|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Kerstessay: Tot de vierde macht (4)
Tot de vierde macht (4): Naar echt nieuwe media
Kritiek geven is gemakkelijk, of zo lijkt het soms. Maar slaagt GEERT BUELENS er ook in om haalbare en efficiënte oplossingen te suggereren voor de problemen bij de media? De afgelopen drie dagen voorzag hij een aantal structurele wantoestanden van commentaar, in dit slotdeel doet hij een gooi naar structurele verbeteringen: 'Als de media kritiek op zichzelf toelaten, gaan ze makkelijker ernstig genomen worden.' 'Wat informatie lijkt of pretendeert te zijn, maakt de burger alleen onbekwaam om te oordelen', schreef Arnon Grunberg laatst (DS 5 december 2009) en specialisten in binnen- en buitenland ondersteunen deze uitspraak met cijfers en statistieken. In een democratie die deze naam nog waardig wil zijn, is dat een alarmerende vaststelling. De vrije media bestaan immers enkel om die burger zodanig te informeren dat hij of zij wél in staat is om te oordelen. Een grondige hervorming van de relatie tussen politiek en media dringt zich bijgevolg onafwendbaar op. De situatie is uiteraard te complex, de manier van werken te ingebakken en de financiële belangen zijn te groot om aan deze situatie iets te kunnen veranderen door een simpel wilsbesluit. Ook hopen op een mentaliteitswijziging is even naïef als te geloven dat de mens zich zal ontwikkelen tot een vredelievend wezen dat alleen maar het goede zal doen. Dat betekent echter niet dat we machteloos moeten zitten toekijken. Vaak klagen politici erover dat ze nog maar erg weinig macht hebben op terreinen die maatschappelijk van belang zijn. Hier is hun grote kans beslissingen te nemen die er echt toe doen. Voer een echt debat over de toekomst van de VRT De openbare omroep vormt de sleutel tot veel kwesties. De VRT heeft immers de uitdrukkelijke opdracht om de publieke zaak te dienen. In de huidige constellatie doet zeker de nieuwsdienst dat onvoldoende. De discussie over hoe groot, breed of 'vet' de VRT in de toekomst nog kan zijn, is wezenlijk. Een al te afgeslankte omroep dreigt haar democratische draagvlak te verliezen (wie wil er blijven betalen voor een gettozender?). Een te sterke omroep, daarentegen, vormt een bedreiging voor de pluriformiteit van het medialandschap. Concrete vragen dringen zich op. Moet de openbare omroep volledig reclamevrij worden, ook op de vele VRT-websites (de andere media overleven makkelijker als zij die advertentiemiddelen kunnen binnenhalen)? Mag de VRT een zo stevig uitgebouwde nieuwssite hebben? Op termijn kan kwalitatieve nieuwsgaring enkel rendabel blijven wanneer er ook op het internet voor betaald wordt. De kranten en magazines zullen echter weinig mensen kunnen overtuigen dat ook te doen wanneer die mensen intussen gratis terecht kunnen op de site van de omroep en de gigantische hoeveelheid informatie die daar in de vorm van filmpjes, berichten, commentaren en blogs is terug te vinden. De VRT-site betalend maken druist dan weer in tegen het publieke karakter van de omroep. Van dat principe zou voor één keer afgeweken kunnen worden, maar dat kan uiteraard enkel wanneer deze maatregel deel uitmaakt van een groot hervormingspakket dat ook de commerciële media voor hun democratische verantwoordelijkheid plaatst. In Nederland en Groot-Brittannië wordt hierover op het publieke forum volop gediscussieerd. Bij ons enkel in de technische beslotenheid van de mediacommissie van het Vlaams Parlement. Een breder debat is nodig, al ligt de eindbeslissing uiteraard bij de politiek. Hoe dan wel Naar aanleiding van het ongecontroleerde Belga-bericht over de dood van Fabiola pleitte VUB-prof Caroline Pauwels voor het herstel van ouderwets journalistiek vakmanschap (DM 20 november 2009). Dat was geen loze kreet. Hoe zou je willen dat het publiek je ernstig neemt als je zelf zoveel ostentatieve fouten maakt? Dat gaat van eindeloze reeksen eindredactieslordigheden tot het afdrukken van berichten die niet gecheckt zijn. Deze gouden regel van de journalistiek moet zonder uitzondering opnieuw gehanteerd worden. Uit Brits onderzoek bleek dat op een willekeurig gekozen nieuwsdag het agentschap News Interactive maar liefst zestig verhalen de wereld had ingestuurd die niet waren geverifieerd. Terwijl buitenlandse kwaliteitskranten opvallen door hun geringe omvang, worden ze bij ons alleen maar dikker. Ook op radio en tv staan kwaliteit en kwantiteit steeds meer op gespannen voet: elke verkiezing of opening van het politieke jaar geeft aanleiding tot een explosie aan aandacht die niet in verhouding staat tot het werkelijke belang van het gebeuren. Nu er overal bespaard moet worden, lijkt de remedie simpel: minder, maar beter. Waarmee dan ook meteen gestopt kan worden: die dure en niettemin onbetrouwbare opiniepeilingen. Het is door specialisten al vaak geschreven: het gros van wat wordt opgevoerd als 'de mening van de Vlaming/Belg' is op weinig meer gebaseerd dan lucht. De vragen zijn te sturend, de ondervraagde groep niet representatief. Dit geldt voor veel reguliere polls, maar uiteraard nog flagranter voor de internetbevragingen die nu als feit worden ingezet. Ze zijn methodologisch volstrekt beneden de maat en vervuilen het debat. De media zouden hiermee zelf kunnen ophouden, maar omwille van de concurrentie gaan ze dat niet doen. Daarom moet de overheid het opleggen: wie op een of andere manier staatsteun ontvangt (en dat doen ze nagenoeg allemaal, in de vorm van lagere posttarieven, opleidingsgelden enzovoort) mag enkel nog wetenschappelijk verantwoorde peilingen brengen. Op die manier heeft de overheid nog wel enkele sleutels in handen. Elchardus suggereerde het al in 2002: werp een dam op tegen de verdere commercialisering van de journalistiek 'door een verbod om het inkomen van redacteurs en journalisten te koppelen aan de oplage of het succes van hun medium'. Want ook dit bleek uit onderzoek: zodra er persoonlijk financieel gewin in het vooruitzicht wordt gesteld, zijn journalisten veelal niet meer in staat om te weerstaan aan de verleiding sensatie belangrijker te gaan vinden dan relevantie. Hanteer andere kwantitatieve criteria Het was een fatale fout van de Vlaamse overheid om in de beheersovereenkomst met de openbare omroep vast te leggen hoeveel kijkers het VRT-journaal moest halen. Daarmee is de deur wijd opengezet voor de hier besproken tendenzen. Dat betekent echter geenszins dat kwantitatieve regels altijd onzin zijn. Meer nog, in sommige gevallen bieden ze wellicht de oplossing voor bestaande problemen. Zo zou je de dotatie van de omroep mee kunnen laten afhangen van de score van de VRT-nieuwsdienst in de Vertrouwensbarometer. Ook de steun aan commerciële media kan van dit criterium afhankelijk worden gemaakt. Het huidige protocol over overheidssteun aan de geschreven pers stelt dat buitenlandberichtgeving een 'belangrijk onderdeel' moet vormen van de opleidingstrajecten die mee door de overheid worden gefinancierd. Om een verschil te maken, moet dit veel strenger: financiële steun kan enkel indien een opgelegd percentage buitenlandnieuws wordt gehaald. Door deze regels op te leggen aan iedereen, kan er geen concurrentievervalsing optreden. Nieuws dat engageert Internationaal onderzoek is eensluidend: enkel media die de lezer erbij betrekken maken een kans om te overleven in een klimaat waarin jongeren er in immer afnemende mate automatisch toe komen het nieuws te volgen. De begrijpelijke kritiek op het vaak hatelijke karakter van veel nieuwsfora is in dat opzicht naast de kwestie. Zolang lezers de moeite doen om in te loggen en te reageren zijn ze 'tuned in', tonen ze betrokkenheid. Organisaties als Indymedia verwachten vooral heil van de burgerjournalistiek. Accidenteel kan er op die manier zeker een relevante bijdrage worden geleverd, maar voor diepgravend onderzoek zullen toch altijd professionals nodig zijn. Zij zullen zich dan echter veel meer dan vandaag moeten openstellen. Dat kan onder meer door komaf maken met de kliekjesgeest in de media. De opinievorming gebeurt al te vaak door columnisten en analisten met een gelijkaardige sociologische achtergrond. Concreet: blank, hooggeschoold, min of meer seculier, min of meer sociaal-democratisch, min of meer behorend tot de hogere middenklasse. (Voor alle duidelijkheid: ik heb het hier ook over mezelf.) Een ideale manier om dit gamma aan stemmen uit te breiden en tegelijkertijd een nieuwe generatie lezers te engageren, werd afgelopen najaar met succes uitgeprobeerd door The Washington Post. Naar analogie met reality-tv-programma's als America's Next Top Model organiseerde de opinieredactie van de krant een wedstrijd om 'America's Next Pundit' te worden, de nieuwe Carl Devos of Marc Reynebeau, zeg maar. Het genereerde nieuwe opiniemakers die zo goed zijn dat het onbegrijpelijk lijkt dat ze nooit eerder opvielen. De reden ligt nochtans voor de hand: de media vormen een tamelijk gesloten wereld. Dat verklaart meteen ook waarom ze sommige maatschappelijke fenomenen en spanningen even laat opmerken als gevestigde politieke partijen. Leg verantwoording af Het ongekende commerciële succes van het eerder genoemde boek van Joris Luyendijk maar ook dat van Jon Stewarts Daily Show in de VS kan onder meer verklaard worden door een gezonde vorm van voyeurisme: ze bieden een kijkje achter de schermen en leggen de werking van de media uit (zoals Argus vroeger en tot op zekere hoogte ook programma's als Het huis van wantrouwen en Alles kan beter). Vooral op jongeren oefent dit een grote aantrekkingskracht uit. Hun wereld bestaat in hoge mate uit media. Net omdat ze weten hoezeer die manipuleren en gemanipuleerd worden, haken veel jongeren af als nieuwsconsument. De relativiteit van een bron of bericht tonen, is in die gewijzigde context geen zwaktebod, maar een blijk van sterkte. Alle Vlaamse redacties zouden ook een ombudsman moeten hebben waar lezers meteen terecht kunnen met klachten. Als de media kritiek op zichzelf toelaten, gaan ze makkelijker ernstig genomen worden in een samenleving die van alle andere sectoren eist dat ze zich verantwoorden. Verantwoording afleggen hoeft niet in de vorm van saaie rapporten op websites, maar kan in een informatiebalk op het scherm of in de marge. En het kan vooral ook met humor. Zoals in de Nederlandse krant De Pers. Onderaan hun beursrubriek staat de waarschuwing dat elk advies relatief is en al helemaal aangezien het afgedrukt staat in een krant waarvan de hoofdredacteur zijn geld had belegd bij een IJslandse bank. Grenzen aan de concurrentie Uit onderzoek blijkt dat media ten prooi vallen aan sensatiezucht in een concurrentieel klimaat waarin een van de spelers uit geldzucht de lat bewust laat zakken. Dat is wellicht ook de reden waarom regionale zenders en nichezenders als Kanaal Z weerstand kunnen bieden aan deze tendens: zij hebben geen rechtstreekse concurrent. De politieke interviews en debatten zijn er bijna zonder uitzondering van een veel hoger niveau. Het VRT-journaal moet zichzelf als norm kunnen beschouwen, zonder de hete adem van VTM in de nek. Om dezelfde reden zou je hopen dat er tenminste één krantenbaas uit de rat race stapt en weer gewoon gaat doen waarvan het gros van zijn journalisten eigenlijk droomt: de best mogelijke krant en website maken. Nooit meer terug naar vroeger Mediabonzen die zich vandaag in de beste der werelden wanen, houden critici het schrikbeeld van de oude, publieksvijandige of verzuilde media voor. Dat die tijd terugkomt is echter even onwaarschijnlijk als de terugkeer van de PTT. Wie vandaag in de media begint te werken heeft die tijd niet meer meegemaakt, en ook de dertigers en veertigers weten dat in alle geledingen publieksbereik - binnen de mogelijkheden van de sector in kwestie - een cruciale factor is. (Dat is op de universiteiten net zo - inschrijvingscijfers voor cursussen spelen daar evenzeer een rol als kijkcijfers in de media.) Maar net zoals de meeste mensen in de nadagen van de autocratische BRT inzagen dat dit systeem zichzelf overleefd had, zo rijpt ook vandaag het besef dat de commerciële logica en het bloedhondengedrag van het huidige bestel eigenlijk niet langer kunnen. Net omdat onze media cruciaal zijn voor de werking van de democratie, moeten ze veranderen. Ofwel veranderen ze zichzelf, ofwel grijpt de overheid in. Uitstel staat gelijk aan nalatigheid. Geert Buelens is schrijver, DS-columnist en hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht. DS, 31-12-2009
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door Barst : 20th September 2015 om 22:31. |