#1
|
||||
|
||||
Besparen tot de dood
Besparen tot de dood
Een kwart meer Grieken pleegden in 2011 zelfmoord. In een opvallende studie wijzen een arts en een socioloog de besparingspolitiek met de vinger. ‘Recessies kunnen pijn doen, maar bezuinigingen zijn dodelijk.’ ‘Ik pleeg geen zelfmoord, ze hebben me vermoord.’ De laatste woorden van Dimitris Christoulas zinderen nog steeds na. De bejaarde apotheker schoot zich in april vorig jaar dood voor het Griekse parlement in Athene. Maar niet zonder duidelijk te maken wie hij verantwoordelijk achtte voor zijn wanhoopsdaad. Zoals zovele gepensioneerde Grieken zag Christoulas zijn uitkering fors krimpen als gevolg van de bezuinigingen die de regering doorvoert. Christoulas kon de eindjes niet meer aan elkaar knopen. Hij koos daarom voor een ‘waardig einde voordat ik eten moet zoeken tussen het vuilnis’, zo schreef hij in een pakkend afscheidsbriefje. Christoulas is niet alleen. Het gevoel leeft al langer dat de economische crisis en de bezuinigingspolitiek een pak mensen tot de ultieme wanhoopsdaad drijft. Sinds deze week hebben we een cijfer en een studie die dat vermoeden kracht bij zetten. Het cijfer: in 2011 steeg het aantal Grieken dat zich van het leven beroofde met 26,5 procent, tot 477. Nog steeds een erg laag cijfer binnen Europa, maar in een land waar er nog een enorm taboe rust op zelfdoding gaan de alarmen af. Het zelfmoordcijfer zou in geen vijftig jaar zo hoog zijn geweest. En de cijfers voor 2012, met daarbij de naam van Christoulas, moeten nog vrijgegeven worden. Uitgerekend deze week verscheen ook The Body Economic: Why Austerity Kills, een boek waarin de Britse socioloog David Stuckler (Oxford) en de Amerikaanse arts Sanjay Basu (Princeton) geen blad voor de mond nemen. Hun boodschap – ‘recessies kunnen pijn doen, maar bezuinigingen zijn dodelijk’ – haalde prompt de pagina’s van The Financial Times, The Guardian en The New York Times. Overheden moeten volgens Stuckler en Basu in tijden van crisis niet snijden in sociale voorzieningen, maar die juist uitbouwen. Anders kunnen er doden vallen, zoals Christoulas. Maar dat niet alleen. Ondertussen is de kans op hiv in Griekenland al met 200 procent toegenomen en is de kindersterfte met 40 procent gestegen. ‘Derdewereldziektes’ zoals malaria en het West-Nijlvirus zijn terug van weggeweest. De auteurs contrasteren de Griekse tragedie met de IJslandse wederopstanding, waar de overheid uiteindelijk weigerde om op vraag van het IMF het mes te zetten in de sociale voorzieningen. Welzijnsverlies Het besparingsbeleid ligt natuurlijk al langer onder vuur. Maar economen zoals Paul Krugman en Paul De Grauwe focussen vooral op het welvaartsverlies dat de bezuinigingen veroorzaken. Die fnuiken volgens hen het herstel, waardoor de economie sneller krimpt dan de schulden. Resultaat: een armere samenleving met torenhoge werkloosheid en een hogere schuldgraad dan voorheen. David Stuckler en Saanjay Basu sluiten zich aan bij die kritiek, maar beklemtonen dat de bezuinigingen ook een significant welzijnsverlies met zich meebrengen. ‘De grootste tragedie is niet dat het besparingsbeleid onze economieën pijn doet. De grootste tragedie is het onnodige menselijke lijden dat het veroorzaakt heeft’, klinkt het. ‘En de verloren levens keren niet terug met het vertrouwen van de beleggers.’ Om hun boodschap kracht bij te zetten, maken de auteurs een boeiende reis langs enkele historische ‘besparingsexperimenten’. Toen de Sovjet-Unie viel in 1991, kozen sommige landen zoals Rusland, Letland en Kazachstan ervoor om snel de communistische opvangnetten te ontmantelen. Andere landen, waaronder Tsjechië, Polen of Slovenië deden het rustiger aan. In de eerste groep ging de volksgezondheid er sterker op achteruit. In Rusland ligt de gemiddelde levensverwachting voor mannen en vrouwen vandaag nog steeds twee jaar lager dan in 1991. En dan is er het Aziatische experiment met drastische besparingen in Thailand, Indonesië en Zuid-Korea na de financiële crisis van 1997. Sociale voorzieningen, die al niet enorm waren, werden er afgebouwd in ruil voor reddingspakketten van het IMF. De inwoners kregen er zwaardere klappen te verduren dan in Maleisië, een land dat koppig de directieven van het IMF naast zich neerlegde, volgens de auteurs sneller herstelde van de crisis en achteraf geen sociaal kerkhof moest opruimen. Nadien excuseerde het IMF zich voor de drieste aanpak. Om later dezelfde aanpak los te laten op Griekenland, stellen Stuckler en Basu vast. Die historische reconstructie is boeiend, maar niet zonder problemen. Het is naďef te denken dat Griekenland dezelfde opties had als IJsland. En de auteurs gaan vlot voorbij aan de mogelijkheid om te besparen op andere zaken dan sociale voorzieningen – bijvoorbeeld defensie, ontwikkelingssamenwerking of cultuur. Ook die besparingen zullen niet overal op applaus onthaald worden, maar ze leiden misschien niet tot het gevreesde welzijnsverlies. Het is een optie die de auteurs niet onderzoeken. Voor hen is de keuze tussen besparen en investeren, punt. Dit boek kan evenwel niet genegeerd worden. Sinds deze week moeten de voorstanders van een strikter begrotingsbeleid aantonen hoe ze landen niet alleen een economische maar ook een humanitaire crisis kunnen besparen. DS, 25-05-2013 (Jan-Frederik Abbeloos)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |