De centrale antiterreureenheid van de federale politie kampt met een prangend personeelstekort, zo blijkt uit een rapport van Comité P dat in handen kwam van De Standaard. Eén medewerkster, die maar deeltijds werkt, moet online zoeken naar radicale boodschappen en tegelijkertijd de internetactiviteit van teruggekeerde Syriëstrijders in het oog houden.

De toezichthouder van de politie besluit dat er een "gruwelijk" gebrek is aan capaciteit voor online monitoring. Dat terwijl de belangrijke rol van sociale media als Facebook herhaaldelijk is aangetoond in vorige terrorismeprocessen en door wetenschappelijk onderzoek.

Toch bestaat de 'Internet Intelligence Support Unit' van de federale politie slechts uit één deeltijdse medewerkster. Vorig jaar, toen het aantal Belgische jongeren dat naar Syrië vertrok op zijn hoogst was, verlieten de teamleider en enkele andere medewerkers het team.

De ene rechercheur moet ook de online opvolging van teruggekeerde Syriëstrijders opvolgen. "Maar dat doet ook de Staatsveiligheid", reageert minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) in "De ochtend". De minister was naar eigen zeggen al veel langer op de hoogte van het tekort.
Hij richtte daarom een nieuwe cel van vijf à tien personen op, maar die cel is pas operationeel vanaf 1 januari. "Omdat personeel met een specifiek profiel moet aangeworven worden, en het wettelijk kader nog in voorbereiding is."

Bron : De Redactie (21/10/2015) http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2474436

Mening: Ik vind het verontrustend dat er maar één persoon instaat voor het online speuren naar eventuele terroristen. Dit wijst erop dat de Belgische staat nog altijd niets geleerd heeft uit het verleden. Zie maar naar andere landen zoals Frankrijk , Tunesië en dergelijke. De laatste dagen/maanden zijn er veel vluchtelingen naar ons land gekomen en daar zitten ongetwijfeld ook leden van de Islamitische Staat tussen. Ik wil gewoon maar zeggen dat ze er werk van moeten maken om meer online speurders te vinden. Jan Jambon heeft deze zaak al langer door maar hij kan pas meer werkvolk zoeken na 1 Januari omdat het personeel met een specifiek profiel nog moet aangeworven worden. Dit is zeer jammer want op zo’n lange tijd kunnen er al veel aanslagen zijn georganiseerd.

Ik ga volledig akkoord met de mening van Wout. Het is onrustwekkend te weten dat er slechts één persoon, die bovendien maar deeltijds werkt, instaat voor de online monitoring op het vlak van radicalisering. Het is onmogelijk dat deze ene rechercheur zo veel werk kan verzetten. Bovendien moet zij zich hier ook niet goed bij voelen. Versterking is zeker noodzakelijk.
Het zou kunnen dat Jan Jambon gelijk heeft dat er reeds een cel binnen de Staatsveiligheid werkzaam is die zich bezighoudt met het controleren en opsporen van terroristen onder de vluchtelingen. Toch sluit ik me hier ook aan bij het standpunt van Wout. Men kan nooit voorzichtig genoeg zijn! Het toekomstige team, dat vanaf 1 januari werkzaam zal zijn, zou een extra controle kunnen uitvoeren.