Ongevallen met kinderen onderweg naar school doen zich veel vaker voor op vrijdagavond dan op maandagochtend. 's Avonds gebeuren er gevoelig meer ongevallen dan 's ochtends, besluit het BIVV uit cijfers van de voorbije vijf jaar. Daags voor het nieuwe schooljaar geeft het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid tips voor veilig schoolverkeer.
Het BIVV bestudeerde de ongevallenstatistieken van 2011 tot en met 2015. Het verschil tussen maandagochtenden (303 slachtoffers) en vrijdagavonden (515 slachtoffers) is opmerkelijk. Het aantal slachtoffers in het schoolverkeer stijgt met de dag, naarmate de week vordert. Tegen de 515 op vrijdagavond vielen immers "slechts" 432 schoolgaande slachtoffers op de maandagavonden.

Bovendien blijkt de weg terug van school gevaarlijker dan die naar school. Op weg naar huis waren telkens minstens de helft meer kinderen betrokken bij een letselongeval. De vermoeidheid en het enthousiasme over het einde van de schooldag spelen daarbij zeker een rol, aldus het BIVV. Ook op woensdagmiddag is het risico op ongevallen groter. Dat verlaten alle leerlingen min of meer op hetzelfde moment hun school.

De aard van de ongevallen verschilt wel in de verschillende gewesten. In Wallonië vallen meer slachtoffers als passagier in de wagen (32 procent), in Brussel meer voetgangers (54 procent) en in Vlaanderen meer fietsers (47 procent).

"Klik iedereen vast"

Ander opvallend cijfer: één op de acht kinderen (12 procent) draagt volgens het BIVV geen gordel op weg van en naar school. Slechts 29 procent is volledig correct vastgeklikt in de wagen, dus ook met het juiste kinderzitje. Voor langere afstanden - bijvoorbeeld op weg naar een hobby- of sportclub - is 7 tot 8 procent van de kinderen helemaal niet vastgeklikt.

"Klik iedereen vast", zo luidt dan ook de eerste tip van het BIVV bij de start van het nieuwe schooljaar. Het instituut wijst daarnaast op het belang van aangepaste snelheid én correct parkeergedrag, zodat overstekende kinderen het verkeer correct kunnen inschatten.

Bron: De Redactie, 30/08/2016

Eigen mening:
Ik ben blij dat men de cijfers omtrent dit onderwerp heeft gepubliceerd, want zo kunnen we te weten komen wanneer kinderen het vaakst ongelukken voorhebben en wat de oorzaak ervan is. Uit eigen ervaring weet ik dat het 's avonds vaak veel drukker is als je van school komt dan 's morgens. Iedereen vertrekt bijna tegelijkertijd naar huis met de fiets of met de auto en dit zorgt soms voor kleine files en het vaak oversteken zonder goed links en rechts te kijken. Dat de meeste ongevallen gebeuren op vrijdagavond is volgens mij logisch te verklaren: mensen keren massaal terug van hun werk om het weekend te kunnen inzetten. Er is dus meer verkeer op de baan, wat leidt tot aanzienlijk meer ongevallen waarvan er sommige zelfs een fatale afloop kunnen hebben. De meeste scholen stoppen rond half vier - vier uur en dat is ook vaak het uur waarop veel mensen al van hun werk terugkeren naar huis. Ik betwijfel echter wel of het aan de vermoeidheid en het enthousiasme van kinderen na de schooldag, kan liggen dat er op dat moment juist meer ongelukken gebeuren. Tot een bepaalde leeftijd kan dit het geval zijn, maar dat blijft volgens mij niet zo tot ze 18 of ouder zijn. Het BIVV doet er goed aan om de chauffeurs te wijzen op een aangepaste snelheid en correct parkeergedrag. Aan scholen geldt de snelheid van maximaal 30 km/u en ik vind dit perfect. Op die manier kan je als chauffeur meestal nog op tijd stoppen als er iets moest voorvallen. Nochtans ben ik hier wel voorstander van de borden die enkel opstaan tijdens de schooluren, wanneer het vakantie is hoeft de snelheid van 30 km/u hier voor mij niet. Dankzij de vaste snelheid kunnen de kinderen ook beter de verkeerssituatie inschatten en ik vind dat zowel de school als de ouders hier zeker op moeten inspelen. Wanneer een kind wil oversteken maar ziet dat de auto te snel rijdt of al te dichtbij is, dat het de reflex ontwikkelt om te wachten met oversteken en wanneer er een auto wat hard uit een straat komt gereden dat ze als fietser hun snelheid al wat minderen, zodat zij eventueel kunnen stoppen indien de auto dit niet doet.