Bijna 33.000 Belgen kregen in 2011 een medisch voorschrift voor rilatine. Het gebruik van de ADHD-pil stijgt al jaren spectaculair, maar die curve lijkt stilaan af te vlakken. De laatste drie jaar waren er gemiddeld 2.000 nieuwe patiënten, nu minder dan 500.


Hopelijk is dit een kantelmoment. Op zich is er niets mis met de ADHD-pil, maar ze wordt niet op basis van objectieve criteria voorgeschreven
Geert Dom - Vereniging voor Psychiatrie
Vanaf 2004 wordt rilatine door het Riziv terugbetaald voor de behandeling van ADHD bij kinderen van 6 tot 17 jaar. Meteen het startschot voor de steile opmars van het pilletje. Om een idee te geven: tussen 2004 en 2007 steeg het gebruik van ADHD-medicatie met 387 procent. De voorbije drie jaar stegen de Riziv-uitgaven van 3,7 tot 6 miljoen euro.

Die spectaculaire toename is nu stevig aan het afzwakken. Vorig jaar steeg het aantal patiënten dat rilatine krijgt terugbetaald nog wel van 32.346 tot 32.812. Maar die toename, zowat 1,4 procent, is veel beperkter dan de voorbije jaren. Dat blijkt uit een antwoord van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) op een schriftelijke vraag van Valérie Warzée-Caverenne (MR).

"Hopelijk is dit een kantelmoment", zegt Geert Dom, voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie. "Op zich is er niets mis met de ADHD-pil. Bij een goed gediagnosticeerde ADHD is rilatine een belangrijk hulpmiddel bij de ontwikkeling van een kind. Maar het probleem rijst in de grijze zone." Ouders, scholen en artsen hebben snel de neiging om storend gedrag als een psychiatrisch probleem te bestempelen.

Sprekend zijn de grote verschillen tussen het noorden en het zuiden van het land. Vier op de vijf rilatinepillen worden voorgeschreven in Vlaanderen. "Aangezien er geen aanwijzing bestaat dat Vlamingen gevoeliger zijn voor ADHD, liggen culturele factoren en behandelmogelijkheden aan de basis. Rilatine wordt dus niet op basis van objectieve wetenschappelijke criteria voorgeschreven", aldus Dom.

De Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie pleit voor uniforme richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van ADHD, zoals in Groot-Brittannië en Nederland. Daarnaast wacht de sector nog steeds op een wettelijk kader voor de psychotherapie. "Psychosociale interventies zijn tijdsintensief en dus duur. Als we willen dat patiënten sneller voor een therapeutische aanpak kiezen, moet de kwaliteit daarvan gegarandeerd zijn", vindt Dom.

Op de vraag hoe ver het met dat wettelijk kader staat, benadrukt minister Onkelinx dat de onderhandelingen volop aan de gang zijn. "De psychosociale sector bestaat uit veel opleidingen, diploma's en beroepsbeoefenaars. Het is niet makkelijk om psychologen en psychiaters op één lijn te krijgen. Maar mijn doel is duidelijk: die erkenning moet er zijn voor het einde van mijn legislatuur."

In juni richtte Onkelinx naar eigen zeggen al een interdisciplinair platform over psychomedicatie op. "Daarin zetelen specialisten die zich over de huidige problematiek buigen. In 2013 hoop ik de eerste maatregelen te treffen op basis van hun adviezen", aldus de gezondheidsminister.

Bron: De Morgen 3/12/2012

Mening: Het aantal mensen die medicatie neemt voor ADHD stijgt nog steeds. Gelukkig is de stijging al minder groot dan vroeger, ze is dus aan het afzwakken. Zijn pillen voorschrijven altijd de oplossing? Het is makkelijk. Men geeft medicatie en het probleem is opgelost denken ze dan. Ik vind dat ze naar andere manieren moeten zoeken. De wetenschap kan vandaag de dag al zoveel. Het zoeken naar nieuwe methoden voor het verhelpen van ADHD is in mijn ogen een prioriteit. Stop met het volpompen van lichamen met allerlei chemische stoffen!