|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Meerderjarige leerlingen ‘brossen’ steeds vaker
ANTWERPEN - Het aantal Antwerpse leerlingen dat zich bezondigt aan spijbelgedrag is in het schooljaar 2011-2012 opnieuw gestegen. De stijging is volledig toe te schrijven aan meerderjarige leerlingen die steeds vaker wegblijven van school.
Spijbelambtenaar Najib Chakouh stelde het spijbelrapport 2011-2012 voor aan de leden van de gemeenteraadscommissie Onderwijs. Chakouh had geen blijde boodschap, want het voorbije schooljaar is het aantal meldingen van spijbelgedrag opnieuw gestegen, zij het slechts licht. In het schooljaar 2010-2011 waren er 5.669 spijbelaars op 36.821 leerlingen. In het schooljaar 2011-2012 steeg dat naar 6.144 op 36.679 leerlingen. ‘Het goede nieuws is dat het aantal minderjarige, leerplichtige spijbelaars in het secundaire onderwijs licht is gedaald. Mogelijk begint de strenge aanpak die we in Antwerpen toepassen vruchten af te werpen. De algemene stijging is dus volledig toe te schrijven aan de meerderjarige leerlingen in het secundair onderwijs die steeds vaker afwezig blijven. Vooral in het beroeps secundair en het buitengewoon secundair onderwijs zijn de cijfers zorgwekkend.’ In de beroepsrichting zijn de spijbelcijfers zelfs alarmerend. Liefst 32 procent van de leerlingen spijbelt. In absolute cijfers gaat het om 2.317 spijbelaars op een leerlingenpopulatie van 7.061. Bij de meerderjarigen in het BSO ligt dat cijfer nog hoger: 36,8 procent. Ter vergelijking: in het ASO spijbelt slechts 3 procent van de scholieren. Schoolse vertraging Spijbelambtenaar Najib Chakouh adviseert om extra aandacht te besteden aan de meerderjarige spijbelaars, omdat zij zonder diploma op de arbeidsmarkt terecht dreigen te komen. ‘We stellen ook een duidelijke relatie vast tussen spijbelgedrag en schoolse vertraging. Als we kijken naar de leerlingen die al een of meerdere jaren zijn blijven zitten, dan zitten daar opvallend veel jongeren bij die ook in de spijbelstatistieken zitten. Het is niet duidelijk welk oorzakelijk verband er is tussen de twee. Spijbelen jongeren omdat ze zijn blijven zitten of lopen jongeren schoolse vertraging op omdat ze spijbelen.’ Chakouh pleit voor een aanpak-op-maat om het probleem van de spijbelende meerderjarigen aan te pakken. bron: http://www.nieuwsblad.be/article/de...130424_00554242 Eigen mening: Ik denk dat er manieren genoeg zijn om spijbelgedrag aan te pakken. Er zijn ontelbare systemen waardoor je op een snelle manier te weten komt welke leerling niet aanwezig is. Ik denk dat een goed systeem al een goed begin is. De gevolgen die je moet opstellen voor spijbelaars moeten natuurlijk goed afgewogen zijn. Dus denk ik dat het wel een goed idee is om, zoals in het artikel geschreven staat, een aanpak op maat toe te passen. Elk spijbelgedrag zal andere oorzaken hebben en dus lijkt het me een goed idee om het probleem bij de oorsprong aan te pakken. Al is dit niet altijd even eenvoudig. |
#2
|
|||
|
|||
Het is opvallend dat de leerlingen uit beroepsrichtingen het meeste spijbelgedrag vertonen. Deze leerlingen zijn vaak al langer schoolmoe en hebben gewoon geen zin meer om op te dagen. Deze leerlingen meer aandacht geven en aanpakken met behulp van andere methodes lijkt me dan ook geen gek idee. Vaak zijn dit leerlingen die graag met hun handen werken en bezig willen zijn. Waarom kan men daar niet meer op inspelen? Halftijds naar school gaan is bijvoorbeeld iets dat ouders snel afschrikt maar het kan ook gewoon een oplossing zijn voor een probleem dat niet zomaar zal verdwijnen. Ouders en leerkrachten dienen hierover te praten en naar een geschikte oplossing te zoeken.
|
#3
|
|||
|
|||
Het valt mij vooral op dat maar liefste 32 procent van de leerlingen uit een beroepsrichting spijbelen. De voornaamste reden is dat deze leerlingen vooral al op jonge leeftijd schoolmoe zijn. Vandaar dat men ook voor beroepsrichtingen halftijds onderwijs voorziet, zodat zij een combinatie kunnen maken van werken en leren. Toch denk ik dat er nog andere manieren mogelijk zijn om deze hoge cijfers de kop in te drukken. Het is dan ook belangrijk dat men eens de koppen bij elkaar legt, en een nieuwe oplossing bedenkt. Aangezien de leerlingen hierdoor soms een grote achterstand oplopen, wat nefast is voor hun toekomst.
|