|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Wanneer journalistiek bestraft wordt
Wanneer journalistiek bestraft wordt
De VRT-nieuwsredactie pikt haar verbanning uit het proces-Janssen niet en dient de assisenvoorzitter van antwoord. Laten we bij het begin beginnen. De VRT heeft zeer veel inhoudelijke informatie over het onderzoek-Ronald Janssen en ook enkele foto's die met het onderzoek te maken hebben. We hebben die foto's en die informatie al een tijd. Ze zijn het resultaat van nauwgezet en doorgedreven werk van onze cel Misdaadverslaggeving. We hadden probleemloos weken geleden nieuwe informatie kunnen publiceren. Waarom we niet eerder gepubliceerd hebben? Precies uit respect voor de rechtsgang en om zeker geen opstootjes te creëren tijdens het proces, hebben we gewacht tot de foto's op het proces zelf, op een publieke zitting, aan bod kwamen. Elke Belg had de trein kunnen nemen naar Tongeren om precies dezelfde foto's te zien en dezelfde informatie te horen. De voorzitter heeft besloten dat de zittingen publiek zouden blijven en niet achter gesloten deuren zouden plaatsvinden. Verder hebben we onze informatie en foto's uiterst sereen gebruikt. Foto's van slachtoffers zullen we nooit publiceren en ook over de andere foto's hebt u ons niet horen roepen ‘primeur' of ‘exclusief materiaal'. Over die aanpak is wekenlang overlegd tussen hoofdredactie, deontologische adviesraad en de cel Misdaadverslaggeving. Het resultaat was deze zeer voorzichtige en verantwoordelijke opstelling. Het is volslagen onbegrijpelijk dat we daarvoor nu worden bestraft, terwijl we gewoon ons (journalistieke) werk doen. De voorzitter van het hof van assisen beschuldigt ons ervan dat we voor onze informatie en onze foto's betaald hebben. Dat zijn lasterlijke en ‘eerrovende' aantijgingen. Het is niet de normale rechtsgang dat een assisenvoorzitter tijdens een publieke zitting volstrekt loze beschuldigingen uit, zeker niet tegenover mensen die niet in staat zijn om zich tijdens die zitting te verdedigen. Betalen voor informatie is deontologisch erg precair en we hebben dat ook ‘ab-so-luut' niet gedaan. Zo staat dat in onze deontologische code en daar houden we ons aan. Van een rechter verwacht je een oordeel op grond van bewijzen en geen insinuaties of ongegronde verwijten. Nu de kern van de zaak. We zouden onze collega's en vooral u, lezer, toch willen vragen om even goed na te denken over wat hier gebeurt. Onze journalisten worden uit de rechtszaal gezet, niet omdat ze iets gedaan zouden hebben in de zaal, wat begrijpelijk zou kunnen zijn. Maar om wat ze gedaan hebben buiten de zaal. Ze worden gestraft voor iets wat ze gepubliceerd hebben en omdat ze hun werk deden. Daarmee eigent de assisenvoorzitter zich het recht toe te beoordelen wat de media mogen publiceren; media die zaken publiceren die de voorzitter niet aanstaan, verliezen als straf hun accreditatie. De voorzitter gaat daarmee ook juridisch zijn boekje danig te buiten. Hij is verantwoordelijk voor de orde in de zaal en kan wat dat betreft optreden. Maar het komt hem niet toe om publicaties te beoordelen. Wij hebben die foto's op een journalistiek correcte manier verkregen en hebben het recht ze te gebruiken. Waar ze vandaan komen, valt onder de wet op het bronnengeheim, die journalisten het recht en zelfs de plicht geeft vertrouwelijke bronnen te beschermen. Dat betekent niet dat journalisten maar hun gang kunnen gaan. Er is de privacywetgeving, er is de wetgeving over laster en eerroof, er zijn persmisdrijven, er is het toezicht door de Raad voor de Journalistiek en we kunnen ook publiekelijk aan de schandpaal worden gezet als onze informatie niet klopt. (Maar ze klopt dus wel.) Er zijn meer dan genoeg middelen om op te treden tegen media die hun boekje te buiten gaan. Wat onaanvaardbaar is, is dat een assisenvoorzitter zichzelf uitroept tot jury over wat media wel en niet mogen publiceren en daar sancties aan koppelt. Als de media en de samenleving dit aanvaarden, kan straks elke rechtbankvoorzitter de accreditaties aanwenden als machtsmiddel om de berichtgeving over zijn proces te sturen. Zullen we straks nog uit een onderzoekdossier mogen citeren om te bewijzen dat de speurders kansen lieten liggen tijdens het onderzoek? Media hebben nu eenmaal af en toe toegang tot documenten waarvan de gerechtelijke wereld vindt dat we ze niet mogen hebben. Maar het komt een assisenvoorzitter van een lopend proces niet toe om publicatieverboden op te leggen of sancties daarover uit te spreken. Iedereen moet goed nadenken over het precedent dat hier geschapen wordt. Het onbegrijpelijkste blijft dat we net in deze zaak erg goed hebben nagedacht over hoe we ethisch met onze informatie konden omgaan. Wachten tot alles aan bod kwam op de publieke zittingen, is echt niet evident in een medialandschap waar snelheid nu eenmaal enorm veel belang heeft. Toch hebben we dat uit eigen beweging gedaan. Als verantwoordelijk gedrag wordt afgestraft, zou ook de juridische wereld zich ernstige vragen mogen stellen. Wim Willems en Kris Hoflack, hoofdredacteurs VRT-nieuws; Emmanuel Rottey, coördinator VRT-nieuws; Björn Soenens, chef tv-journaal; Tim Pauwels, voorzitter deontologische adviesraad; Marc Lamot, voorzitter redactieraad. DS, 01-10-2011
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#2
|
||||
|
||||
Recht naast zijn schoenen
Recht naast zijn schoenen
Tom Naegels Mediarel twee van het proces-Janssen: uitgerekend die nette VRT in de hoek, omdat ze foto's uit het strafdossier hebben getoond. En alweer stroomt Brussel niet vol met boze Belgen die stampvoetend hun recht op informatie opeisen. Ik heb het al gezegd: ik hou daar niet van, hoe journalisten ieder aspect van hun werk, tot de praktische organisatie ervan toe - is er genoeg plaats in de rechtszaal, kunnen we voldoende beelden schieten? - verbonden achten met de grote democratische principes. Mij doet het denken aan een automobilist die op wegwerkzaamheden stuit, moet omrijden en uitzinnig tegen een agent begint te tieren over het vrij verkeer van personen in de Schengenzone. Hoor die VRT nu: 'Dat men op deze manier journalisten verhindert om hun job te doen, schept een gevaarlijk precedent voor de toekomst.' Serieus: op welke manier is het gevaarlijk als er geen beelden van een huiszoeking meer kunnen worden getoond? Laat ik eens twee ongemakkelijke waarheden uitspreken. Eén: het maatschappelijke belang van een assisenverslag is klein. Het draagt geen kennis over die wij, burgers van dit land die niet persoonlijk betrokken zijn, nodig hebben om geïnformeerd, geëmancipeerd en kritisch aan de samenleving deel te nemen. Assisenverslagen passen in de categorie 'boeiend om te lezen'. Daar is niets mis mee, maar het is goed om dat te beseffen, voor je met 'ons recht!' en 'gevaarlijk precedent!' gaat pronken. Twee. Wij, burgers van dit land die niet persoonlijk et cetera, hebben zeker een belang in dit proces. Wij hebben er dan ook vertegenwoordigers: het openbaar ministerie en, op een andere manier, de volksjury. Media voegen daar niets wezenlijks aan toe. Zij vergroten de openbaarheid van de rechtsgang, maar die is ook gegarandeerd zonder hen: de deuren staan open, iedereen mag binnen. Het enige verschil is dat er in plaats van honderd, plots een paar miljoen mensen meekijken. Het is precies het dwingende effect van die massale aandacht, en het gevoel dat die mensen voortdurend over hun eigen grenzen duwt, waar zo vaak tegen wordt gerebelleerd - en niet alleen door 'justitie'. Een van de artikels die ik deze week heb uitgeknipt ging over Guillaume Van der Stighelen, weduwvader van een ongelukkig gevallen zoon, die mee het initiatief nam voor een kaartje met 'tips voor omgang met de pers' dat de politie zal uitdelen aan slachtoffers van een mediageniek ongeval of misdrijf. 'Hun wordt aangeraden om eventueel een woordvoerder aan te wijzen', lees ik. Wat zegt dat, als mensen die net een kind hebben verloren, een woordvoerder moeten aanstellen? 'Een Facebookaccount van een familielid kan worden verwijderd, zodat journalisten die niet als bron kunnen gebruiken.' O ja, dat gebeurt wel vaker. Beetje onkies, maar hé: vrijheid van nieuwsgaring, nietwaar? Zulke zaken komen zelden aan bod, als het gaat over al die precieuze rechten. Het is ook moeilijk om een platform te vinden waar je erover in gesprek zou kunnen gaan. Dat komt doordat mediamensen compartimenteren. Ze zeggen: 'Dat waren wij niet, die Facebook.' Of ze zeggen: 'Onze foto's waren toch onschuldig?' Terwijl het niet over individuele, van elkaar losstaande kwesties gaat. Het gaat om het gecumuleerde effect van die tientallen journo's op een kluit, van lokale en nationale media, van dag-, week- en maandbladen, van websites en radiozenders, van het nieuws en van de duidingsprogramma's, die bloednerveus naar elkaar zitten te staren of een ander niet nét wat minder schroom aan de dag heeft gelegd, en daardoor toch dat ene interview of beeld heeft losgepeuterd waar zij zelf op hadden gehoopt. Het gaat erom niet één keer te moeten zeggen dat je geen interview wilt, maar tien, vijftien keer, en de volgende week nog eens, en een maand later opnieuw, stel dat je van gedachten veranderd was. Het gaat erom dat als de VRT vandaag onschuldige foto's uit het strafdossier toont, een ander straks de minder onschuldige naar buiten brengt. 'Als de openbare omroep dat mag...' Noem het, welja, een gevaarlijk precedent. Zelf zie ik de vele demarches tegenover de media tijdens dit proces in dat licht: als het opnieuw bevechten van de autonomie van slachtoffers, nabestaanden, daders en de procesgang zelf op een pers die zichzelf steeds meer toe-eigent en zich elke keer weer met weids vertoon beroept op het récht om dat te doen. DS, 01-10-2011
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |