken zijn en resultaten halen. Democratisch verkozen? Nooit een criterium geweest. En Xi is wel degelijk een politicus die overtuigt. In het kader van zijn grootschalig plan rond armoedebestrijding bezoekt hij dorpelingen in de verste uithoeken van China. Hij bemoedigt hen en noemt zichzelf ‘hun dienaar’. Economisch gezien gaat het de Chinezen beter af dan ooit. ‘Chinezen roemen vaak zijn charisma’, zegt Agten. ‘Ze zien ook wel de bedreigende kanten van het systeem, zoals de nakende “sociale kredietscore” die de privacy bedreigt (DS 17 februari). Maar toch vinden ze dat Xi de grote, collectieve problemen oplost. Hij heeft de ooit zo wijdverspreide corruptie stevig aangepakt en doet veel tegen luchtvervuiling.’ Eeuw van vernedering is voorbij Om Xi’s populariteit te verklaren hoef je trouwens geen duizend jaar terug te gaan. Honderd jaar volstaat. Xi benadrukt voortdurend het ‘nieuwe Chinese leiderschap in de wereld’. Dat raakt een gevoelige snaar. Alle Chinezen leren op school nog steeds over de ‘eeuw van vernedering’ die het Westen hen vanaf 1901 aandeed. Acht westerse landen gebruikten toen China’s interne zwakheid om militair binnen te dringen, ongelijke handelsverdragen op te leggen en gebied af te nemen. Xi doet er alles aan om met die periode te breken. Als hij bewondering oogst bij wereldleiders in Davos, leningen geeft aan andere landen en bouwprojecten in Afrika lanceert, kijken Chinezen tevreden toe. Volgens een peiling van het Mercator Instituut voor China (Berlijn) keurt 62 procent van de burgers Xi’s assertieve internationale rol goed. Betrouwbare polls over Xi’s populariteit zijn er niet, maar lovende getuigenissen zijn snel te rapen bij armere of nationalistischere Chinezen. ‘Hij is een populaire leider’, zei ook Steve Tsang (China Institute van de School of Oriental and African Studies in Londen). ‘China’s eerste populistische president’, oordeelt auteur Salvatore Babones op Forbes. ‘Zelfs wie op internet met hem lacht, doet dat vooral op een milde manier, namelijk door hem te vergelijken met Winnie de Poeh’. Open hand én een vuist Ten slotte helpt een zekere onverschilligheid tegenover politiek Xi zeker vooruit. In de keiharde (kapitalistische) samenleving die China vandaag is, maakt politiek nog weinig verschil. Het is ieder voor zich om vooruit te komen. ‘Bij Chinese millennials is er een groot gevoel van controleverlies en politieke hulpeloosheid’, zegt journaliste Jiayang Fan (Sinica Podcast). ‘Ze moeten vooral zien te navigeren door een cultuur van radicaal materialisme.’ En wat dan met de verstikkende kanten van het regime? Sinds kort vervolgt de partijstaat niet alleen dissidenten en moslims, maar ook mensen die aan groepsseks doen. Zelfs de openheid tegenover homoseksuelen daalt. ‘Pick your battles’, lijkt de partijstaat daar te denken. De laatste maanden was er opvallend veel openheid tegenover de Chinese versie van #metoo en zelfs lof voor burgers die milieuvervuiling aanklagen. Openheid mag dus, maar met mate. Eén hand opent zich, de andere maakt een vuist. DS, 27-02-2018 (Giselle Nath) |