#1
|
||||
|
||||
Opeens gaat de opwarming hard
Opeens gaat de opwarming hard
James Hansen, klimaatwetenschapper van het eerste uur, is bang dat de opwarming van de aarde onvoldoende wordt aangepakt. „Als er straks in Kopenhagen een akkoord ligt dat het gebruik van steenkool toestaat, is het een slecht akkoord. Dan heb ik nog liever geen akkoord.” In de zomer van 1988 werd James Hansen in één klap wereldnieuws. De Verenigde Staten zuchtten onder een hittegolf, Yellowstone Park stond in brand en Washington baadde in het zweet. Onder die omstandigheden getuigde de klimaatwetenschapper van de Nasa voor een senaatscommissie. „De opwarming van de aarde is begonnen”, zei Hansen, en de krantenkoppen waren gezet. Sindsdien heeft hij zich wat teruggetrokken uit het openbare debat, zegt hij nu zelf. „Ik ben redelijk goed in wetenschap, niet in de communicatie met het publiek. Dat laat ik liever aan anderen over.” Maar de tijd begint te dringen en de boodschap is volgens Hansen nog steeds niet goed tot het publiek en de politiek doorgedrongen. Daarom heeft hij tegenwoordig in zijn presentatie een foto van zijn kleindochter verwerkt. „Zij is nu tien jaar oud. Zij gaat nog meemaken wat de gevolgen zijn van onze besluitvorming nu. Ik wil niet dat zij straks moet zeggen: opa wist wel dat dit kon gebeuren, maar heeft het de wereld niet duidelijk kunnen maken.” In december komt die wereld bijeen in Kopenhagen om afspraken te maken die de opwarming van de aarde moeten beteugelen. Uitgangspunt daarbij zijn de rapporten van het IPCC, het klimaatpanel van de VN. Daarin staat dat als de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer uitkomt op 450 ppm (parts per million, aantal deeltjes per miljoen luchtdeeltjes) de kans 50 procent is dat de aarde niet meer dan twee graden opwarmt –wat door veel wetenschappers nog als beheersbaar wordt gezien. Daar hoort Hansen niet bij. Een opwarming van meer dan één graad is al gevaarlijk en de CO2-concentratie zou beneden de 350 ppm moeten liggen. Dan zou hij moeten dalen: de concentratie is nu 385 ppm. „Een concentratie van 450 ppm leidt gegarandeerd tot rampen. De zeespiegel zal metershoog stijgen, ecosystemen zullen verdwijnen, droogtes, stormen, noem maar op.” Waarom staat dat niet zo in de IPCC-rapporten? „Wetenschappers zijn van nature terughoudend. Eigenlijk willen ze hun boodschap pas naar buiten brengen als ze er absoluut zeker van zijn. Daarom staan er in die rapporten alleen voorzichtige conclusies, maar de meeste glaciologen zijn bijvoorbeeld uiterst bezorgd over de stabiliteit van de ijskappen op Groenland en Antarctica. We weten niet wanneer het grote smelten gaat beginnen, maar wel dat het geen geleidelijk proces is. Systemen als de ijskappen, maar ook de biodiversiteit, hebben een omslagpunt waarna het ineens heel hard gaat. Onstuitbaar. Als we zo doorgaan en deze systemen onder druk blijven zetten, verdwijnen ze. Deze eeuw nog.” Moeten ze straks in Kopenhagen dan 350 ppm als doel afspreken? „Het hele concept van doelen is ongeschikt om de klimaatverandering aan te pakken. Zolang het beleid niet verandert, wordt geen enkel doel gehaald. Het is eigenlijk heel simpel. Als je bedenkt hoe groot de voorraden fossiele brandstoffen zijn, dan is het duidelijk dat we alleen nog maar het gas en de olie mogen opstoken en de rest zoals steenkool en teerzand, ongebruikt moeten laten. Anders halen we die 350 ppm nooit. We moeten vanaf nu tot 2030 alle kolencentrales in de wereld uitschakelen. Maar dat dringt niet goed door. Ik heb het er met verschillende politieke leiders, zoals Tony Blair en Angela Merkel, over gehad. Als jullie nog één kolencentrale bouwen, hield ik hen voor, moet Rusland gas in de grond laten zitten. En dat doen de Russen natuurlijk nooit. Toch bouwt iedereen nieuwe kolencentrales.” Maar je kunt het CO2 van de kolencentrales toch ondergronds opslaan? „Ja, technisch kan dat. Maar als je CO2-opslag echt eist, zul je zien dat niemand meer een kolencentrale bouwt. Het is te duur, het kost te veel energie en je kunt rekenen op protesten van omwonenden van zo’n opslagplaats. De kern van het probleem is dat fossiele brandstoffen te goedkoop zijn. Zolang ze goedkoper zijn dan duurzame bronnen als zonne-energie, zullen ze worden gebruikt. Er moet een fikse toeslag op gas en olie, zodat de gebruiker betaalt voor de schade die hij aanricht. En dat moet wereldwijd gebeuren, want als je de olie hier uitbant, zakt de vraag en wordt het voor arme landen een goedkope brandstof. De huidige grootverbruikers, de Verenigde Staten, Europa en China, zouden daarover afspraken moeten maken.” Komt uw streven, 350 ppm, dan wel binnen handbereik? „Ja, dan wel. Zonder kolen, en met veel minder olie en gas, zal de CO2-concentratie even boven de 400 ppm pieken, om daarna terug te zakken naar die 350. Dat kunnen we stimuleren door meer bossen aan te leggen en slimmere landbouw te bedrijven. Bedenk wel, van de CO2 die we nu uitstoten neemt de natuur al 44 procent op. Vooral in de oceanen, maar ook in de bodem en de vegetatie. Het betekent volgens mij wel dat we niet zonder kernenergie kunnen. Ik weet het, die optie wordt door de milieubeweging van de hand gewezen, maar daar zou ze, nu de vierde generatie kerncentrales eraan komt, nog eens goed over moeten nadenken. Het ongeluk in Harrisburg in 1979 heeft de kernenergie in mijn land ver teruggeworpen, maar daar zijn toen geen slachtoffers gevallen. Terwijl de kolenindustrie dagelijks zijn tol eist.” In Kopenhagen laat men die keuzes aan individuele staten. Men probeert de gewenste reducties te bereiken met een systeem van emissiehandel, waarbij er een beperkt recht is om CO2 uit te stoten. Wie meer wil, moet extra betalen. „Ach nee, dat werkt niet. Die emissiehandel is bijna pervers te noemen. Als ik besluit een elektrische auto te kopen, denkt mijn buurman: ha, dat geeft mij wat ruimte om extra CO2 te produceren.” Het idee is dat er een plafond aan die emissierechten zit dat in de loop der jaren wordt verlaagd. © Trouw, 28-10-2009
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |