|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Een verhaal van twee landen en hun banken
Een verhaal van twee landen en hun banken
Om te weten wat er verkeerd loopt bij de Belgische banken, kan het geen kwaad eens te kijken naar een banksector die wel goed draait, suggereert KAREL LANNOO. De Spaanse banken doen het verrassend goed en kunnen als voorbeeld dienen voor de hele EU. In dezelfde week waarin de twee leidende Spaanse banken voor 2008 een winst aankondigen van 14 miljard euro, nemen de drie grootste Belgische banken een verlies dat dit cijfer nog overstijgt. Hoe is dit mogelijk? Beide landen maken deel uit van de EU en van de euro. De banken in beide landen zijn dus onderworpen aan dezelfde financiële regelgeving en hetzelfde monetaire beleid. In beide landen zijn de leidinggevende banken zeer internationaal actief, onder meer in de EU maar ook in niet-EU-landen. En de vergelijking gaat nog verder. De Spaanse bank Santander, was, net als Fortis, betrokken in de overname van ABN-AMRO, maar heeft er blijkbaar niet zoals Fortis (en Royal Bank of Scotland) zijn broek aan gescheurd. Blijkbaar zijn er dus nog grote verschillen in het risiciomanagement bij banken, en in de wijze waarop regulering over banktoezicht wordt toegepast in de EU. De Spaanse banken, zeker de twee grootste, Santander en BBVA, gaan er prat op zeer conservatief en gedisciplineerd te zijn in hun risicobeheer. Daarenboven zijn het vooral 'klassieke' banken, banken die zich financieren met klantendeposito's, die worden geïnvesteerd in leningen aan consumenten en bedrijven. Dus geen grootschalige marktactiviteiten, waarvan vele banken nu de problemen dragen. Wat betreft banktoezicht, hoewel er basisregels zijn die dezelfde zijn in de hele EU, blijft er mogelijkheid voor nationale uitzonderingen. Daarenboven is het elke lidstaat toegelaten om strengere regels op te leggen aan lokale banken, zonder dat dit een belemmering kan vormen voor banken van andere lidstaten om in die lidstaat actief te zijn. De Spaanse toezichthouder, de Banco de Espana, trok zijn lessen uit de Spaanse bankcrisis van 1977 en legde aan lokale banken veel strengere kapitaalvereisten op dan wat de norm is in Europa. In goede jaren vereist de centrale bank dat banken een sterke buffer aanleggen voor slechte kredieten. In 2006 bijvoorbeeld, een jaar van sterke economische groei, legden de Spaanse banken vijf maal meer provisies aan voor slechte kredieten dan de Belgische of Nederlandse banken. In slechte jaren laat de centrale bank toe om een deel van die provisies terug te nemen. Dit is vandaag, met de snelle afkoeling van de vastgoedmarkt in Spanje, zeker geen luxe. Het gevolg is dat de kapitalisatie van de Spaanse banken, dit is het eigen vermogen als deel van het balanstotaal, bijna het dubbele is van het Europese gemiddelde. Wat betekent dit in het huidige debat over 'bad banks' en meer Europees toezicht op de financiële sector? Ten eerste is het nodig, alvorens over 'bad banks' te spreken, te definiëren wat een 'goede bank' is. Het Spaanse voorbeeld kan hierbij zeer relevant zijn. In essentie moeten we, voor wat de kernactiviteiten van banken zijn, teruggaan naar het klassieke bankieren, 'narrow banking'. Die activiteiten moeten strikte normen worden opgelegd, en strikt toezicht. Alles wat daarbuiten valt is toegelaten, maar moet ook failliet kunnen gaan. 'Investment banking', 'asset management' en dergelijke zouden minder strikt gereglementeerd worden, maar volledig gescheiden zijn van de traditionele bankactiviteiten. Om domino-effecten te vermijden moet een strikte antitrust- en concurrentiewetgeving worden toegepast. De slechte activa van banken, veelal herverpakte vastgoedleningen, zouden in dergelijke constructies kunnen worden ondergebracht - in de huidige omstandigheden met speciale bescherming tegenover de kredietverleners. Voor wat betreft het debat over een meer Europese toezichtsstructuur voor de financiële sector is het Spaanse voorbeeld ook relevant, in de zin dat dit, en ook andere landen, niet noodzakelijk enthousiast zijn om bepaalde bevoegdheden uit handen te geven. Had Spanje de basisnorm van de Europese reglementering en toezicht gevolgd, dan zat zijn banksector nu ook in de problemen. Een meer Europese toezicht, indien het er komt, zal heel nauwgezet en duidelijk moeten worden uitgebouwd. Dit betekent een waterdichte structuur, een verantwoordelijk bestuur en duidelijke bevoegdheden. Onmogelijk is dit echter niet, gezien het voor het monetaire beleid met de Europese centrale bank gelukt is. Karel Lannoo is algemeen directeur van het Centre for European Policy Studies (CEPS). DS, 09-02-2009
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |