De militaire coalitie in Jemen, geleid door Saudi-Arabië, gebruikte bommen van Amerikaanse makelij bij een bombardement vorige maand op een drukbevolkte markt. Dat meldt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. Er vielen toen minstens 97 doden, waaronder 25 kinderen.

'Een van de dodelijkste aanvallen op burgers sinds het begin van het conflict in Jemen, gebeurde met wapens die door de Verenigde Staten werden geleverd', klink het bij Human Rights Watch. Het gaat over bombardementen die op 15 maart 2016 werden uitgevoerd door de Arabische militaire coalitie, geleid door Saudi-Arabië, in hun strijd tegen de Houthi-rebellen in Jemen. Het doelwit van de bombardemeten was de drukbevolkte markt van een dorp in het noordwesten van Jemen.

De mensenrechtenorganisatie vond restanten van de bommen op het terrein van de aanval en die zouden van Amerikaanse makelij zijn. De VS hebben in het conflict vooral een adviserende rol, onder meer ook bij het kiezen van sommige doelwitten bij militaire operaties. Human Rights Watch zegt dat de VS daarom medeverantwoordelijk kunnen zijn voor de aanvallen van de Arabische coalitie.

Oorlogsmisdaden

Aan Amerikaanse zijde reageert men dat de beslissingen bij militaire operaties, gemaakt worden door de leden van de coalitie en niet door de VS. 'De VS vertrouwen erop dat de informatie die we geven aan de coalitieleden gedegen is en hen de beste opties geeft voor militair succes in lijn met het internationaal recht', zegt een woordvoerder van het US Central Command (Centcom) aan de krant The New York Times. 'We blijven hen ook benadrukken dat gebieden, waar veel burgerslachtoffers zouden kunnen vallen, vermeden moeten worden.'

Human Rights Watch vindt het grote aantal burgers onder de dodelijke slachtoffers in strijd met het humanitair recht. De organisatie heeft het zelfs over oorlogsmisdaden, gezien de 'roekeloosheid' en de 'moedwilligheid' om er te bombarderen, terwijl de coalitie had kunnen weten dat er veel burgerslachtoffers zouden kunnen vallen.

Niet de eerste keer

De door Saudi-Arabië geleide coalitie die luchtaanvallen op Jemen uitvoert, bestaat uit Bahrein, Koeweit, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte, Jordanië, Marokko en Soedan. Het is niet de eerste keer dat Human Rights Watch een kritisch rapport uitbrengt over de bombardemeten in Jemen. 'Zelfs na tientallen bombardementen op markten, scholen, ziekenhuizen weigert de coalitie om dit te stoppen', zegt een onderzoeker van de mensenrechtenorganisatie.

Human Rights Watch roept de VS en andere bondgenoten van de coalitie nu nogmaals op om de verkoop van wapens aan Saudi-Arabië te stoppen. 'Als ze hiermee blijven doorgaan, blijven ze ook een deel van de verantwoordelijkheid dragen bij aanvallen die indruisen tegen het humanitair recht', besluit de organisatie. (RDC)

Bron: Knack, 07/04/16, http://www.knack.be/nieuws/wereld/a...mal-688805.html

Eigen mening:
Enkele dagen geleden had ik een artikel gepost waarin China aankondigde dat het niet langer materiaal zal verhandelen aan Noord-Korea dat gebruikt zou kunnen worden om nucleaire wapens te ontwikkelen.
Dit lijkt mij een gelijkaardige situatie: wanneer er gevaarlijk materiaal verkocht wordt aan een amorele regering die dit materiaal zal gebruiken voor gruwelijke doeleinden, dan hebben deze handelspartners de morele plicht om deze handel te stoppen.
Het is een schande dat westerse landen nog steeds wapens verhandelen aan landen zoals Saudi-Arabië.
Saudi-Arabië heeft duidelijk laten zien dat het geen probleem heeft met het uitvoeren van oorlogsmisdaden en andere acties die veel verder gaan dan enkel amoreel zijn.
De Arabische regering toont ook niet aan dat het zal veranderen door de pogingen op inclusie van het westen.
Er zijn sommigen die denken dat Saudi-Arabië gemakkelijk een andere handelspartner kan vinden.
Dit is zeer goed mogelijk, maar toch hebben onze regeringen een morele plicht om zich zo veel mogelijk te distantiëren tot de semi-terroristische acties van de Saudi-Arabische regering.