#1
|
||||
|
||||
Boeddhisme als proteststem?
We lopen in de fuik van georganiseerde hebzucht
door Cokky van Limpt Boeddhisme-auteur Han de Wit ziet een relatie tussen de toenemende belangstelling voor boeddhisme en het maatschappelijk onbehagen. ,,Wij voelen ons ingeklemd tussen politiek en economie. In het krachtige 'nee' tegen het referendum komt het maatschappelijke onbehagen tot uiting.'' Na 'Contemplatieve psychologie', de bestseller 'De verborgen bloei' (elf drukken) en 'De lotus en de roos' (vijfde druk) was boeddhisme-auteur en -leraar Han de Wit eigenlijk een beetje uitgeschreven. Hij had dan ook geen manuscript, zelfs geen concept voor een boek klaarliggen, toen de uitgever weer eens langskwam. Alleen een serie openbare lezingen, over wat het betekent 'toevlucht te nemen' - je daadwerkelijk te verbinden met het boeddhisme. ,,Ten Have las ze, was erg enthousiast en wilde ze graag uitgeven.'' Uit de honger van uitgevers naar boeddhistische publicaties leest De Wit de groeiende belangstelling voor het boeddhisme in Nederland af. ,,Er verschijnen niet alleen populaire inleidingen, maar ook publicaties van klassieke boeddhistische teksten. Dat duidt op een veel groter publiek dan enkele decennia geleden, anders zouden uitgevers zich daar niet aan wagen. Je ziet het ook op de televisie. Vrijwel dagelijks zie je op televisie een boeddhistisch programma.'' De Wit ziet een duidelijke relatie tussen de toenemende belangstelling voor het boeddhisme en het groeiende onbehagen van veel mensen over de tijdgeest en de cultuur waarin we leven. ,,Ik kan mij in dit verband helemaal vinden in de opvattingen van de Rotterdamse cultuureconoom Arjo Klamer. In zijn boek 'In hemelsnaam. Over de economie van overvloed en onbehagen' constateert Klamer dat veel Nederlanders ondanks de toegenomen economische welvaart een tekort ervaren. Niet een tekort aan materiële welvaart, maar aan immateriële waarden, zoals solidariteit, wellevendheid, stabiliteit, geborgenheid. Zij verlangen naar 'het goede leven', met vrienden en familie, goede onderlinge contacten, een mooi concert enzovoorts. En ze beseffen dat dat goede leven maar zeer ten dele 'te koop is'.'' ,,De staat wil 'gelijkheid', de markt 'vrijheid', de mensen 'broederschap'. Maar in hun streven naar broederschap, naar datgene wat gelukkig maakt in de persoonlijke levenssfeer, voelen zij zich bedreigd door een staat die iedereen over één kam wil scheren, wat zeer inhumane gevolgen kan hebben, bijvoorbeeld in het asielbeleid. En door een markt die naar ongebreidelde vrijheid streeft, met soms even inhumane gevolgen. Dat schuurt: veel mensen voelen zich in toenemende mate ingeklemd en vermalen tussen de onbeheersbare grote structuren en machten van politiek en economie. In het krachtige 'nee' tegen het referendum over de Europese Grondwet komt dit maatschappelijke onbehagen naar mijn mening eveneens tot uiting.'' Onder meer in de toegenomen belangstelling voor het boeddhisme en voor spiritualiteit in het algemeen ziet De Wit een tegenbeweging op gang komen tegen het pure materialisme. ,,Ook spiritualiteit gaat immers over hoe je van dag tot dag je leven leidt en hoe dat aanvoelt. Krijgen wat je hebben wilt, leidt alleen maar tot nieuwe wensen.'' ,,Voor je het weet zit je in een vicieuze cirkel. Totdat het besef doorbreekt dat je geluksgevoel in materie niet te vinden is.'' Waarin dan wel? ,,Noem het het ervaren van harmonie, van flow, het genoegen om de situatie waarin je je bevindt tot bloei te brengen, zonder dat daar iets tegenover hoeft te staan. Vergelijk het met een tuin, die je tot bloei brengt door hem goed te verzorgen, op tijd water te geven. Die bloei op zich doet goed, zonder dat de bloemen je bedanken. En dat verwacht je ook niet van ze; de schoonheid van de bloei is voldoende, dat is wat gelukkig maakt.'' Het vermogen waaruit deze harmonische manier van omgaan met de situatie voortkomt, noemt Aristoteles de ware deugd van de ethiek. Het boeddhisme noemt het de boeddhanatuur die elk levend wezen in zich draagt. ,,Leven vanuit de boeddhanatuur is een ervaringskwaliteit. Het betekent leven vanuit onze humaniteit, vanuit onze fundamentele goedheid. Een goedheid die dieper gaat dan ethische normen en regels, omdat ze daaraan voorafgaat en eraan ten grondslag ligt.'' Wijlen Chögyam Trungpa, leermeester van Han de Wit, had het, sprekend over de boeddhanatuur, ook wel over enlighted genes -'verlichte genen'- bij mens en bij dier. ,,Dat sluit aan bij de opvatting van bioloog Frans de Waal, die ervan overtuigd is dat ook dieren compassie kennen. Hij schrijft daarover in zijn boek 'Van nature goed'. Dieren hebben geen ethiek, kennen geen hogere macht en geen tien geboden, maar evengoed tonen ze compassie. Ontroerend is in dit verband zijn verhaal over een groep olifanten die elk jaar terugkeert naar een bepaalde plek om een familielid te groeten dat daar de dood heeft gevonden.'' Die verlichte genen in ons tot ontwikkeling brengen, daar de ruimte aan geven, is volgens De Wit waar het in alle authentieke spiritualiteit uiteindelijk over gaat. Voor het boeddhisme is dat het expliciete doel. Onderricht en meditatieoefeningen dienen om 'de boeddhakiem tot bloei te brengen'. Komen die verlichte genen echter in een situatie waarin zij zich juist níet kunnen ontwikkelen, dan ontstaat er onbehagen, zegt De Wit. ,,Er klopt iets niet, je kunt je draai niet vinden, gaat je ongelukkig voelen. Dát eerder genoemde onbehagen noem ik 'gefrustreerde boeddhanatuur'. Het is het onbehagen van de boeddhanatuur die zich niet meer kan uitdrukken; het komt voort uit de wens om gelukkig zijn.'' In zijn nieuwe boek geeft De Wit een bekend, extreem voorbeeld van 'gefrustreerde boeddhanatuur': dat van de soldaten die voor het eerst op mensen moeten schieten. Die soldaten doen het in hun broek, geven over, moeten door iets heen. Bij thuiskomst blijkt dat ze getraumatiseerd zijn. ,,Niet omdat wat ze deden volgens ethische normen en regels slecht zou zijn, maar omdat schieten op mensen indruist tegen hun humaniteit. Omdat het haaks staat op het diepe menselijke verlangen om de situatie waarin we verkeren tot bloei te brengen.'' De Nederlander wordt niet op een vergelijkbare wijze in zijn humaniteit aangetast als die soldaten, maar moet zijn humaniteit veiligstellen tegenover de typisch westerse bedreigingen ervan, zoals de ideologie van het consumentisme. De Wit: ,,Hoe meer je consumeert, des te gelukkiger word je, luidt deze ideologie. En om veel te consumeren moet je veel verdienen. Zo loop je in de fuik van de georganiseerde hebzucht. Maar daar blijft het niet bij. Hebzucht schept tevens de behoefte om je bezit te beveiligen en te verdedigen. Dat leidt weer tot agressie en tot imperialisme - denk aan het beveiligen van de olievelden in Irak door de Verenigde Staten. Ook het taalgebruik in de economie is agressief: het gaat om het veroveren van nieuwe markten. En de agressie waarmee dat gepaard gaat, wordt gelegitimeerd door te zeggen dat we het recht hebben te houden wat we hebben veroverd.'' De ideologie blijft bovendien niet beperkt tot de eigen westerse leefsfeer. Het consumentisme wordt ook doorgedrukt in andere culturen. Han de Wit hoort daar wel over, onder meer van de Thaise boeddhistische leider Sulak Sivaraksa, een van de grondleggers van het geëngageerde boeddhisme. ,,Hij ziet multinationals in Thailand mensen inhuren in kleine dorpjes, waar ze een winkeltje drijven of zo. Ze treden bij de multinational in dienst, ten koste van hun winkeltje, want daar hebben ze dan geen tijd meer voor. Maar als de multinational na gedane zaken weer vertrokken is, is de persoonlijke levenssfeer van deze mensen totaal ontwricht.'' Dat brengt De Wit op de derde smet die kleeft aan de ideologie van het doorgeschoten consumentisme: de onverschilligheid, door geen oog te hebben voor de effecten van je handelen op anderen én op jezelf. ,,Die drie -georganiseerde hebzucht in de vorm van consumentisme, georganiseerde agressie in de vorm van imperialisme, en onverschilligheid voor de gevolgen van dat alles- worden in het boeddhisme 'de drie vergiften' genoemd. Vergiften die onze boeddhanatuur, onze humaniteit, verstikken en de mogelijkheid afsnijden om onze verlichte genen tot ontwikkeling te brengen. Door 'toevlucht te nemen' zeggen wij in wezen dat we op het pad gaan om ons van deze drie vergiften te bevrijden.'' ,,In de westerse cultuur wordt ervan uitgegaan dat die drie eigen zijn aan het menszijn, omdat de mens nu eenmaal zo in elkaar zit. Het boeddhisme zegt echter: hebzucht, agressie en onverschilligheid zijn niet eigen aan de mens, ze zijn eigen aan de niet ontwaakte mens - de mens met een egocentrische levenshouding die de wereld om zich heen enkel ziet als consumptiegoed. Door zich te bevrijden van de drie vergiften, is de overtuiging van de boeddhist, gaat deze meer vanuit zijn boeddhanatuur leven. Dát is wat eigen is aan de mens.'' Trouw, 09-06-2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |