#1
|
||||
|
||||
Volkswagen versus Facebook
En vergeef ons onze hypocrisie
De EU en de VS staan op een zucht van een nieuw historisch vrijhandelsakkoord, maar toch vliegen de beschuldigingen over verborgen protectionisme over en weer. Is het nog toeval dat de Amerikaanse autoriteiten steeds harder optreden tegen Europese multinationals nu Europa de Amerikaanse technologiereuzen aan banden legt? Net na de financiële crisis van eind 2008 beloofden de regeringsleiders op de G20-top in Washington dat ze de wereld niet opnieuw zouden laten wegglijden in economisch isolationisme. Een belofte die ze slechts deels hebben kunnen houden. Toegegeven, ze hebben geleerd uit de fouten van de jaren 30 toen na een vloedgolf van Amerikaanse tariefbarrières de handel met Europa met liefst twee derden ineenklapte, maar de steile opmars van de globalisering is wel gestopt. De lopende onderhandelingen tussen Europa en de VS over een nieuw historisch handelsakkoord (TTIP) moeten de handelsstromen tussen beide economische blokken nieuw leven inblazen. Maar gezien het groeiende verzet is het afwachten of dat zal lukken. Barsten in hoera-verhaal Het probleem? Vrijwel alle landen aanvaarden nog wel het principe van internationale handel, maar hun aanpak is opportunistischer en nationalistischer geworden. Landen kiezen steeds zorgvuldiger met wie ze nog handel willen drijven en onder welke voorwaarden. Ze willen nog wel van de voordelen van de globalisering genieten, maar beginnen zich tegelijk af te schermen van de nadelen. Lange tijd viel daar in de officiële cijfers weinig van te merken. Maar sinds kort trekken steeds meer economen aan de alarmbel. Zo waarschuwde de hoofdeconoom van de Scandinavische Nordea Bank, Helge Pedersen, eind vorig jaar al voor een gevoelige toename van het protectionisme. ‘Normaal groeit de wereldhandel twee tot drie keer zo snel als de wereldeconomie. Met het huidige groeipercentage van 3 procent zou de handel dus 5 tot 10 procent moeten groeien. Maar dat doet ze niet. Ze groeit amper even snel als de wereldeconomie.’ Niet toevallig rapporteerde de EU zowat op hetzelfde moment een gevoelige toename van het aantal handelsbarrières tegen Europese producten. Brussel telde vorig jaar wereldwijd niet minder dan 170 nieuwe beperkingen, gaande van hogere importtarieven tot het heffen van belastingen of het uitvaardigen van regels die lokale bedrijven bevoordelen. En dat bleef niet zonder gevolgen. Een rapport van de Oeso van eind mei toonde al een scherpe terugval van de export van de G7-landen aan in het eerste kwartaal van 2015, net als dat van een belangrijk deel van de groeilanden. Drie weken geleden verlaagde de Wereldhandelsorganisatie de groeivooruitzichten voor de wereldhandel voor dit jaar van 3,3 naar 2,8 procent. Waarbij de WHO opmerkte dat ook die voorspelling wel eens ‘over-optimistic’ zou kunnen zijn. Wederzijds wantrouwen De economische problemen van de BRIC’s-landen – China in het bijzonder – en het sputterende herstel in de eurozone zitten daar natuurlijk voor veel tussen. Maar er is meer. Volgens een rapport van de Zwitserse professor Simon J. Evenett, voorzitter van de onafhankelijke waakhond Global Trade Alert, is de terugval in de wereldhandel voor een belangrijk deel te wijten aan de opmars van verborgen protectionisme. Uit zijn rapport, opgesteld als discussiedocument voor de G20-top van deze zomer in Turkije, blijkt dat landen steeds vaker grijpen naar concurrentiebeperkende maatregelen die niet worden opgenomen in de officiële cijfers. Bijvoorbeeld het selectief subsidiëren van lokale bedrijven en het invoeren van nationalistische beleidsmaatregelen die de eigen consumenten aanzet ‘lokaal te kopen’. Met als bekendste voorbeeld de premie die Joe Sixpack kreeg om in het kader van het ‘cash for clunckers’- programma een nieuwe Amerikaanse auto te kopen. Sommigen gaan nog verder en wijzen ook op de recente toename van het wederzijds protectionisme met niet-conventionele middelen: zoals rechtszaken en boetes. Volgens hen een zoveelste bewijs dat het wantrouwen tussen de grote handelsblokken in snel tempo aan het toenemen is. Die aanklacht is echter moeilijk hard te maken. Kijkt Volkswagen nu in de VS aan tegen een maximale boete van 18 miljard omdat zijn criminele inbreuk op de milieuwetgeving zoveel schadelijker is dan die van andere bedrijven of omdat VW een geduchte buitenlandse concurrent vormt voor de eigen Amerikaanse autoproducenten? Of spelen beide? Het is moeilijk te zeggen. In Duitsland beperkt de kritiek op het mogelijke verborgen protectionisme van de Verenigde Staten zich vooralsnog tot kleinere extreemrechtse partijen zoals Alternative für Deutschland. Maar in Frankrijk is ze meer uitgesproken. Daar vinden ze Volkswagen het zoveelste voorbeeld van een Amerikaanse justitie die het steeds duidelijker gemunt heeft op Europese multinationals. Want eerder liepen ook BNP Paribas (9 miljard euro) en het Franse Alstom (772 miljoen euro) al tegen recordboetes aan. De Franse politicus Jean-Pierre Chevènement (MRC) sprak recent op radio France Inter publiekelijk zijn onvrede uit over het Amerikaanse protectionisme. ‘We worden overspoeld. Denk aan de vele afluisterpraktijken van de NSA, of aan de Amerikaanse justitie die buitenlandse bedrijven viseert en onze banken terroriseert zodat die geen enkele lening aan Rusland of Iran meer durven te geven.’ Amerikaanse dominantie Chevènement maakte daarbij wel een onderscheid tussen Volkswagen en de boetes voor Franse bedrijven. ‘In het geval van Volkswagen bestraft de Amerikaanse overheid een leugen. Gezien hun gebruikelijke puriteinse opvattingen zijn de gevolgen aanzienlijk. Maar daar is de inbreuk tenminste op Amerikaans grondgebied gebeurd. In het geval van BNP Paribas en Alstom was die er niet. Die bedrijven hebben alleen maar betaald in dollar. Hier is duidelijk sprake van machtsmisbruik.’ Lionel Jospin, ex-minister van Binnenlandse Zaken en ooit Frans presidentskanidaat voor de PS, sloot zich bij die klaagzang aan. ‘Ik zie een perverse vorm van Amerikaanse dominantie, die je soft power kan noemen. We maken een nooit eerder geziene lawine mee: een algemene fiscale controle op wereldschaal, illegale afluisterpraktijken op basis van de Patriot Act, juridische procedures gesteund op politieonderzoek. (...) Ik vraag dat de Franse regering daar maatregelen tegen neemt. Niet op Europees niveau, want daartoe zijn de Europeanen duidelijk niet in staat. Maar op het niveau van de WHO. Dat we ons daar toch tenminste laten respecteren, want de grenzen zijn overschreden.’ Hebben de Franse critici gelijk? Karel De Gucht, vier jaar lang Europees commissaris voor Handel, vindt van niet. Zowel Volkswagen als de Franse bankreus heeft het volgens hem zelf gezocht. ‘BNP Paribas is beboet omdat het tegen de internationale sancties in toch verder zaken bleef doen met Iran. Je kan discussiëren over de hoogte van de boete, maar BNP heeft wetens en willens dat risico genomen. Het idee dat Obama vat zou hebben op zo’n dossier is onjuist. Wat wel waar is dat de VS een zeer ruime toepassing van de extraterritorialiteit huldigen, ruimer dan de lidstaten van de EU, maar dat is niet nieuw. En eenmaal zo’n proces is gestart, probeert elke instelling er munt uit te slaan.’ Toch ziet De Gucht er geen protectionisme in. ‘Niet dat de VS niet protectionistisch zijn. Veel meer dan de meesten denken, maar daar gaat het hier naar mijn mening niet over.’ En wat zeggen de feiten? Uit een rapport van de Oeso blijkt dat de Verenigde Staten inderdaad het land zijn dat het hardst en het vaakst buitenlandse bedrijven bestraft wegens corruptie. Sinds 1999 zijn de Amerikanen goed voor niet minder dan de helft van alle financiële sancties voor transnationale corruptie. En van de tien grootste boetes waren er zeven voor buitenlandse bedrijven. Dat allemaal omdat het volstaat in dollars te betalen, genoteerd te zijn op een Amerikaanse beurs of te passeren via een Amerikaanse tussenpersoon om in de VS door een rechtbank op het matje geroepen te worden. Daar staat wél tegenover dat de Amerikaanse justitie niet alleen buitenlandse bedrijven hard aanpakt. Van de bijna 200 miljard dollar aan boetes die banken betaalden vanwege gesjoemel tijdens de kredietcrisis, hoestten de Amerikaanse bankreuzen het leeuwendeel deel op. Bank of America betaalde al 87 miljard dollar aan boetes, JP Morgan 33,5 miljard, Citigroup 14,5 miljard. Obama haalt uit Het bekende spreekwoord van de pot en de ketel geldt ook hier. Het valt op dat ook in de Verenigde Staten de irritatie over de toename van het verborgen protectionisme de jongste maanden toeneemt. Met name de steeds hardere juridische aanpak van de grote Amerikaanse technologiereuzen door Brussel, zint Washington helemaal niet. Zo voert de Europese Commissie al sinds 2010 een grondig onderzoek naar Google wegens misbruik van zijn dominante marktpositie. Tegen Apple en Amazon loopt dan weer een Europees onderzoek naar grootschalige belastingontwijking via mogelijk illegale belastingdeals in Ierland en Luxemburg. En tegen Facebook lopen in verschillende Europese lidstaten rechtszaken wegens het schenden van het recht op privacy. Maar het meeste pijn deed Washington wellicht een recente uitspraak van het Europees Hof van Justitie. Dat verbiedt Amerikaanse bedrijven sinds vorige week nog langer om gegevens van Europeanen op te slaan in de VS, omdat de privacy van de Europese burgers onvoldoende is beschermd. Voor bedrijven als Facebook, Google, Apple en Microsoft heeft dat grote gevolgen. Ze moeten nu zelf deals met de privacywaakhonden sluiten om data te mogen opslaan in de VS. Dat is een proces van maanden en maakt het moeilijk om in Europa aan de slag te gaan. De Europese Commissie ontkent vanzelfsprekend met klem dat bovenstaande maatregelen ingegeven zijn door protectionistische (bij)bedoelingen. Maar dat geloven de Amerikanen dan weer niet. In zoverre zelfs dat president Obama in februari publiek uithaalde naar het verborgen protectionisme van Europa. ‘Ter verdediging van Google en Facebook, soms is de reactie van Europa meer commercieel geïnspireerd dan iets anders’, zei hij gepikeerd. Obama verklaarde te begrijpen dat landen als Duitsland vanwege hun ervaringen met de Stasi-veiligheidsdienst erg gevoelig zijn voor zaken als datagebruik en -controles. ‘Maar soms werpen hun serviceproviders – die niet met die van ons kunnen concurreren – blokkades op tegen onze bedrijven, die voorkomen dat ze goed kunnen werken.’ Intussen is met Donald Trump een Republikeinse presidentskandidaat opgestaan die openlijk pleit voor meer protectionisme, heeft Europa Google aangeklaagd en het Europees Hof het data-akkoord met de VS vernietigd. De Amerikaanse president zal dus wellicht niet snel geneigd zijn om zijn harde standpunt te herzien. Waardoor de spanningen tussen de twee handelsblokken nog dreigen toe te nemen. Spierballengerol Ook Europa lijkt duidelijk niet van plan zomaar zijn aanpak te wijzigen. ‘Obama heeft ongelijk Europa te beschuldigen van technologisch protectionisme’, zegt Karel De Gucht scherp. ‘De VS hebben de safe harbor-regeling misbruikt. Safe harbor betekent dat de gegevens die aan een Amerikaans bedrijf werden doorgespeeld door een Europees bedrijf of door Europese burgers, verondersteld werden safe te zijn. Maar ze werden op grote schaal misbruikt.’ De regeling is dan ook terecht door het Europees Hof vernietigd, vindt De Gucht. ‘De Europese Unie pakt die bedrijven meer en meer op basis van extraterritorialiteit aan, maar dat hebben we van de Amerikanen geleerd. Google & co komen daar trouwens meer dan welk ander bedrijf voor in aanmerking. Hun grootste markt ligt in Europa en ze betalen hier geen belasting. De EU moet daar iets aan doen. Toen ik nog EU-commissaris voor Handel was, heb ik hen daarvoor meermaals gewaarschuwd. Hopelijk is het binnenkort zover.’ Kortom, beide kampen blijven met hun spierballen rollen. Of dat zal helpen om volgende week in Miami tijdens de elfde onderhandelingsronde (!) tot een nieuw historisch vrijhandelsakkoord te komen, is zeer de vraag. DS, 17-10-2015 (Nico Tanghe)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door Barst : 17th October 2015 om 15:14. |