|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Hoe geef je kinderen op school een ‘boekenbad’?
Lezen moet een plezier zijn
Hoe liever we lezen, hoe beter we leren. En misschien zelfs leven. Nieuw Brits onderzoek toont het aan: kinderen die met plezier lezen, worden later beter in spelling, woordenschat en wiskunde. Maar hoe krikken we dat leesplezier op? ‘Een paar mysterieuze moorden voor de jongens, een beeldschone vampier voor de meisjes.’ Zo vat Eva De Corte laconiek de leesvoorkeuren samen van haar leerlingen uit het eerste en tweede jaar van het Brugse Sint-Jozefsinstituut. Maar haar opschietende pubers lezen ook om te kunnen lachen. ‘Of om alles over hun interesses te weten te komen. Om via fantasy te ontsnappen aan hun eigen realiteit. Velen lezen omdat het moet voor school, sommigen ook om verveling of eenzaamheid te verdrijven.’ Een bescheiden steekproef bij onderwijzers, boekenjuffen en leesbevorderaars leert hetzelfde: onze jongste generatie leest nog. Ingrid Antheunis werkt voor de stad Gent en richt mee ‘leespaleizen’ in, plekken op scholen waar kinderen ’s middags naar believen in boeken mogen neuzen. ‘Elke keer staan ze te dringen van enthousiasme, zelfs zij die thuis geen leescultuur kennen.’ Ook Jesse Van de Kerckhove, boekenjuf in Holsbeek, geeft haar leerlingen wekelijks een boekenbad. ‘Sommigen moet je iets dieper of langer onderdompelen dan anderen, maar voor een hoogtepunt als de Voorleesweek of de Jeugdboekenweek lopen ze allemaal warm. Voor ons leerkrachten is het gesneden brood, want we krijgen er kant-en-klare les- en boekentips bij.’ Deze week ís het Jeugdboekenweek en Sari Sulkunen is uitgenodigd voor de Leerstoel Boek.be. Sulkunen is Fins en al bijna twintig jaar expert in leesvaardigheidsonderzoek. Want voor wie dacht dat Finnen alleen goed zijn in ijshockey, Angry Birds, sauna, drinken en zwijgen, hebben we nieuws: het zijn ook fervente lezers. In 2009 bleek uit PISA, een internationaal onderwijsonderzoek bij vijftienjarigen, dat 41 procent van de Finse jeugd lezen tot haar favoriete hobby’s rekent, een topscore in Europa. Sindsdien geldt Finland als een soort lees- en onderwijsparadijs waarnaar talloze vakmensen afreizen om te zien of er inspiratie te halen valt. ‘Maar ik geloof ook dat Finland veel van anderen kan leren’, zegt Sulkunen. Enige nuance is inderdaad op z’n plaats. In de meest recente ranking – PISA van december 2012 – zijn de Finnen gezakt tot de subtop, waartoe ook Vlaanderen en Nederland behoren. De meest jonggeletterde landen liggen in Azië, met Hongkong als primus. Dat het lezen bij kinderen achteruitgaat, vindt Sulkunen een natuurlijke evolutie in tijden waarin de verleidingskracht van vele andere, vaak minder inspannende bezigheden groot is. Maar de praktijk leert dat kinderen, ook Vlaamse, nog lezen. En gelukkig maar, want de gevolgen van de gevreesde ontlezing zijn reëel. Uit pas gepubliceerd onderzoek van het Britse Institute of Education blijkt dat kinderen die weinig lezen later zwakker zijn op vlak van spelling, woordenschat en zelfs wiskunde, en dat los van het opleidingsniveau van hun ouders. Krachtig kneden Bij Stichting Lezen pakken ze het probleem bij de wortel aan. ‘Opgroeien tussen boeken en lezers is cruciaal’, zegt Majo De Saedeleer, de directeur. ‘Via het project Boekbaby’s reiken we ouders van bij het prille begin boeken aan. De provincies Limburg en West-Vlaanderen financieren dit al in al hun gemeentes, maar zulke projecten zouden nog meer groeikansen moeten krijgen. Om leesplezier door te geven hebben het onderwijs, de bibliotheken en het boekenvak niet alleen de steun van ouders en begeleiders nodig, maar ook van het beleid. Het is aartsmoeilijk om over de kabinetten en partijen heen samenwerkingen te realiseren. Sinds kort zijn gemeentes zelfs niet meer verplicht om kinderen gratis toegang tot de bibliotheek te bieden.’ Op dat vlak is Finland wel nog een lichtend voorbeeld: iedereen gaat er gratis naar de bib. Andere grote troeven zijn de gelijke onderwijskansen en de competente, gemotiveerde leerkrachten. Die krijgen een gedegen universiteitsopleiding, iets waar Vlaanderen alleen maar van kan dromen. ‘De opleiding voor onderwijzers is zeer dringend aan hervorming toe’, zegt De Saedeleer. ‘Naast de zwakke instroom er is ook een onevenwicht tussen kennisoverdracht en praktische training. Als wij studiedagen willen organiseren, is het bijna onmogelijk om een moment te vinden waarop de tweede- en derdejaars op school aanwezig zijn. Ze staan voortdurend voor de klas, soms zonder supervisie, en worden ook na hun opleiding te weinig aangemoedigd om zich bij te scholen.’ Het is niet anders in Finland, zegt Sulkunen. ‘Het is nochtans cruciaal om ons onderwijs up-to-date te houden, en bijvoorbeeld in te spelen op de gapende leeskloof tussen jongens en meisjes of het feit dat we jongeren moeten leren omgaan met informatie online, waar ze vaak hun leesvoer halen.’ ‘Je kunt natuurlijk niet verwachten dat elke leerkracht de passie voor boeken voelt’, zegt De Saedeleer, ‘maar het is de heilige plicht van scholen om alle kinderen te leren lezen. En liefst geen afkeer te kweken voor boeken.’ Lees- en leefkinderen ‘En ja’, zegt Antheunis, ‘er zijn – zoals Annie M.G. Schmidt het noemde – lees- en leefkinderen, zij die willen beleven via woorden en zij die zelf willen ontdekken. Maar zelfs de leefkinderen kun je met het juiste boek over de streep trekken. We mogen absoluut niet defaitistisch worden. Boeken behouden hun kracht en kinderen zijn nog kneedbaar. Als volwassene is het je verdomde taak om hen te enthousiasmeren.’ Dat is misschien wel het grootste verschil met ‘vroeger’: kinderen hebben een extra zetje nodig, een stel wegwijzers in het overweldigende woud van verlokkingen en mogelijkheden. ‘De kinderen zwermen om mooi geïllustreerde en geschreven boeken als bijen rond snoep’, zegt Van de Kerckhove. ‘Maar het aanbod is voor hen ook bijna te groot om te bevatten. Dus moet ik de gevoelige Rune op weg helpen naar Bart Moeyaert – bij Mansoor, zijn verhaal over pesten, zei ze dat ze een vreemd, verdrietig gevoel in haar maag kreeg. Ze had het helemaal begrepen. Voor Symen, die het vaak te lang wachten vindt op het einde van een boek, zoek ik dan weer korte verhalen uit.’ ‘Dankzij de online zoekmachine Boekenzoeker vinden mijn leerlingen zelf hippe, recente boeken over thema’s die hen interesseren’, zegt De Corte. ‘In het beste geval maken ze daarna reclame onder elkaar.’ Die geduldige, persoonlijke aanpak en focus op leesplezier is wellicht de belangrijkste sleutel, en al jaren de filosofie in Finland. ‘Op school ondersteunen we elke lezer, ook de traagste, en moedigen ze zo vroeg mogelijk aan, volgens hun eigen interesses en op een professioneel hoog niveau’, zegt Sulkunen. De klassen zijn relatief klein en vormen kweekvijvers voor tieners met een brede leessmaak. ‘Zo’n aangepast leesmenu kun je natuurlijk alleen maar serveren als je tijd maakt om boeken te lezen, voor te lezen en te bespreken’, zegt Van de Kerckhove. ‘En als het leesplezier niet langer behandeld wordt als het stiefzusje van het technisch lezen.’ De strijd met de beruchte AVI-leesniveaus is nog niet gestreden. ‘Technisch lezen is in Vlaanderen nog te vaak het doel in plaats van het middel.’ Ondanks die lichte vorm van tunnelvisie, ondanks de aarzeling van jongens, ondanks de momenten dat ze halfweg in een boek stranden, is er hoop. Ook voor het vierde leerjaar van meester Matthias Steens in de Gentse Piramide-school. ‘Voor veel van mijn anderstalige leerlingen is het niet evident om door te zetten in een boek, maar in de bibliotheek willen ze allemaal iets ontlenen en als ik voorlees, luisteren ze geboeid. Toen ik onlangs na vier dagen Soepkinders van Gerda Dendooven uit had, gebeurde er iets wat ik nog nooit had meegemaakt: ze barstten spontaan los in applaus.’ Blog DS, 17-03-2014 (Katrien Steyaert)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |