#1
|
|||
|
|||
ADHD is geen modetrend!
“ADHD is een verzinsel”, kopte het weekblad Knack eind augustus. Kinderpsychiaters zouden de diagnose te snel stellen op vraag van ouders die bedelen om een etiket voor hun kind. “Door deze aantijgingen worden kinderen en jongeren met ernstige leer- en gedragsproblemen dubbel geraakt. Ze krijgen het label ADHD omdat ze in grote moeilijkheden zitten, niet omgekeerd”, stellen prof. dr. Dieter Baeyens, prof. dr. Saskia van der Oord, Elien Segers, prof. dr. Marina Danckaerts, dr. Jurgen Lemiere, prof. dr. Nady Van Broeck, dr. Steven Stes en Dagmar van Liefferinge, ADHD-onderzoeksers binnen Associatie KU Leuven, verenigd in het consortium ADHDynamisch.
“Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) kwam de laatste maanden vaak in de media. Al te vaak trokken deze berichten het bestaan van ADHD in twijfel. Hoewel je dit kan opvatten als een – soms terechte – zorg voor een juiste diagnose van kinderen en jongeren met ADHD, viseren dergelijke berichten vaak ook ADHD-patiënten en hun omgeving. Die moeten zich daardoor nog extra verantwoorden. De symptomen en de moeilijkheden die kinderen en jongeren met ADHD er- varen zijn steeds het resultaat van een complex samenspel tussen een genetisch- biologische kwetsbaarheid en de omgeving waarin ze opgroeien. Zo kunnen risicofactoren zoals weinig structuur of ongezonde levensomstandigheden een gemiddelde genetisch-biologische kwetsbaarheid voor ADHD versterken. ADHD is geen verzinsel van hulpverleners of een ‘modetrend’. Het samenhangende patroon van aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit wordt immers al eeuwen uitgebreid beschreven. Pas in de loop van de jaren 80 van de vorige eeuw plakte men er de term ‘ADHD’ op. Studies tonen ook aan dat ADHD in alle culturen voorkomt, dus ook in gemeenschappen die onze prestatiegerichte levensstijl niet delen. De diagnose van ADHD verloopt bovendien volgens een rigoureus proces uitgevoerd door een multidisciplinair team, waaronder steeds een arts. Dit team stelt eerst vast of er voldoende symptomen van aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit zijn bij het kind of de jongere. Daarnaast vragen hulpverleners zich af hoe kinderen en jongeren hun klachten ervaren. Vooral het lijden en/of het moeilijk functioneren van het kind in zijn omgeving geeft de doorslag om een diagnose te stellen. Pas nadat beide vragen beantwoord zijn, kan je een behandeling op maat starten. Er niet in slagen voldoende aandachtig te zijn om de les te begrijpen (ook al ben je niet dom), herhaaldelijk falen en kritiek krijgen en leuke afspraken met vrienden steeds mislopen omdat je niet kan plannen, maakt kinderen met ADHD vaak moedeloos en verdrietig. Niet de omgeving lijdt hier het meest onder, wel het kind zelf. Open communicatie tussen de kinderen, hun ouders, de school en hulpverleners is dan ook essentieel om te begrijpen wat ADHD precies voor hen betekent. Leraren kunnen meer begrip en steun kweken bij klasgenoten, door info te verschaffen en tips te geven. Maar je hebt ook een geïntegreerde aanpak op schoolniveau nodig in de vorm van een sterk zorgbeleid, bijvoorbeeld door sensibilisering of vorming voor leraren, om het niveau van persoonlijke goodwill van leraren te overstijgen. Als de ouders het kind thuis goed begeleiden en goed communiceren met de school, is er ook al meer mogelijk. Pas wanneer iedereen begrijpt dat ADHD géén verzinsel is, kunnen we echte zorg en begeleiding uitwerken. We zeggen daarbij niet dat het makkelijk is om leerlingen met een stoornis in de klas te hebben. Het vraagt dubbel zoveel energie, maar je krijgt er vaak ook dubbel zoveel van terug.” Bron: Klasse, oktober 2012 Mening: Ik vind het erg dat sommige mensen ADHD bestempelen als een verzinsel. Het is belangrijk voor ons, leerkrachten, dat we voldoende achtergrond en kennis hebben over ADHD zodat we hiermee rekening kunnen houden bij onze lessen. Net zoals in het artikel aangehaald wordt, is het belangrijk dat ook medeleerlingen weet hebben van symptomen en kenmerken van ADHD. Vaak gaan ze kinderen met ADHD anders bekijken terwijl deze kinderen hier niet aan kunnen doen. Als leerlingen weten waarom de leerling soms ‘raar’ doet, gaan ze dit ook begrijpen en kunnen ook zij hier rekening mee houden. Zelf heb ik ervaring gehad met een ADHD-leerling in de klas. Het was de eerste keer dat een leerling ADHD had en het was toch even schrikken van hoe hij zich gedroeg. Natuurlijk krijgen we tijdens de lessen PDV een theoretische achtergrond van ADHD maar hiermee omgaan in de praktijk is toch aanpassen. Een belangrijk element bij het omgaan met de ADHD-leerling op school is een goed contact met de ouders. Loopt dit vlot, zal de school ook weten welke begeleiding de leerling thuis krijgt en kunnen ze de begeleiding op school hierbij laten aansluiten. |