|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
“Elke opmerking blijft plakken”
“Ik wou dat de leraar meer in mij geloofde”, zegt Sietse (13). Hij zit in het tweede Moderne, maar sleept een zware rugzak vol problemen mee. Omdat zijn thuissituatie onleefbaar was, woont hij nu in een instelling. Armoede, geweld, misbruik … Voor kinderen in de Bijzondere Jeugdzorg is het dagelijkse kost. School en huiswerk zijn dan soms bijkomstig. Woensdagmiddag, 13 uur. Het alleenstaande huis in de residentiële buurt van Alken lijkt verlaten. Huisnummer 87. Niets doet vermoeden dat hier acht jongens tussen twaalf en achttien wonen. De Wiekslag organiseert verschillende opvangtypes voor kinderen en jongeren uit probleemgezinnen: leefgroepen, thuisbegeleiding, het dagcentrum of begeleid zelfstandig wonen. “Ik wou net de afwas doen”, zegt Sietse, wanneer hij breed lachend de deur opendoet. “Iedereen is weg. Alleen Bram en Kelly zijn hier, de begeleiders.” Sietse woont nog maar een maand in de leefgroep. Daarvoor zat hij op internaat. Ook zijn broer heeft al in dit huis gewoond. “Wat er thuis precies gebeurd is, weet ik niet”, zegt Sietse. “Maar volgens mijn mama was ik onhandelbaar en agressief. Van de tijd dat ik thuis woonde, herinner ik mij alleen maar ruzies.” In dit huis heeft hij een eigen kamer. Wanneer het hem te veel wordt, komt hij hiernaartoe om naar muziek te luisteren of aan zijn skateboard te prullen. “En als ik echt moet afkoelen, ga ik in de tuin basketballen”, lacht hij. Zinloos Beneden rinkelt de telefoon. De school van een van de jongeren met een heel verhaal. “Meermaals per week krijgen we dit soort telefoons”, zegt begeleider Bram Buckinx (24). “Die heeft gespijbeld, die is agressief geworden … We zoeken dan samen met de school, de jongere én zijn ouders hoe we hun doelen voor de toekomst toch kunnen bereiken: een nieuwe school, een tijdelijk vervangend schooltraject …” Wekelijks gaan de begeleiders bij de ouders thuis en bespreken ze de vorderingen en problemen. Ook naar oudercontacten op school gaan ze samen. “We proberen de oplossingen van hen te laten komen. Zo kunnen ze het de volgende keer misschien zonder dat wij tussenkomen”, zegt Bram. Het is niet gemakkelijk de jongeren te blijven motiveren voor school. “Sommigen zijn schoolmoe”, weet Bram. “School lijkt voor hen soms zinloos. Ze dragen zo veel bagage met zich mee dat ze niet meer geloven in een mooie toekomst. ‘Het brengt toch niks op. Kijk naar mijn ouders en mijn broers’, zeggen ze dan.” Sietse droomt wél van een toekomst. “Ik wil architect worden.” Hij zit in het tweede jaar Moderne-Wetenschappen. Een uitzondering, volgens Bram. Zijn huisgenoten volgen voornamelijk bso of buitengewoon onderwijs. Zijn lievelingsvak? “Wiskunde. Maar ik denk dat de leraar dat niet gelooft. Ze vroeg eens wie er goed wiskunde kon om een moeilijke oefening op het bord op te lossen. Ik stak mijn hand op en ook mijn vriendjes riepen mijn naam. Maar ze keek niet en stelde de vraag nóg eens. Toen voelde ik me nog zó klein.” Bram zucht. “Leraren geven vaak onbewust een stempel. Negatieve opmerkingen blijven gemakkelijk aan deze jongens kleven. Het bevestigt het beeld dat ze al hun hele leven meezeulen, dat ze niets waard zijn. Probeer dan maar eens door te zetten.” Eigen plekje Niet alle jongeren in de Jeugdzorg worden uit huis geplaatst. Soms is intense gezinsbegeleiding voldoende om het gezin weer te laten functioneren. In het dagcentrum De Ark komen dagelijks na school en in vakantieperiodes een tiental kinderen tussen zes en zestien jaar voor huiswerk- en schoolbegeleiding. De vier begeleiders komen langs om agenda’s op te volgen, een planning te maken, leer- stof opnieuw uit te leggen … Wie klaar is, mag in de gemeenschappelijke ruimte ontspannen. Ook het avondmaal nemen begeleiders en jongeren samen. Daarna gaat iedereen naar huis. “Ik heb geen zin om bij jullie te zitten! Laat mij toch met rust!” Laura (13) is boos. Ze was liever naar de kermis gegaan dan naar het dagcentrum te komen. “Woensdag is de enige dag waarop ik iets leuks kan doen. Ik wil zo graag eens alleen zijn, zonder volwassenen die op mijn vingers kijken.” Coördinator Joske Bosquet (50) knikt begrijpend. “Meisjes als Laura kunnen nergens terecht. Ze woont in een Kosovaars gezin met zeven kinderen. Haar basisbehoeften worden amper ingevuld. Haar ouders hebben zelfs geen geld genoeg om een degelijk huis te huren en eten te kopen. Laat staan dat Laura een eigen kamer heeft waar ze zich even kan terugtrekken. Voor een puber is dat erg.” Zeven per school Bijna 27.000 kinderen in Vlaanderen zitten in de Bijzondere Jeugdzorg. Dat zijn er gemiddeld zeven per school. Het overgrote deel (83,6 %) komt er terecht door een problematische opvoedsituatie, slechts een minderheid (9,7 %) door een misdrijf. Bijna alle kinderen in het dagcentrum komen uit kansarme gezinnen. Dat heeft een invloed op hun schoolprestaties. Uit het recente onderzoek ‘Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaanderen’ (KU Leuven) blijkt dat kinderen uit een laag sociaal milieu vaker in het beroepsonderwijs terechtkomen, meer kans maken op zittenblijven en sneller uitstromen zonder diploma. “Ze willen het wel goed doen, maar het is moeilijk om in een moeilijke leefsituatie je hoofd bij school te houden”, zegt Joske. “Probeer maar eens huiswerk te maken als je amper een boterham hebt om te eten, je je zorgen maakt om je ouders of zelfs geen schrift hebt om in te schrijven …” Joske Bosquet: “De kinderen vinden hier wat ze thuis niet vinden: een veilige omgeving en rust. Ik schrik er niet van dat er onder kansarmen zoveel schoolverlaters zijn. Als je hoofd constant vol zorgen zit, is school bijzaak. Ik durf soms wel een briefje mee te geven: ‘Sorry juf, het huiswerk is niet af. Dit kind had andere dingen aan zijn hoofd.’ Sommige leraren begrijpen dat, maar andere geven een nul.” Wachtlijsten Ook ouders zijn welkom in De Ark. Bovendien gaan de begeleiders wekelijks op huisbezoek. “We tonen hoe ze de agenda moeten nakijken, hoe ze structuur inbouwen, hoe een beloningssysteem werkt”, vertelt Joske. Ze gelooft dat hun manier van werken vruchten afwerpt. Helaas zijn deze gezinnen slechts het topje van de ijsberg. Omdat de wachtlijsten in de Jeugd- zorg erg lang zijn, komt professionele hulp soms te laat. Uit een rapport van de Commissie Jeugdzorg blijkt dat voor een derde van de aangemelde jongeren in Vlaanderen geen geschikte opvangplaats wordt gevonden. “Die kinderen komen wel allemaal op school terecht”, zegt Joske. “Leraren zijn dan de enige volwassenen die ze kunnen helpen.” Ze vindt niet dat leraren daarom allemaal hulpverleners moeten zijn. “Kleine initiatieven op school helpen al: de kosten beheersen, een huiswerkbeleid opzetten, het oudercontact anders aanpakken … Nu is het nog te vaak: ‘Huiswerk niet gemaakt? Nul op tien.’ ‘Ouders komen niet naar het oudercontact? Ze zullen wel geen interesse hebben.’ Terwijl er heel vaak een reden achter zit.” Al helpt het wel dat studenten in de lerarenopleiding beter leren omgaan met leerlingen uit problematische gezinnen. “Wij hebben hier ooit stagiairs gehad uit de lerarenopleiding. Ze waren verwonderd over hoe ‘na school’ eruitziet voor deze kinderen. ‘Bestaat dit echt?’ Ik weet zeker dat zij nu op een andere manier lesgeven.” Wrevel “Soms ontstaat er wrevel op scholen of bij CLB’s omdat we ons moeien”, lacht Joske. “Maar we hebben evengoed succeservaringen. Vorig schooljaar dreigde een jongen in het zesde leerjaar uitgesloten te worden, twee weken voor de zomervakantie. Ik ben toen met de directeur en de leraren gaan samenzitten om te zien of er een mogelijkheid was om het schooljaar te beëindigen zonder hem van school te sturen. Die was er. Wij zouden de jongen nog meer begeleiden. De school zou voor de toetsenperiode een extra leraar inschakelen en de directeur zou zijn bureau twee weken naar de vestiging van de jongen verhuizen. Echt knap. De jongen mocht uiteindelijk overgaan en doet het nu goed op de secundaire school. Zo kan het dus ook!” Bron: Klasse Mening Ik kan zeer goed begrijpen dat het voor leerkrachten moeilijk is om de leefsituatie van elke leerling te achterhalen. Daarom is het ook logisch dat er een fout wordt gemaakt zoals dit het geval was bij Sietse. Ik vind wel dat er in scholen te vaak aandacht wordt gevestigd op wat leerlingen niet kunnen. Daarom vind ik het belangrijk dat hun positieve eigenschappen en kwaliteiten in de verf worden gezet. Als er leerlingen in je klas zitten met een problematische thuissituatie is het naar mijn mening belangrijk dat je hen positief benadert. Zo kan je een veilige omgeving creëren waar elke leerling zichzelf kan zijn. Dit is niet gemakkelijk, maar we kunnen hier wel naar streven. Er zitten bijna 27.000 kinderen in Vlaanderen in de Bijzondere Jeugdzorg en toch is er geen groot genoeg vangnet om iedereen de nodige ondersteuning te geven. Ik vind dat hier zeker en vast prioriteit aan moet gegeven worden. Kinderen en jongeren moeten zich kunnen ontwikkelen in een rustige en veilige omgeving. |
#2
|
|||
|
|||
Het is inderdaad zo dat als jongeren (verbaal) agressief of deviant verdrag vertonen, we meer moeten nadenken bij de eventuele oorzaken van hun gedrag. De lkr moet denk ik meer met de lln praten en een vertrouwensband maken vooraleer je echt serieuze opmerkingen gaat geven. Het is misschien inderdaad niet slecht om studenten uit de lerarenopleiding maar ook de vastbenoemde leerkrachten te confronteren met de thuissituatie van deze jongeren. Er moet meer stilgestaan worden bij de eventuele oorzaken van het gedrag. Dit is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan maar wie het niet probeert, zal het nooit ondervinden.
|