|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
De belangrijkste zaak van de wereld
De belangrijkste zaak van de wereld
Met deze speech riep de feministische en andersglobalistische schrijfster Naomi Klein deze week de actievoerders van Occupy Wall Street op om de strijd voort te zetten. ‘Deze keer mag onze beweging zich niet laten afleiden en verdelen, uitputten of laten wegdrukken. Deze keer moet het ons lukken.' Als mensen in paniek raken en radeloos zijn en als niemand meer lijkt te weten wat er moet gebeuren, dan breekt voor de rijken de tijd aan om hun verlanglijstje van bedrijfsvriendelijke maatregelen door te drukken: het onderwijs en de sociale zekerheid privatiseren, het mes zetten in de openbare diensten, de laatste beperkingen op de macht van de bedrijven wegnemen. In deze economische crisis gebeurt dat overal ter wereld. De enige groep van mensen die daar iets tegen kan doen, is gelukkig heel groot: de zogenoemde ‘99 procent'. Het gaat om die 99 procentvan de Amerikaanse bevolking die te lijden heeft gehad van de economische crisis, die hard moet werken en eerlijk geld probeert te verdienen. Die mensen zetten zich af tegen die één procent die profiteert van de ellende: bankiers, politici en malafide geldwolven. En die 99 procent komt nu de straat op en zegt: ‘Nee. Wij gaan jullie crisis niet betalen.' Diezelfde slagzin ontstond in Italië, in 2008. Ze vond weerklank in Griekenland, Frankrijk en Ierland, en eindelijk bereikte ze Wall Street, die ene vierkante mijl waar de crisis begon. ‘Waarom protesteren ze?' vragen de verbijsterde experts op de tv zich af. Maar intussen stelt de rest van de wereld een andere vraag: ‘Waarom hebben jullie zo lang gewacht? We vonden al dat het lang duurde. Welkom.' Wortel schieten Veel mensen hebben Occupy Wall Street, de groep van manifestanten in Wall Street die zich keren tegen de macht van banken en bedrijven en de in hun ogen falende volksvertegenwoordiging, vergeleken met de protestbeweging tegen de mondialisering die in 1999 in Seattle de aandacht van de wereld trok. Dat was de laatste keer dat een wereldwijde, door de jeugd aangevoerde, gedecentraliseerde beweging de macht van de bedrijven rechtstreeks onder vuur nam. Ik ben trots dat ik zelf een deel was van wat wij ‘de beweging van de bewegingen' noemden. Maar er zijn ook grote verschillen. Wij kozen bijvoorbeeld topontmoetingen als doelwit: de Wereldhandelsorganisatie, het Internationaal Muntfonds, de G8. Topontmoetingen zijn van nature voorbijgaand, ze duren maar een week. Dat maakte ook ons voorbijgaand. We verschenen, kwamen in het nieuws en verdwenen weer. En in de furie van hyperpatriottisme en militarisme na de aanslagen van 9/11 was het makkelijk om ons volledig uit te wissen, zeker in Noord-Amerika. Maar Occupy Wall Street heeft een vast doelwit gekozen. In Wall Street kun je namelijk blijven. Dat is slim. Alleen als je kunt blijven, kun je wortel schieten. Dat is cruciaal. Het staat vast dat in het informatietijdperk te veel bewegingen als mooie bloemen opbloeien, maar snel weer sterven. Dat komt doordat ze geen wortels hebben. En ze hebben geen plannen op lange termijn voor hun eigen voortbestaan. Als het dan gaat stormen, worden ze weggespoeld. Een horizontale en diep democratische organisatie is prachtig. Maar die principes zijn helemaal compatibel met de zware taak om structuren en instellingen uit te bouwen die sterk genoeg zijn om de moeilijke tijden die ons te wachten staan, aan te kunnen. Ik heb er het volste vertrouwen in dat dat zal lukken. Deze beweging doet nog iets anders goed. Jullie hebben voor geweldloosheid gekozen. Jullie hebben geweigerd om de media de beelden van gebroken ruiten en straatgevechten te geven waar ze zo tuk op zijn. En door die enorme discipline was het keer op keer de schandelijke, niet uitgelokte brutaliteit van de politie die de voorpagina's en de journaals heeft gehaald. En intussen blijft de steun voor deze beweging almaar groeien. De wereld op zijn kop Maar het grootste verschil met 1999 is dat het kapitalisme dat wij toen viseerden op het hoogtepunt van een krankzinnige economische boom stond. De werkloosheid was laag, de aandelenportefeuilles puilden uit. De media brachten smakelijke verhalen over gemakkelijk geld en iedereen had de mond vol over start-ups, niet over faillissementen. Wij waarschuwden dat de deregulering achter die koortsachtige activiteit een tol eiste. Ze ondermijnde de arbeidsnormen. Ze ondermijnde de milieunormen. Grote ondernemingen werden machtiger dan regeringen, en dat ondermijnde onze democratie. Maar om eerlijk te zijn, in die tijd van welvaart viel het niet mee om een op hebzucht gebaseerd economisch systeem aan te vallen, zeker niet in de rijke landen. Tien jaar later lijken er geen rijke landen meer te zijn. Alleen maar een heleboel rijke mensen. Mensen die rijk geworden zijn door de welvaart van ons allen te plunderen en natuurlijke hulpbronnen overal ter wereld uit te putten. Het punt is dat iedereen vandaag kan zien dat het systeem ontzettend onrechtvaardig is. Dat het op hol geslagen is. Tomeloze hebzucht heeft de wereldeconomie kapotgemaakt. En dat doet ze ook met de natuur. Wij overbevissen onze oceanen, vervuilen ons water met gaswinning uit steenkoollagen en diepzeeboringen, en laten de smerigste vormen van energie los op de planeet, zoals de oliewinning uit de teerzanden van Alberta (Canada). De atmosfeer kan de hoeveelheid koolstof die we produceren niet verwerken, zodat ze gevaarlijk opwarmt. Seriële economische en ecologische rampen zijn de nieuwe norm. Dat zijn de feiten. Ze zijn zo duidelijk, zo evident dat het veel gemakkelijker is dan in 1999 om ze door het publiek te laten aanvaarden en de beweging snel te laten groeien. We weten of voelen allemaal dat deze wereld op zijn kop staat. Wij gedragen ons alsof er geen einde komt aan wat in werkelijkheid eindig is – de fossiele brandstoffen en het vermogen van de atmosfeer om hun uitstoot op te slorpen. En we gedragen ons alsof er onveranderlijke limieten zijn aan wat in werkelijkheid overvloedig voorradig is: de financiële middelen om het soort van samenleving te bouwen dat we nodig hebben. Het is de taak van onze tijd om dat te veranderen. We moeten laten zien dat het geld er is. We moeten volhouden dat wij ons een fatsoenlijke, inclusieve samenleving kunnen veroorloven, met respect voor de echte grenzen aan wat de wereld aankan. De klimaatverandering geeft ons weinig tijd. Deze keer mag onze beweging zich niet laten afleiden en verdelen, uitputten of laten wegdrukken door de gebeurtenissen. Deze keer moet het ons lukken. En ik heb het dan niet over de regels voor de banken en belastingverhogingen voor de rijken, ook al zijn die dingen belangrijk. Wel over de verandering van de onderliggende waarden van onze maatschappij. Dat kun je moeilijk in een enkele mediavriendelijke eis samenvatten. Je kunt het ook moeilijk realiseren. Maar die moeilijkheid maakt het niet minder dringend. Dat is wat ik op dit plein zie gebeuren. Ik zie het aan de manier waarop jullie elkaar te eten geven, elkaar warm houden, informatie delen, medische zorgen geven, meditatielessen organiseren, leren hoe je opkomt voor jezelf. Mijn favoriete bord zegt: ‘Ik geef om jou.' In een cultuur die mensen leert om elkaars blik te ontwijken, en te zeggen ‘laat ze sterven', is dat een heel radicale boodschap. Wij hebben de strijd aangebonden met de sterkste economische en politieke machten van de planeet. Dat is angstaanjagend. En naarmate deze beweging sterker wordt, zal het angstaanjagender worden. Besef altijd dat er een verleiding zal zijn om kleinere doelwitten te kiezen, bijvoorbeeld de mens naast jou. Geef niet toe aan die verleiding. Laten we elkaar deze keer behandelen alsof we van plan zijn om vele, vele jaren zij aan zij te vechten. Want de taak die ons wacht, zal niets anders eisen. Laten we doen alsof deze prachtige beweging de belangrijkste zaak van de wereld is. Want dat is ze. Echt waar. DS, 15-10-2011 (Naomi Klein)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |