#1
|
||||
|
||||
Co-ouderschap sterk in opkomst
Co-ouderschap sterk in opkomst
Eén op de vijf kinderen woont na een echtscheiding de helft van de tijd bij hun vader en de helft bij hun moeder. Tien jaar geleden was dat nog één op de twintig. Dat blijkt uit onderzoek van scheidingsexpert Ed Spruijt, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Spruijt ondervroeg voor het ’Handboek scheiden en de kinderen’, dat in september verschijnt, gedurende vier jaar zo’n 4400 kinderen van meer dan zestig scholen. Het aantal ex-partners dat voor co-ouderschap kiest, stijgt in rap tempo, concludeert hij. In 2006 woonde 16 procent van de scheidingskinderen beurtelings bij vader en moeder, vorig jaar 21 procent. Co-ouderschap na een echtscheiding betekent dat kinderen hun tijd ongeveer gelijk over twee huizen verdelen. Ze wonen drie dagen bij de ene en vier dagen bij de andere ouder, of zijn de ene week bij vader en de andere bij moeder. Nog altijd blijven de meeste kinderen (72 procent) na een scheiding bij hun moeder. 7 procent woont bij vader. Volgens Spruijt is een wetswijziging uit 1998 de belangrijkste oorzaak van de toenemende populariteit van het co-ouderschap. Sindsdien blijft het ouderlijk gezag van beide ouders na een echtscheiding bestaan. „Daardoor zijn vaders zich actief gaan opstellen.” Advocaat Anke Mulder, voorzitter van de Vereniging van familierechtadvocaten en scheidingsmediators, heeft nog een verklaring: „Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardiger geworden op het gebied van werk. Gedurende het huwelijk delen zij de zorg voor de kinderen. Dan is het logisch dat zich dat na de scheiding voortzet.” Met ’co-ouderkinderen’ gaat het volgens Spruijt ongeveer even goed als met kinderen die bij hun moeder wonen. Ex’en die voor co-ouderschap kiezen, maakten relatief weinig ruzie voor de scheiding en hebben daarna een goede verstandhouding. Dat is gunstig voor kinderen, zegt Spruijt: „Geruzie na de scheiding is voor hen schadelijk.” Nadeel van de goede relatie tussen ex-partners is wel dat veel kinderen een ’herenigingswens’ blijven koesteren. Spruijt: „Kinderen gaan denken: kunnen ze voor míj dan niet weer samen gaan wonen?” © Trouw, 07-04-2010
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#2
|
|||
|
|||
Ik vind een stijging van het co-ouderschap positief.
Mijn ouders zijn niet gescheiden, maar ik zou denken dat het voor kinderen toch beter is om een even goed contact te hebben met de mama als met de papa. Co-ouderschap moet natuurlijk wel haalbaar zijn want het zou kunnen dat één van de partners te ver weg woont of dat het onmogelijk is door het werk of ... Dat de ouders in deze gevallen ook beter overeenkomen kan alleen maar positief zijn voor het kind. Ouders die ruzie maken is nu eenmaal niet leuk. Het probleem met de herenigingswens kan eventueel 'opgelost' worden door een goed gesprek te hebben met het kind, maar ik denk dat elk kind ergens altijd wel zal blijven hopen op een hereniging van de ouders. |
#3
|
|||
|
|||
Dit is zeker een goede zaak. Kinderen hebben de liefde van 2 ouders nodig, indien dit mogelijk is. Ouders krijgen kindjes uit liefde, dus waarom van deze kinderen een speelbal maken als het tussen hen als personen niet meer lukt? De kinderen zijn immers het levende bewijs dat ze elkaar ooit heel graag gezien hebben.
Het is dan ook in het belang van de kinderen dat co-ouderschap in de nodige rust en vrede plaatsvindt. Als de ouders steeds ruzie maken bij de 'wekelijkse wissel' is dat noch in het voordeel van het kind, noch in het voordeel van de ouders. |
#4
|
|||
|
|||
Ik ben volledig akkoord met wat Sarina en Tinne zeggen. Kinderen hebben in hun ontwikkeling nood aan een moeder en vaderfiguur waar ze naar kunnen opkijken en waar ze altijd bij terecht kunnen voor vragen en dergelijke.
Ik vind ook dat beide ouders beide evenveel recht hebben om hun kind te zien. Vaak hoor je dat er bij een gerechtelijke beslissing, partij wordt getrokken voor de moeder. Dit is niet correct. Wél moet er rekening mee gehouden worden moest een van de ouders een drank-, drugs-,... of ander probleem heeft. Het kind kan dan niet in een optimale omgeving ontwikkelen wat ook zijn gevolgen voor deze ontwikkeling zal hebben. Indien dit niet zo is, vind ik persoonlijk dat de ouders maar zo volwassen moeten zijn om ieders hun deel af te staan. Het kind is van beiden, niet iets meer van de ene dan van de andere. |