|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Buitengewoon Moeilijk Onderwijs
Buitengewoon Moeilijk Onderwijs
Veel leraars vroegen de voorbije week begrip voor hun collega die een leerling mishandelde. Je zult maar elke dag geconfronteerd worden met scheldpartijen, geweld, onwillige ouders en diepe, diepe ellende. Een school voor Buitengewoon Onderwijs ergens in Vlaanderen. De zon speelt in het groen. Het lijkt of het verlengd weekend al is begonnen in de afdelingen grootkeuken, bouw, tuin, hout- en metaalbewerking. Er is weinig tumult in de klassen of de speelplaats. Met vier vrije dagen voor de deur, willen de leerlingen niet langer blijven dan nodig. Maar op lange winderige regendagen kan het er wel heftig aan toe gaan in deze BuSO-school. Zo heftig, dat ze er hier niet verbaasd over zijn dat in een andere Vlaamse school een leraar de controle verloor en een leerling hardhandig aanpakte. 'Het zou ook bij ons kunnen gebeuren', geeft de directeur eerlijk toe. 'Wie het tegendeel beweert, stelt zijn school mooier voor dan de realiteit.' Het onderwerp is delicaat, en om ook de privacy van de leerlingen niet te schaden, geven we geen namen of details. Maar omdat ze het BuSO-onderwijs zo slecht begrepen en ondergewaardeerd vinden, willen de directeur en zijn pedagogisch team ons wel eens een blik gunnen op het leven zoals het echt is in een school voor Buitengewoon Beroepsonderwijs. We bezoeken het tweede jaar metaalbewerking. De gemiddelde leeftijd van de leerlingen is 14 à 15 jaar, al zit er ook een jongen van 17 bij. De klas is aan het schooljaar begonnen met negen leerlingen, maar eentje is ondertussen uit de school verwijderd. Sindsdien is het iets rustiger in de klas. 'We boeken lichte vooruitgang', zegt de leerlingenbegeleider. De klas heeft de reputatie niet gemakkelijk te zijn, maar is zeker niet de zwaarste van de school. Een doorsnee klas dus, in een doorsnee BuSO-school. Maak kennis met de jongens en meisjes die deze school moet voorbereiden op een leven in de maatschappij. Kenny Aan de draaibank staat Kenny. Kenny is veertien jaar en zwak begaafd. Type 1 dus, zoals alle leerlingen op deze school. Maar al in september valt het zijn leraar op dat er meer aan de hand is met de jongen. Soms is Kenny compleet van de wereld. Wanneer de leraar hem vraagt bij de les te blijven, reageert Kenny woedend. Hij roept en tiert en scheldt hem uit voor klootzak. De leraar kan de jongen niet kalmeren. Alleen de inderhaast opgetrommelde leerlingenbegeleider slaagt erin Kenny uit de klas te halen en een tijd in afzondering te plaatsen in een speciaal daarvoor voorziene ruimte, de TAVA, of Tijdelijke Afzondering van Anderen. Nu ja, afzondering. Meestal zitten er verschillende leerlingen tegelijk in de TAVA. 'Er zijn van die zeldzame dagen als vandaag, dat we nergens moeten tussenbeide komen', vertelt de leerlingenbegeleider. 'Maar er zijn ook dagen dat we van klas naar klas hollen. Het probleem met een gedragsgestoord kind dat agressief wordt, is dat zijn leraar geen enkele impact meer op hem heeft. Wat hij ook zegt of doet, het wakkert de woede van de jongen alleen maar verder aan. Er moet een derde tussenbeide komen om zo'n conflict te doorbreken.' Bij Kenny blijft het niet bij één incident. Daarom stelt de leerlingenbegeleider samen met hem een gedragscode op. Eenvoudige zaken zoals niet schelden maar uitleg vragen als je iets niet begrijpt. Of fatsoenlijk taalgebruik in de klas. Wat relatief is, want geen enkel personeelslid schrikt hier nog op van woorden als 'kutwijf' of 'klootzak', vertelt de leerlingenbegeleider. 'Wie daar niet tegen kan, moet hier niet komen werken.' Kenny moet ook wekelijks op gesprek komen bij de gedragstherapeute. Hij begint akelige dingen te vertellen, dat hij 'dingen' ziet bijvoorbeeld, en dat hij beestjes voelt kriebelen onder zijn huid. Zijn momenten van verstrooidheid blijken psychotische opstoten te zijn. Na enkele weken gesprek komt het eruit: Kenny wordt thuis zwaar mishandeld. Wanneer zijn vader zijn woede niet de baas kan, ranselt hij de kinderen af. 'Op zo'n moment lichten we het vertrouwenscentrum in', vertelt de gedragstherapeute. 'Maar meestal vragen zij toch aan de school om het eerste gesprek met de ouders te voeren. Wat we ook hebben gedaan. Met een goede afloop in dit geval, want de ouders reageerden heel goed. Ze beseften wat ze fout deden en hebben thuisbegeleiding aanvaard. Het gaat nu iets beter met de jongen.' Dennis Dennis is de enige jongen in de klas die officieel tot Type 3 behoort. Zijn gedragsstoornis uit zich in woede-uitbarstingen, bij de kleinste opmerking. Eén keer heeft hij een juf een stomp in de maag gegeven. 'Bij zware fysieke agressie raad ik mijn personeel aan klacht in te dienen bij de politie', zegt de directeur. 'Als instituut kunnen we dat niet. Maar een officiële klacht beschermt de leraar tegen verder geweld, en bovendien houdt een jeugdrechtbank pas rekening met incidenten op school, als er een proces-verbaal van bestaat.' De directeur vertelt dat hij om de twee weken politiebezoek heeft op school. 'Soms omdat ouders klacht hebben ingediend nadat hun zoon of dochter is geslagen door medeleerlingen, of omdat de politie een onderzoek voert naar feiten die buiten de school gebeurden. Maar vaak bellen we ook zelf de politie, omdat een leraar is bedreigd, of wegens vermoedens van drugshandel, vandalisme of zware vechtpartijen. We beschouwen het politieoptreden als onderdeel van onze pedagogie. Wanneer leerlingen een grens overschrijden, mag dat getoond worden.' Op Dennis heeft het weinig impact. Zijn stiefmoeder erkent dat er een probleem is met de jongen, omdat ze zelf schrik van hem heeft. Maar Dennis' vader weigert alle hulp. Hij kan zijn zoon zelf wel meester, vindt hij. De vader is de enige van wie Dennis schrik heeft, omdat hij nog harder brult dan zijn zoon. 'Dennis kopieert het gedrag van zijn vader. Het is de enige taal die hij kent', zegt de gedragstherapeute. Toch is er ook bij Dennis enige gedragsverbetering te merken. Ook hij heeft een gedragscode afgesproken met zijn leerlingenbegeleider en hij reageert goed op positieve kritiek van zijn leraars. 'Dennis is een jongen die probeert zijn best te doen, maar zichzelf niet onder controle heeft', vertelt de therapeute. 'Eigenlijk heeft hij medicijnen nodig, of psychiatrische begeleiding. Maar zonder toestemming van de ouders kunnen we niets doen.' Bjorn Bjorn loopt voortdurend heen en weer. Hij heeft vermoedelijk ADHD. Hij is heel speels en heel beïnvloedbaar. Een meeloper eigenlijk, die in een rustiger klas op een positieve manier zou kunnen opvallen. Maar in het tweede metaal werk je je alleen in de kijker door de boel op stelten te zetten. Zoals zowat alle kinderen van zijn klas, groeit Davy op in een marginaal milieu. Zijn vader trekt zich van het gezin niets aan, zijn moeder heeft een café, de kinderen moeten hun plan trekken. 'Verschillende van onze leerlingen zijn derde generatie op school', vertelt de directeur. 'Hun ouders en grootouders zaten hier ook. Veel medewerking kun je van hen niet verwachten. Sommige staan zelfs ronduit negatief tegenover de school.' Zo ook de moeder van Davy. Ze weigert elk contact en bij elke straf zoekt ze ruzie met school. 'Dan heeft bestraffen geen enkele impact meer', vertelt de leerlingenbegeleider. 'En Davy weet dat. Hij meet zich een houding aan van niemand kan mij iets maken. Voorlopig valt zijn gedrag al bij al nog mee, maar ik hou mijn hart vast als hij begint te puberen.' Dana Het meisje in de klas, Dana, is een instellingskind. Al kort na haar geboorte is ze door de jeugdrechter in een home geplaatst. Dana's moeder was ook zwak begaafd. Ze heeft kinderen bij verschillende mannen en was zwaar depressief. Enkele weken geleden heeft ze zelfmoord gepleegd. Dana is een gekwetst vogeltje. Ze heeft nooit een warm nest gekend. Nooit geleerd om zich op een gezonde manier aan iemand te hechten. 'Zie me graag', is de kreet die uit haar gedrag klinkt. Daarom zal ze ook makkelijk meedoen met de herrieschoppers in de klas. Maar net daarom heeft ze ook een goede band met haar lerares. 'Elke kritiek beschouwt ze als een vorm van afwijzing', zegt haar leerlingenbegeleider. Op school is het meisje veilig. Maar de leraars zijn bang voor Dana's lot op straat. 'We werken er hard aan om het te voorkomen, maar Dana zoekt zo krampachtig naar aandacht, dat ze met om het even wie zou meegaan.' Abdel Abdel is een kleine crimineel, die goed op weg is om een grote gangster te worden. Hij pleegde diefstallen, viel mensen aan en is lid van een straatbende. Thuis is hij rotverwend. Voor zijn moeder kan Abdel niets verkeerd doen. 'Hij was het kopstuk van de klas. Uiteindelijk zagen we geen andere uitweg dan hem na de tuchtprocedure van de school te zetten', zegt de directeur. Abdel was met niets in orde, daagde leraars uit, sloeg medeleerlingen in elkaar om kleinigheden, viel zelfs een moeder lastig die het had aangedurfd een opmerking te maken. 'Straffen, afzondering, een tuchtmaatregel, het haalde allemaal niets uit.' De spreekwoordelijke druppel voor de directie waren de bedreigingen van een leraar, genre 'ik maak u kapot', en 'ik weet u wel te vinden.' 'In zijn geval was dat ernstig te nemen', zegt de directeur. 'Wegsturen was de enige en laatste optie.' Hij noemt het ook de slechtste optie, want op dit ogenblik van het schooljaar vindt Abdel geen school meer die hem nog een kans wil geven. Waarschijnlijk hangt hij nu op straat rond. De jeugdrechtbank en de politie zijn ingelicht. 'Iemand van school sturen, maakt de problemen alleen maar erger, zowel voor de leerling als voor de maatschappij', vertelt de directeur. 'Daarom proberen wij de jongeren zo lang mogelijk op school te houden, zodat ze op zijn minst een studieattest hebben. Zonder zo'n attest hebben ze zelfs geen recht op een uitkering.' De BuSO-school die we bezochten, heeft de reputatie altijd een laatste kans te geven aan leerlingen die elders buiten vlogen. Maar bij Abdel bereikt zelfs deze school de limieten van haar kunnen. En zo zijn er gemiddeld tien leerlingen per jaar. Vogels voor de kat? 'Ik vrees het', aldus de directeur. 'Bij sommige schoolverlaters ben ik bang dat ze in de maatschappij terechtkomen.' Jamie Nu Abdel is weggevallen uit de klas, is de strijd om zijn opvolging losgebarsten. En daarbij doet Jamie hard zijn best om zich op de voorgrond te werken. Jamie is een verwaarloosd kind. Zijn ouders hebben nooit naar hem omgekeken. Jamie groeide op bij zijn grootouders, maar zij kunnen de lastige puber niet aan. De jongen staat nu op een wachtlijst voor een pleeggezin en voelt zich eens te meer afgewezen. 'Een bodemloos kind', zo noemt de gedragstherapeute zo'n kind met hechtingsstoornissen. 'Ze weten niet wat een warm, rustig contact is.' En dus probeert Jamie zich via verbale agressie in de belangstelling te werken. Carlo Er zitten ook stille jongens in het tweede jaar metaalbewerking. Carlo zal nooit van zich laten horen in de klas, maar dat is nu net de grote zorg van zijn leerkracht. Carlo is heel depressief, verminkt zichzelf en dreigt met zelfmoord. Na school gaat hij niet naar huis, maar blijft hij in de buurt rondhangen, hengelend naar aandacht. Waarom zou hij ook naar huis gaan? Zijn twee ouders zijn al even zwaarmoedig, leven van een invaliditeitsuitkering en wentelen zich in zelfbeklag. 'Karel heeft absoluut nood aan psychiatrische begeleiding', zegt de gedragstherapeute. 'Maar zijn ouders weigeren dat. Terwijl het duidelijk is dat hij zware psychische problemen heeft, die hij niet in de klas uit, maar op zichzelf richt.' Kenny De gedragstherapeute vertelt dat ze een lijst heeft met leerlingen over wie ze zich ernstige zorgen maakt, omdat ze zichzelf of anderen iets zouden aandoen. Een jongen op die lijst is Kenny. Kenny hoort stemmen in zijn hoofd. Hij heeft onbeheerste woedeaanvallen. En van alles wat hij vindt, maakt hij wapens: nagels, stukken glas, stenen die hij slijpt. Hij heeft die nodig om zich te verdedigen. 'Maar diezelfde Kenny kijkt wel naar het peuterprogramma Bumba op televisie.' Kenny is een kind dat in zijn ontwikkeling zo beschadigd is, dat hij in de kleuterfase is blijven steken. Hij kan emoties alleen uiten via wenen of woede. Maar daarbij kopieert hij wel het gedrag van zijn leeftijdgenoten. Woede toont hij door te vechten en te schelden. Zijn begeleiders zijn vooral beducht voor het ogenblik dat hij zijn zelfgemaakte wapens zal gaan gebruiken. 'Kinderen als Kenny gaan onze mogelijkheden als school te boven', zegt de gedragstherapeute. 'Maar wat doe je als hij nergens opgenomen kan worden?' Kevin staat op alle wachtlijsten voor een opname in de psychiatrie, maar nergens is er plaats. Bovendien zien psychiatrische instellingen jongeren als Kevin niet graag komen. 'Deze jongen valt tussen wal en schip. Hij is te zwak begaafd voor klassieke gedragstherapieën, en te gedragsgestoord voor instellingen voor licht mentaal gehandicapten. En zolang iedereen de deur dicht houdt, blijft hij bij ons op school.' Het BuSO als wachtkamer voor de psychiatrie? 'Dat zul je ons niet horen zeggen', zegt de directeur. 'Maar het is wel zo dat wij veel leerlingen opvangen die gespecialiseerde hulp nodig hebben.' 'Dit is maar één klas', zegt de directeur aan het einde van ons bezoek. 'En het is niet eens de zwaarste klas van de school.' De directeur vertelt over de verschillende maatregelen die zijn school heeft genomen om met de problemen om te gaan. Er zijn bijscholingen voor leerkrachten, thema-avonden en een uitgebreide leerlingenbegeleiding. 'Ik ben ervan overtuigd dat we zo veel ellende voorkomen. En ondanks alles boekt onze school wel resultaat', benadrukt hij. 'Met veel leerlingen kunnen we echt wel iets bereiken. Ze leren een vak, verwerven attitudes en vaardigheden die aan het begin van hun schoolloopbaan ondenkbaar waren, en daardoor winnen ze ook aan eigenwaarde. We stellen vast dat na het zesde jaar van alternerende beroepsopleiding, toch zeventig procent van hen een baan vindt. Dat houdt ons recht. Maar of die jongeren daarmee ook uit hun marginale milieu loskomen, daar durf ik geen antwoord op geven. Bij de inschrijvingen zien we altijd weer de kinderen van ex-leerlingen opdagen. Met goede wil alleen kunnen wij die cirkel niet doorbreken.' DS, 23-05-2009 (Lieven Sioen)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#2
|
||||
|
||||
School als wachtzaal psychiatrie
School als wachtzaal psychiatrie
BRUSSEL - Leerlingen die stemmen horen of ei zo na dood waren na een zelfmoordpoging, zitten soms een jaar op de schoolbanken te wachten op hulp. 'Een leraar is geen psychiater, maar het alternatief is de straat.' Kenny (14) hoort stemmen in zijn hoofd. Hij heeft onbeheerste woedeaanvallen en van alles wat hij vindt, maakt hij wapens. Kenny staat op alle wachtlijsten voor een opname in de jeugdpsychiatrie, maar er is nergens plaats. En tot er plaats gevonden is, blijft hij gewoon op een BuSo-school metaalbewerking volgen. Waar de leerkrachten het onderste uit de kan halen, maar stilaan op de limieten van hun kunnen stoten. 'We vangen veel leerlingen op die meer gespecialiseerde hulp nodig hebben', getuigt de directeur. ' Maar wat doe je als ze nergens opgenomen kunnen worden?' Het buitengewoon onderwijs kreunt onder de toenemende groep leerlingen met psychiatrische stoornissen, een gerechtelijk dossier of sociale problemen. Van opleiden komt steeds minder in huis, voor opvoeden of hulpverlening hebben ze echter de middelen niet. De directeur luidt de alarmbel. 'Een leerling met psychoses gaat echt de capaciteiten van een school te boven.' Maar deze kinderen kunnen nergens elders terecht, tenzij op straat. De instellingen voor Bijzondere Jeugdzorg zitten propvol en de wachtlijsten zijn ellenlang. Eind maart van dit jaar kondigde het Antwerpse Comité Bijzondere Jeugdzorg - de poort naar de hulpverlening - een opnamestop aan omdat het de aanvragen niet meer aankon. Er stonden in Antwerpen 1.300 jongeren op de wachtlijst. Pas vorige woensdag, bijna twee maanden later, werd die opnamestop weer opgeheven. Het probleem beperkt zich niet tot het buitengewoon onderwijs. Ook het gewone onderwijs kampt met steeds meer en steeds jongere probleemleerlingen die in afwachting van gespecialiseerde hulp op de schoolbanken blijven zitten. De Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) worden overstelpt met vragen, maar ook zij stuiten telkens weer op de wachtlijsten. 'De situatie in de integrale jeugdzorg is een drama', zegt Stefaan Grielens van de Vrije CLB-koepel. 'De wachtlijsten zijn zo lang dat we ons afvragen op welke manier ze nog weggewerkt zullen raken.' CLB-medewerkers in scholen moeten soms zelf kortstondig de rol van therapeut op zich nemen. 'Het is stresserend om zoveel dossiers te hebben dat je ze amper weggewerkt krijgt', zegt An Thijssen, CLB-medewerkster bij het Stedelijk Onderwijs in Antwerpen. 'We hebben zoveel zware dossiers, zoveel leerlingen waar nog weinig oplossingen voor zijn, dat we zelfs de tussengroep van leerlingen die nog wel te redden zijn, niet meer kunnen helpen.' DS, 23-05-2009 (Valerie Droeven en Lieven Sioen)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |