De Raad van State heeft beslist dat de selectieproef die Franstalig België na de eerste bachelor geneeskunde organiseert, geen adequaat systeem is om de doorstroom van het aantal studenten te controleren. Minister De Block hamert op de noodzaak van een werkende filter, zoals het traditionele ingangsexamen in Vlaanderen.

De enige voorwaarde om aan het tweede jaar bachelor te beginnen aan een universiteit in Franstalig België is het behalen van 45 studiepunten. Dat volgt uit een nieuw arrest van de Raad van State.

De aanleiding van het arrest is de klacht die zeven studenten geneeskunde uit de universiteit van Luik hadden neergelegd. Zij hadden hun eerste bachelorjaar succesvol afgelegd, maar slaagden niet daarna niet voor de selectieproef (het alternatief voor het ingangsexamen in Nederlandstalig België). Die ‘filter’ werd ingelast door Jean-Claude Marcourt (PS), Franstalig gemeenschapsminister van Hoger Onderwijs, om het aantal studenten geneeskunde te controleren.


Dat studenten die voor hun eerste bachelor geslaagd zijn toch niet naar hun tweede jaar zouden kunnen door de filter, stuitte eerder al op woede en onbegrip in de universiteit van Namen. Ook daar dienden enkele studenten een klacht in en gaf de Raad van State hen gelijk.

Numerus fixus

‘De bevoegdheid voor het instellen van een filter aan Franstalige kant lag volledig bij minister Marcourt’, luidt het op het kabinet van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD). ‘De voorkeur van minister De Block ging naar een filter vóór aanvang van het eerste studiejaar – een numerus fixus-examen – maar minister Marcourt heeft uiteindelijk een filter ná de eerste bachelor ingesteld. Onze minister heeft zich steeds vragen gesteld bij de juridische houdbaarheid van zo’n systeem. Nu blijkt dat de selectieproef klinisch dood is.’

De Block wil geen jaren meer wachten op een waterdicht en wettig systeem en zet druk op de ketel. Als minister Marcourt niet met een werkende filter - liefst een ingangsexamen voor de start van de opleiding geneeskunde - op de proppen kan komen, biedt De Block geen zekerheid meer voor het overschot aan Franstalige studenten geneeskunde die hun opleiding nu toch kunnen voortzetten dankzij een lissageregeling (schuiven met riziv-nummers).

‘Om zo snel mogelijk tot een oplossing te komen voor deze studenten en voor de studenten die aan de opleiding willen beginnen, is een nieuw overleg gepland met minister Marcourt op 18 augustus’, aldus het kabinet-De Block.


Bron: De Standaard, Selectieproef voor Franstalige studenten geneeskunde is klinisch dood, 12/08/'16, http://www.standaard.be/cnt/dmf20160812_02422433


Eigen mening:

Naar mijn mening is de selectieproef die men hanteert in Franstalig België na het eerste bachelorjaar geneeskunde een niet erg logisch systeem. Bij ons in Vlaanderen bepaald men op voorhand of de student geschikt is voor de opleiding door middel van het ingangsexamen. Indien de student slaagt of net niet slaagt, krijgt hij in beide gevallen zekerheid over het feit of hij de opleiding al dan niet kan volgen en bijgevolg afwerken. In Franstalig België ligt dat anders, studenten kunnen beginnen aan hun opleiding en perfect slagen in hun eerste jaar, maar wanneer ze niet slagen voor de selectieproef kunnen ze hun opleiding niet verder zetten. Naar mijn mening draai je deze studenten een rad voor de ogen, en werkt dit systeem niet voldoende goed om de studenten die bekwaam zijn voor de richting geneeskunde te volgen en welke niet te scheiden van elkaar. Naar mijn mening zou Franstalig België dan ook beter overschakelen op het Vlaamse systeem. Op deze manier krijgen de studenten duidelijkheid, maar ook het aantal studenten dat mag doorstromen naar de opleiding wordt gecontroleerd. Het feit dat Maggie De Block de druk op de ketel opvoert is in mijn ogen alleen maar correct. Het systeem in Franstalig België moet correcter en efficiënter, zowel voor studenten als de opleidingscentra.