#1
|
||||
|
||||
Corona: politiek
Wat de democratie kan leren van ‘De Pest’ van Albert Camus
Hans Goslinga Een van de slotzinnen van de roman ‘De Pest’ van Albert Camus: ‘Van plagen kun je leren dat er in de mens meer te bewonderen dan te verachten valt’. Een boodschap om te onthouden nu de coronacrisis, naast onvermijdelijk asociaal en onachtzaam gedrag, een betrokkenheid bij het publieke belang laat zien die in onze geïndividualiseerde samenleving misschien niet meer voor mogelijk werd gehouden. In de confrontatie met een kwaadaardig virus blijken de burgers van dit land helemaal niet een verzameling ‘dikke Ikken’, maar overwegend mensen met een sterke behoefte aan een ‘dik Wij’ en een verrassende bereidheid daar vorm aan te geven. Dat is om meer dan één reden van betekenis. ‘Coronahufters’ In de eerste plaats voorkomt het dat de ‘coronahufters’, zoals ze in de volksmond al worden genoemd, de maat worden van het restrictieve crisisbeleid. In een democratie is een beroep op burgerschap preferent, omdat het duidelijk maakt dat deze staats- en beschavingsvorm een zaak van allen is. De legendarische Amerikaanse rechter Louis Brandeis noemde zelfs ‘het belangrijkste politieke ambt dat van de burger’, omdat bij hem de verantwoordelijkheid begint die vrijheid meebrengt. Deze notie noopt de overheid op haar beurt tot uiterste terughoudendheid in het beperken van grondrechten, ook als dat ongeschreven rechten zijn zoals de reis- en bewegingsvrijheid. Bondskanselier Merkel, opgegroeid in een politiestaat, toonde zich hiervan misschien wel meer dan wie ook bewust. “Zulke beperkingen kunnen alleen worden gerechtvaardigd in absolute noodzaak. Ze mogen nooit lichtvaardig en slechts op tijdelijke basis worden genomen, maar ze zijn nu onmisbaar om levens te redden.” Zelfbewuste democratie In dit perspectief kan de voorlopige balans zijn dat Nederland zich met een ‘intelligente lockdown’, die burgers nog enige ruimte geeft, een zelfbewuste democratie toont. De crisis laat een ongekend samenspel zien tussen overheid en burgers, niet volmaakt, maar zo goed en kwaad als het gaat. Het kabinet geeft uitleg, verantwoordt zich en luistert. “Ook dat is democratie”, zei premier Rutte over het besluit de scholen te sluiten, niet uit onbetwiste noodzaak, maar vanwege het geroffel van de voeten in de samenleving. De tweede reden het engagement bij het publieke belang te markeren is voor de democratie zo mogelijk nog belangrijker. Het kan een kentering inluiden in de vervreemding tussen burgers en gemeenschap. Het Sociaal en Cultureel Planbureau typeerde de gemoedstoestand van de burgers de afgelopen decennia kortweg zo: ‘Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht’. De crisis biedt een onverwachte kans de bezorgdheid daarover om te zetten in daden. Maar de betekenis reikt verder. Constitutionele kaders De constitutionele kaders zijn van groot belang, zoals Merkel aangaf, maar essentieel voor een vitale democratie is de maatschappelijke integratie. Daarmee bedoel ik niet een eenheidsworst, maar een balans tussen individuele vrijheid en betrokkenheid bij het geheel. De Franse politieke denker Claude Lefort, waarschuwde een kwarteeuw geleden dat het falen van die integratie fataal kan zijn. Je loopt dan het gevaar ‘een toenemend aantal individuen in verwarring te brengen en een heftig verlangen naar orde en zekerheid te veroorzaken, waarvan nieuwe demagogen kunnen profiteren’. Goed gezien van Lefort, wiens heldere gedachten ons in een Nederlandse vertaling zijn bezorgd door de politicologen Pol van de Wiel en Bart Verheijen in het boek ‘Wat is politiek?’. Populisten is het in hun retoriek gelukt het individu en de gemeenschap weer met elkaar te verbinden. Met gezonde integratie heeft dat niets van doen. Ze sluiten individuen als klapvee op in een zogenaamde ‘volkswil’, of in de meerderheid van een referendum, of in een nationale identiteit die groepen uitsluit. Of ze leveren het individu over aan rechters aan wie de eis wordt gesteld streng te straffen in plaats van zorgvuldig te oordelen in een specifieke zaak. Tocqueville Populisten lopen graag weg met Tocqueville, een Franse denker uit de 19e eeuw, maar juist hij wees na onderzoek van de jonge Amerikaanse democratie op het gevaar dat individuen de opvatting van de meerderheid of zelfs de staatsmacht als beste waarborg van hun gedrag gaan zien. Tocquevilles remedie: ruimte voor tegenkrachten en verbinding tussen het privé- en het publieke belang. Als je daaraan voorbijgaat, concludeerde Lefort in 1995, moet je vrezen voor een ontketening van het individualisme en meer nog voor het succes van autoritaire bewegingen. Je kunt het als een geluk bij het ongeluk van het dodelijke coronavirus zien dat dit bewustzijn opnieuw tot leven komt. Ook hier leert Camus in ‘De Pest’ een les die je ook politiek mag verstaan: ‘De pestbacil sterft nooit uit en verdwijnt nooit definitief’. Blog Trouw, 28-03-2020 (Hans Goslinga) Laatst aangepast door bijlinda : 30th March 2020 om 04:02. |