actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Boeken, Artikels, Muziek & Films > Artikels & Boeken
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 5th October 2007, 03:05
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
’Het land van aankomst'

Na zeven jaar vervolg op ’Het multiculturele drama’


Met zijn boek ’Het land van aankomst’ wil Paul Scheffer het debat over de multiculturele samenleving opnieuw doen oplaaien.



Zeven jaar na zijn spraakmakende essay ’Het multiculturele drama’ presenteerde Paul Scheffer gisteren zijn boek ’Het land van aankomst’. De hoogleraar grootstedelijke problematiek wil met dit boek een nieuwe impuls geven aan het integratiedebat, een debat dat hij met zijn essay destijds had opengebroken. Dat de discussie sindsdien zo heftig gevoerd wordt, is heel goed, schrijft hij in zijn nieuwe boek. Want conflicten zijn belangrijk voor het welslagen van integratie.

Scheffers publicatie ’Het multiculturele drama’ was in 2000 en de jaren daarna van grote invloed op het maatschappelijke en politieke debat rond immigratieproblematiek. Scheffer legde de vinger op de zere plek door te waarschuwen voor het gevaar dat grote groepen allochtonen maatschappelijk zouden mislukken als de problemen en nadelen van de multiculturele samenleving niet snel onderkend zouden worden. Scheffer, PvdA-prominent, morrelde met zijn essay aan het politiek correcte keurslijf van de jaren negentig en kreeg veel kritiek. Maar hij kreeg uiteindelijk ook veel lof voor zijn scherpe, vooruitziende blik.

En hoe nu verder? Daar gaat ’Het land van aankomst’ over, het resultaat van zeven jaar reizen, debateren en onderzoeken. De auteur hoopt dat het boek orde brengt in de discussie over integratie, vertelde hij bij de presentatie.

Het boek staat bol van de demografische statistieken over immigratie, in internationaal perspectief. Zo werpt hij een blik op de geschiedenis van de Verenigde Staten, waar de smeltkroes van culturen ook niet zonder slag of stoot tot stand kwam. Scheffer: „Ik hoop dat het gesprek nu verder gaat, verzwaard met de historische kennis uit dit boek.” Want het debat moet gevoerd worden, Scheffer zoekt het conflict, om zo de impasse te overwinnen. Geert Mak, die het vuistdikke werk van Scheffer gisteren in ontvangst nam, zei dat hij in discussies vaak lijnrecht tegenover hem had gestaan. Maar hij voegde daaraan toe dat ze het op bepaalde punten ook volledig met elkaar eens zijn. „Bijvoorbeeld dat het uiteindelijk waarschijnlijk wel goed zal komen. Maar dat er wel verschrikkelijk hard aan getrokken zal moeten worden.” Zaterdag in Trouw een recensie van ’Het land van aankomst’.


Trouw, 05-10-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #2  
Oud 6th October 2007, 15:14
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Boven de bevangenheid uitstijgen

Boven de bevangenheid uitstijgen

Paul Scheffer, Het land van aankomst, Amsterdam: De Bezige Bij, 2007, 476 blz. Paperback: ISBN 9789023419747.


Met zijn essay ’Het multiculturele drama’ gooide de publicist Paul Scheffer zeven jaar geleden een steen in de (linkse) vijver. In zijn boek ’Het land van aankomst’ slaagt hij er in de immigratieproblematiek te verklaren en in een breder perspectief te plaatsen, vindt recensent Hans Goslinga. Scheffers waarnemingen zijn leerzaam en ook opbeurend. Dat het conflict zo hoog oplaait, is juist een teken van integratie.


Het is maar goed dat Paul Scheffer de van tijd tot tijd in hem opspelende aandrang om de politiek in te gaan telkens heeft weerstaan. Niet dat hij voor dat vak ongeschikt zou zijn, maar de tijd zou hem hebben ontbroken om zich zo breed en diepgaand met de problemen van de immigratiesamenleving bezig te houden als hij de afgelopen jaren heeft gedaan. Wellicht ook was hij te zeer bevangen geraakt door de waan van de dag die, net als de machtswil, het zicht op bredere verbanden gemakkelijk ontneemt.

Juist in het nationale immigratiedebat is er behoefte aan enige afstand en objectivering om weg te komen uit de verscheurende polarisatie en tierelierende emoties. Voor wie daardoor murw gebeukt en lam geslagen raakt, heeft Scheffer in zijn boek ’Het land van aankomst’ overigens een opwekkende boodschap: dat het conflict zo heftig oplaait en de samenleving door elkaar schudt, is een teken van integratie. Het betekent uiteindelijk, schrijft hij, een afscheid van de vermijding die eraan vooraf is gegaan en opent de weg naar een maatschappelijk vergelijk, al zal dat nog veel pijn en moeite kosten.

Scheffer doorbrak zeven jaar terug met zijn essay over ’het multiculturele drama’ de houding van vermijding en onverschilligheid. Dat was van grote politieke betekenis, omdat hij de eerste intellectueel in het linkse kamp was die dat aandurfde. In het rechtse kamp was Frits Bolkestein hem tien jaar eerder voorgegaan in het benoemen van de maatschappelijke problemen door de immigratie. De optiek verschilde. Bolkestein legde het accent op de botsing van beschavingen en riep de natie op de westerse, door hem als superieur verklaarde, cultuur te verdedigen. Dat betekende in politieke zin een verschuiving van tolerantie naar de eis van aanpassing, een stap die de liberalen tot op de dag van vandaag verdeeld houdt.

Scheffer waarschuwde vooral voor het gevaar van segregatie en het ontstaan van een nieuwe onderklasse. Net als Bolkestein vloekte ook hij in de eigen kerk met de oproep een antwoord te zoeken op de vraag ’wie zijn we nu nog?’ Een verschuiving dus van onverschilligheid naar aandacht, voor zowel de immigranten als onszelf. Deze culturele invalshoek zorgde voor grote verlegenheid en verwarring onder de sociaal-democraten, omdat zij veronderstelden dat met de vergroting van de materiële welvaart en de individualisering hun oude cultuuropdracht van verheffing van het volk overbodig was geworden. Daarnaast was aandacht voor ’het eigene’ een politiek taboe.

In ’Het land van aankomst’ zoekt Scheffer weer aansluiting bij het verheffingsideaal, omdat dit perspectieven opent op vernieuwing van de samenleving en tegelijk dwingt tot kritische reflectie op de erfenis van de jaren zestig, vooral de relativering van het gezin, de school en de arbeid, volgens hem bij uitstek de plaatsen die voor nieuwkomers inwijding in de samenleving mogelijk maken. Maar uitgerekend deze toegangswegen zijn voor hen vaak geblokkeerd geraakt. Gezinnen zijn door de migratie zozeer uiteengevallen dat de ouders weinig idee hebben van de leefwereld van hun kinderen. In het onderwijs en op de arbeidsmarkt is sprake van hoge uitval en grote werkloosheid.

In dit verband rekent Scheffer af met de heersende mythe dat Amerika als ’natie van immigranten’ deze verschijnselen beter de baas is geworden dan thans de Europese landen. Hij laat zien dat deze veronderstelling, die ook Amerikanen zelf koesteren, op een misverstand berust en dat de ervaringen op beide continenten sterk overeenkomen. Etnische conflicten en weerstanden tegen nieuwkomers hebben zich ook daar veelvuldig voorgedaan, of het om Duitsers, Ieren ging of, in een latere fase, om Polen en Italianen. Scheffer citeert de Amerikaanse socioloog Zolberg die meent dat omvangrijke immigratie altijd het sociale en culturele compromis in een land op de proef stelt, ’een legitieme bron van zorg’ is en ’geen uiting van paranoia’.

Waarnemingen als deze geven het boek van Scheffer het karakter van een handleiding bij de immigratiesamenleving. Ze zijn leerzaam en relativeren tegelijk het conflict dat zich de laatste jaren in ons land afspeelt. De ervaringen elders en de gevoelens van de betrokkenen daarover dragen ertoe bij ten minste de verwarring te verminderen over wat er toch in ons tot voor kort nog voor nuchter gehouden en betrekkelijk harmonieuze Nederland aan de hand is.

Meer inzicht is van grote betekenis voor de politiek en de democratie. Het denken over immigratie en asiel is, zoals Scheffer schrijft, al te zeer in het teken van onbeheersbaarheid komen te staan. Deze zelfverklaarde onmacht heeft vergaande gevolgen, want wie zich op zo’n vitaal gebied niet meer bevoegd verklaart, ondermijnt het idee van staatsburgerschap. Bovendien negeert deze houding dieper liggende gevoelens van vervreemding, onveiligheid en onbehagen, die een voedingsbodem zijn voor populisme en wantrouwen in de vertegenwoordigende democratie als ze niet serieus worden genomen. Verstandiger dan het veroordelen van politici als Le Pen, Dewinter, Fortuyn en Wilders is het hun opkomst te zien als bewijs van het corrigerend vermogen, zelfs de vitaliteit van ons open politieke bestel. Hun opkomst moet de middenpartijen dan ook uitnodigen tot kritisch zelfonderzoek.

Politiek van betekenis is ook dat Scheffer de specifieke problemen van migrantengemeenschappen, zoals hierboven aangeduid, verbindt met algemene tekorten van onze verzorgingsstaat. Die verbinding is een interessante omdat zij de ruimte schept de problemen tot een algemeen maatschappelijke kwestie te maken, die zowel de gevestigde Nederlanders als de nieuwkomers uitdaagt.

Scheffer prikkelt vooral zijn eigen generatie van de babyboomers met zijn bredere diagnose van de culturele omslag in de jaren zestig. Die bestaat er in zijn ogen uit dat de betekenis van een min of meer stabiele opvoeding is onderschat, dat de cultuuroverdracht in het onderwijs is verwaarloosd en dat te veel mensen niet werken en afhankelijk zijn geraakt. Zo zijn de plaatsen waar verantwoordelijkheid wordt geleerd – gezin, school en arbeidsplaats – onder druk komen te staan en moeten we ons afvragen of de open samenleving van nu nog wel in voldoende mate burgers voortbrengt.

De oorzaak van dit tekortschieten is volgens Scheffer dat te weinig duidelijk is gemaakt dat rechten ook verplichtingen meebrengen. Hij constateert dat in de jaren zestig een tamelijk ontspannen houding is komen bovendrijven, waardoor niet is onderkend dat het bijeenhouden van de boel niet vanzelf gaat, maar inspanningen vereist. Dat de nonchalance is verongelukt, zoals hij constateert, is voor babyboomers uiteraard een confronterende boodschap, als ze die al willen horen.

In zijn slothoofdstuk maakt Scheffer als het ware de contouren zichtbaar van een nieuw groot project waar de politiek haar tanden in kan zetten. Dat project zou voor een deel een correctie zijn op de ontsporingen van de jaren zestig-revolutie, voor een deel een uitdaging om een nieuwe sociaal en cultureel compromis te zoeken. Scheffer zoekt dat in een ’gedeeld burgerschap’ als ideaal waaraan iedereen zich kan meten en dat afrekent met verdelende begrippen als ’autochtoon’ en ’allochtoon’. Maar er zijn veel obstakels en onzekerheden, zoals hij laat zien.

Zo is het moeilijk te voorspellen wat de effecten zullen zijn van de aanwezigheid van vijftien (over twintig jaar naar schatting dertig) miljoen moslims in de liberale en seculiere West-Europese wereld, het meest ongelovige deel van de wereld met andere opvattingen over morele zaken als de verhouding van man en vrouw, homoseksualiteit, abortus en euthanasie. Dat feit is zonder precedent. Daarom is het volgens Scheffer voorbarig om, zoals Ayaan Hirsi Ali, te beweren dat integratie van de islam in de democratie onmogelijk is. Hij vraagt zich af welk doel ermee gediend is zo’n ontwikkeling bij voorbaat uit te sluiten.

De toegevoegde waarde van dit boek is dat het de immigratieproblemen poogt te verklaren en in een breder perspectief plaatst, dat bijna als vanzelf uitnodigt tot een nieuwe blik. Scheffer zegt het in zijn slothoofdstuk nog pertinenter: „De komst van migranten is niet alleen onomkeerbaar, maar dwingt iedereen om boven zijn bevangenheid uit te stijgen.”


Een scherpe en vooruitziende blik

NRC Handelsblad van 29 januari 2000 bevatte een omvangrijk artikel dat een grote invloed zou hebben op het immigratie- en integratiedebat hier te lande. Publicist Paul Scheffer waarschuwde in ’Het multiculturele drama’ dat zich in Nederland een etnische onderklasse aan het vormen was. Grote groepen allochtonen dreigden maatschappelijk te mislukken, er was een schisma gaande tussen witte en zwarte scholen en het niveau van die laatste categorie was bedroevend laag. Regering en Tweede Kamer miskenden het gevaar - zij hadden meer oog voor de voordelen van de multiculturele samenleving en namen de nadelen voor lief. Scheffer (Nijmegen, 1954) nam daarbij ook zijn eigen PvdA en andere linkse partijen op de korrel. Uit die progressieve hoek kreeg de auteur nog wel kritiek op zijn essay - hij zou zich schuldig maken aan xenofobie. Maar in de reacties - ook op de langere termijn - overheerste de waardering voor de scherpe en vooruitziende blik waar Scheffer blijk van gaf. Wie het stuk terugleest, ziet dat het hier en daar gedateerd is, maar opvallend is toch hoeveel argumenten en elementen die Scheffer destijds aandroeg nog steeds een rol spelen in de publieke discussie.

Scheffer bezet sinds 2003 de Wibautleerstoel Grootstedelijke problematiek aan de Universiteit van Amsterdam. Begin 2005 speelde hij met de gedachte zich kandidaat te stellen voor het lijsttrekkerschap van de PvdA, uit onvrede met de kandidatuur van Wouter Bos. In de jaren negentig overwoog hij een kandidatuur voor een kamerzetel. In beide gevallen zag hij ervan af.


Trouw, 06-10-2007 (Hans Goslinga)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #3  
Oud 6th October 2007, 17:43
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Hoe kan het dat we ons zo onkwetsbaar hebben gevoeld?

Hoe kan het dat we ons zo onkwetsbaar hebben gevoeld?


Zeven jaar geleden publiceerde Paul Scheffer zijn geruchtmakende artikel 'Het multiculturele drama'. Dat stond voor hem aan het begin van een onderzoek naar de verschillende aspecten van immigratie en integratie. Hieronder kijkt hij op een persoonlijke manier daarop terug.



De conclusie van mijn beschouwing 'Het multiculturele drama' uit januari 2000 luidde: een parlementair onderzoek naar het immigratie- en integratiebeleid is nodig, want nu worden hele generaties onder het mom van tolerantie afgeschreven. Het huidige beleid van ruime toelating en beperkte integratie vergroot de ongelijkheid en draagt bij tot een gevoel van vervreemding in de samenleving. De tolerantie kreunt onder de last van achterstallig onderhoud. Met de nodige aarzeling voegde ik er nog een zin aan toe: het multiculturele drama dat zich voltrekt, is dan ook de grootste bedreiging voor de maatschappelijke vrede.

Aanleidingen voor mijn beschouwing over het multiculturele drama waren er genoeg: de groeiende kloof tussen zwarte en witte scholen in mijn eigen Amsterdam; de tomeloze agressie van veel Marokkaanse jongeren; de morele vragen die de opvang en ook de uitzetting van asielzoekers opwierpen; en het achterblijven in het onderwijs van de kinderen van de migranten. Dat alles riep een onderhuids onbehagen op: ik had werkelijk niet het idee dat de samenleving er beter op werd.

Ik ging bij mezelf te rade, merkte dat mijn eigen verdraagzaamheid onder druk stond en wilde vervolgens iets terugzeggen. De grote nadruk op maatschappelijke samenhang in mijn beschouwing over het multiculturele drama kwam voort uit het besef dat een open samenleving breekbaar is. Ik dacht: hoe meer we het conflict tot ons laten doordringen, hoe beter we het kunnen hanteren. De lange traditie van conflictvermijding, die de Nederlandse samenleving veel heeft opgeleverd, gaf geen goed antwoord op de migratie. Ik maakte me grote zorgen over de maatschappelijke vrede in ons deel van de wereld en geloofde dat de migratie de democratische omgangsvormen ten zeerste zou beproeven.

Dat is tot op de dag van vandaag mijn voornaamste beweegreden geweest om over deze kwesties te schrijven. Juist het niet stellen van vragen over de problemen die alle omvangrijke migratiebewegingen met zich meebrengen, heeft het populisme zo'n kracht gegeven. Ik had graag gezien dat de gevestigde partijen zich deze thema's eigen hadden gemaakt en niet de andere kant op hadden gekeken totdat een aanzienlijk deel van de kiezers aan de noodrem trok. Mijn beschouwing over het multiculturele drama wilde zo'n ontwikkeling voor zijn door de aandacht op de problemen te vestigen, maar volgens sommigen heeft ze er juist toe bijgedragen dat de afwijzing van de immigratie salonfähig werd.

Vanaf het moment dat ik mijn beschouwing over het multiculturele drama heb gepubliceerd, is er letterlijk geen dag meer voorbijgegaan dat ik er niet op ben aangesproken. Ik zal het te vaak misbruikte woord 'verrijking' niet snel in de mond nemen, maar ik heb veel geleerd, ook over mezelf. Zoals iemand tegen me zei: 'Als het geen pijn doet gaat het nergens over.' Zo heb ik met vallen en opstaan bijgedragen aan de meningsvorming over een van de belangrijkste vraagstukken van deze tijd. Veel van mijn ervaringen hebben in het hiernavolgende hun neerslag gekregen. Het is daarmee de vermenging van gesprekken en studie, van talloze debatten en eenzame uren tussen de boeken; het risico van een publieke stellingname en dan weer de betrekkelijke veiligheid van de studeertafel.

De ene dag loop ik rond in de Aya Sofia-moskee aan de Baarsjesweg in Amsterdam: een honderdtal overwegend oudere mannen zit bijeen in de hal en kijkt naar de Turkse zender. In de lange gang van deze voormalige garage zijn winkeltjes met groenten, rijst, maar ook met sombere islamitische lectuur. Er heerst een landerige stemming. Het verlangen naar vroeger hangt in de lucht.

Ik spreek aarzelend met enkele imams, de vertaling van het Nederlands naar het Turks maakt het allemaal nog stroever. We hebben toch gedaan wat er van ons verwacht werd: hoezo is er een drama? Een handvol meisjes in bonte hoofddoeken knikt instemmend. Maar de hervormingsgezinde directeur van de Turkse moslimorganisatie Milli Görüs zegt: 'Mijn probleem is dat mijn mensen denken dat hun achterstand is ontstaan omdat ze niet voldoende moslim zijn. Ik zeg dat we los moeten komen van het denken in termen van meerderheid en minderheden, hij antwoordt: 'Ja, er komt een dag in Amsterdam dat de meerderheid een minderheid is. Ik zie dat met angst tegemoet.'

Een andere dag zit ik in een zalencomplex bij het Centraal Station in Rotterdam bij de enthousiaste oprichting van Alumnia, een netwerk van hoogopgeleide Marokkanen. Mannen in serieuze pakken en oogverblindende vrouwen. Er is geen enkele hoofddoek te zien. De ambities zijn torenhoog: hier is de wil om vooruit te kijken overduidelijk.

De boosheid is overigens ook onmiskenbaar, maar ik denk: zonder ambities zijn er ook geen frustraties. En toch hoor ik te veel bitterheid in de gesprekken aan tafel: 'Alles wat van ver komt vinden jullie interessant, behalve de mensen.' Altijd voel ik me op zulke momenten opgesloten in het gevoel ambassadeur te zijn van de witte meerderheid. Telkens moet ik de vraag beantwoorden: 'Wat willen jullie nu van ons? Zeg het dan.' Plotseling zegt iemand aan het andere eind van de tafel: 'In Nederland doet men nu met ons wat men met de joden had moeten doen: beschermen, opbergen.'

Zo ben ik op een dag te gast in de Bijlmer, waar een zaaltje vol Surinamers op een heftige en ook vrolijke manier met me van mening verschilt over het probleem van de dubbele loyaliteit. Kun je Surinamer en Nederlander tegelijk zijn en hoe gaat dat in zijn werk? Pas iets later wordt het duidelijk: de Surinamers uit Nederland worden in Suriname niet echt toeschietelijk behandeld, ze zijn eigenlijk te Hollands geworden. Zeuren over op tijd komen, niet meer gewend aan de kleine corruptie, dat soort problemen. De aanwezigen vinden dat Suriname te onverschillig staat tegenover zijn migranten, maar ook dat de Surinamers in Nederland meer aan hun land van herkomst zouden kunnen bijdragen. Met enige jaloezie wordt gesproken over de hulpvaardigheid van de Turkse gemeenschap na een aardbeving in Turkije.

Ik noteer losse opmerkingen tijdens het debat: 'De Bijlmer is de eerste stad die Surinamers op Hollanders hebben veroverd. Ik baal van Nederland met zijn miljoenen wetjes.' De reacties na mijn voordracht gaan op en neer tussen iemand die kribbig opmerkt: 'Je probeert ons klein te houden', en een ander die zeker weet: 'Je wilt een deal met ons sluiten.' Na afloop voegt iemand me honend toe: 'Luister, we zijn geen hobby of zo.' Ik denk bij mezelf: het zal wel, maar ik wil ook niet mijn beroep van jullie gaan maken.

Weer een andere dag ben ik in een buitenwijk van Lelystad bij een islamitisch rouwritueel aanwezig. Ik zit op een bank in de huiskamer, terwijl op het tapijt voor me een paar mannen vurig in de richting van Mekka bidden. Hun voorhoofden raken bijna mijn schoenpunten. Ik knik bemoedigend naar de Libanese imam die het zesenvijftigste vers uit de Koran voorleest, waarin het gaat over het laatste oordeel en hoe de ongelovigen zullen drinken van het hellekooksel. Voor iemand die geen gelovige is een wat ongemakkelijk gevoel, dat overigens in het niet valt bij de liefdevolle ontvangst. We spreken na afloop over de gespannen toestand in Nederland en een van de aanwezigen zegt: 'Moslims zijn de grootste bedreiging voor de islam.' De woorden van een andere imam komen weer in mijn herinnering bovendrijven. Tijdens een debat vroeg hij met wanhoop in zijn stem aan een van de gelovigen, die hem zojuist scherp had aangevallen: 'Ik zeg tegen mijn broeder: Allah kijkt naar ons. Zijn we goede moslims zoals we nu zijn? Als we sterk staan dan komen we voor elkaar op, dan zouden we toch een voorbeeld van harmonie moeten zijn?'

De ene dag op mijn eindeloze rondgang door Nederland spreek ik in Zwolle een zaal vol jongeren uit de Turkse gemeenschap toe en voel ik hoe moeilijk het wantrouwen te overwinnen is. Wat zijn eigenlijk de bedoelingen van deze spreker, die zo de nadruk legt op alle problemen? Waarom heeft hij het aldoor maar over de taalachterstanden? Schuilen er geen onheuse bedoelingen achter die bezorgdheid? 'U hebt de graankorrels geleverd waar de populisten het meel van hebben gemaakt, dat is uw tragiek.' Een ander zegt: 'Er is verschil tussen verantwoording afleggen en verantwoordelijkheid voelen.'

Ik moet terugdenken aan wat een Turkse jongen, die werkt als journalist, eerder tegen me zei: 'Wat heeft dit land me eigenlijk te bieden?' Bij die woorden voelde ik ergernis opkomen, want waarom heb ik zo weinig gehoord dat mensen dankbaar zijn dat ze hier kunnen leven? Dat ze, net als ikzelf overigens, de vruchten kunnen plukken van eeuwen van vreedzaam en welvarend samenleven? Pas aan het einde van een lange middag klaart de lucht op en een paar dagen later schrijft de organisator in een bedankbriefje: 'Een Turks spreekwoord luidt: een ware vriend spreekt ook bittere woorden.'

Nog zo'n dag op mijn zwerftocht: ik spreek de afdelingsvergadering van een politieke partij in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart toe. De zaal is tot op het bot verdeeld tussen de gevestigde partijleden en de nieuwkomers. Een vrouw wier zoon wordt geterroriseerd door buurtgenoten zegt: 'De Nederlandse jongens hebben het op straat verloren van de Marokkanen; de afrekening komt later als ze een baan willen.' Het is niet lang na de moord op Theo van Gogh en iemand anders merkt eenvoudigweg op: 'Ze zijn te ver gegaan.'

De aanwezige Marokkanen laten het niet over hun kant gaan: 'Wanneer ziet men mij als Nederlander: ik heb toch alles gedaan om niet op te vallen?' Inderdaad, de uitnodiging aan migranten om zich in de samenleving te manifesteren is dubbelzinnig: bij velen is de stilte een manier om te overleven en een strategie van behoedzame aanpassing. We hebben slechte ervaringen met zichtbaarheid. Maar er is ook altijd weer het tegenstrijdige verzoek van migranten en hun kinderen: 'Beoordeel me los van mijn achtergrond, maar vergeet nooit waar ik vandaan kom.' Zo zijn we aan beide kanten gevangen in dubbelzinnigheid.

Weer een andere dag ben ik op bezoek bij een parlementslid en later bij een hoogleraar, die beiden bedreigd worden vanwege hun uitlatingen over de islam. Oog in oog met een handvol beveiligers vraag ik me beklemd af in welk land ik verzeild ben geraakt. Het onbevangen idee dat de vrijheid van spreken alom gewaardeerd wordt, behoort ineens bij een ver en onwaarschijnlijk verleden. Hoe kan het dat we ons zo onkwetsbaar hebben gevoeld? Hoe kan het dat twee migranten - de een uit Somalië, de ander uit Iran - het land zo met zijn eigen tekorten hebben geconfronteerd?

Het kamerlid brandt tijdens een gesprek ineens los: 'Ik bedoel het niet persoonlijk, maar je kiest altijd de veilige kant, de afstand. Stukken schrijven, college geven, en maar kankeren op het parlement, onze meest vitale institutie die in verval is geraakt. Maar zelf echt iets doen, nee, aan de zijlijn staan roepen. Een risico nemen, daar zijn jullie niet erg goed in.' Ik ontplof: 'Hoezo jullie, kunnen we het persoonlijk houden? En wie bepaalt hier eigenlijk wat het centrum is en wat de zijlijn? Er zijn zoveel manieren om verantwoordelijkheid te dragen. Schrijven is dat misschien wel bij uitstek, omdat je zelf altijd de zwakste schakel bent, je nooit achter een ander kunt verschuilen.'

Zo is het telkens gegaan: de afgelopen jaren waren een rauwe en ontroerende ontdekkingsreis in eigen land, zeg maar gerust een inburgeringscursus om van te dromen. We leven in een land van aankomst, een land waar velen van heinde en verre naartoe zijn gekomen en een land waar mensen al generaties lang leven. Dat is een kwetsbare verandering. Het debat is vaak fel, omdat er veel op het spel staat. Kader Abdolah schreef in een reactie op mijn multiculturele drama: 'Paul Scheffer, ga aan de kant. Dit land is nu ook van ons. Ik antwoordde hem door te zeggen dat er ruimte genoeg voor ons beiden is, maar dat ik het mooi vond dat hij zei: Dit land is nu ook van ons.' Later dacht ik dat we verder zouden zijn wanneer hij zou schrijven: 'Dit land is nu ook van mij.' Maar misschien moeten we wel concluderen dat het land momenteel van steeds minder mensen is, dat het aan iedereen dreigt te ontglippen. De uitnodiging bestaat er nu in om zich het land opnieuw toe te eigenen en daarmee zal het een ander land worden.

Het zoeken begon met de gedachte tot hier en niet verder en werd onontkoombaar tot hier en nu verder. Een verschrijving hielp me op weg. Ergens in een beschouwing merkte ik op dat migranten die 'de rest van hun leven' in dit land verblijven, meer moeite zouden kunnen doen om zich de taal eigen te maken. Toen ik het teruglas, stond er niet 'de rest van hun leven', maar 'de rest van mijn leven'. Ik veranderde het, maar nu denk ik dat er had moeten staan 'de rest van hun en mijn leven'. Pas wanneer we beide gezichtspunten serieus nemen, kunnen we uiteindelijk zeggen 'de rest van ons leven'.

Paul Scheffer is hoogleraar grootstedelijke problematiek aan de universiteit van Amsterdam

Dit is, enigszins bekort, het slot van het eerste hoofdstuk van 'Het land van aankomst' dat sinds gisteren in de boekhandel ligt. Uitgeverij De Bezige Bij, 478 pagina's, 22.50 euro, gebonden 27.50 euro. Vrijdag verschijnt in De Letteren een bespreking van het boek


DS, 06-10-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #4  
Oud 12th October 2007, 19:41
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Vechten is hechten

Vechten is hechten

Paul Scheffer, Het land van aankomst, Amsterdam: De Bezige Bij, 2007, 476 blz.


Jaren geleden verkondigde Paul Scheffer het failliet van de integratie. Een schokgolf ging door Nederland. In zijn nieuwe boek zoekt hij moeizaam uitwegen uit de impasse.


Zelden verwekte een krantenstuk zoveel commotie als het essay Het multiculturele drama dat Paul Scheffer in januari 2000 in NRC Handelsblad schreef. Scheffer, een sociaal-democraat, hekelde de mislukte integratie van allochtonen en het officiële stilzwijgen daarover: 'Hele generaties worden onder het mom van tolerantie afgeschreven. Het huidige beleid vergroot de ongelijkheid en draagt bij tot een gevoel van vervreemding in de samenleving. De tolerantie kreunt onder de last van achterstallig onderhoud.' Vloeken in de kerk, vond links dat. Maar de onheilsprofeet Scheffer kreeg gelijk. De volgende jaren zou Nederland onherkenbaar veranderen. Er was 'de opstand der burgers', de politieke moorden op Pim Fortuyn en Theo Van Gogh, de zaak-Hirsi Ali. Intussen zit het hele land in een identiteitskramp. Eis dat de Koran wordt verboden en je bent geen schertsfiguur meer, maar een politieke held.

Naar het nieuwe boek van 'Cassandra' Scheffer werd dan ook gespannen uitgekeken. Het land van aankomst nam zich voor de in Het multiculturele drama beschreven impasse te overwinnen - geen minne ambitie. Lezers van De Standaard kregen in 2002 al een voorproefje in een vijfdelig kerstessay, maar vervolgens werd de publicatie keer op keer uitgesteld. Er gebeurde ook zoveel, Scheffer had de grootste moeite om bij te benen. Nu ligt Het land van aankomst eindelijk in de rekken en het moet gezegd, het is een indrukwekkend boek. Ook al biedt Scheffer geen gerede uitweg, de vele kronkels in de route zijn ongemeen scherp in kaart gebracht.

Aan één weldenkende dooddoener ergert professor Scheffer - inmiddels hoogleraar grotestedenproblematiek - zich mateloos: 'Migratie is van alle tijden'. Dat klopt uiteraard, maar de huidige migratiegolf verschilt drastisch van die van vorige eeuwen, en wel om drie redenen.

De belangrijkste is de verzorgingsstaat met zijn ruimhartige sociale bescherming. Scheffer beweert niet dat migranten alleen worden gelokt door de vleespotten van onze sociale zekerheid, maar ze raken wel snel verstrikt in de vangnetten ervan. De grote werkloosheid in de migrantenpopulatie is historisch nooit gezien: zij zouden juist het hardstwerkende en ondernemendste deel van de bevolking moeten zijn. Immigratie rijmt maar moeilijk met de verzorgingsstaat, stelt Scheffer vast.

Ook de culturele rem van de islam is een nieuw gegeven: een godsdienst die in de landen van herkomst alles beheerst en die zich als minderheidsreligie in een seculiere, liberale samenleving opnieuw moet uitvinden. Dat lukt niet zo best. En dan zijn er ook de satelliettelevisie en de goedkope vliegtuigtickets, waardoor migranten een veel sterkere binding met hun land van herkomst behouden. Velen leven in twee werelden tegelijk, een gespletenheid die door de mode van transnationale huwelijken over generaties wordt gespreid.

Om al die redenen verloopt de integratie veel moeizamer dan in het verleden. Drie generaties zouden wel eens niet kunnen volstaan, vreest Scheffer. Intussen betalen we steeds meer de prijs. Migratie mag verrijkend zijn, ze wrikt ook veel zekerheden los, zowel bij de migranten als bij de ingezetenen. Vervreemding en verlies overschaduwen in Scheffers analyse ruim de baten. De multiculturele samenleving is 'een eilandenrijk zonder bruggen', met steeds meer getto's in de grote steden, 'witte' en 'zwarte' scholen, sociale ongelijkheid en culturele segregatie. Achter het waanbeeld van multiculturele harmonie wordt de dagelijkse botsing van culturen steeds zichtbaarder. 'De open samenleving is in crisis', schrijft Scheffer. 'Overal staan de verdraagzaamheid en de vrijheid onder druk. Er zijn volksverhuizingen die de sociale en culturele rek te boven gaan.'

Migratie zonder conflicten bestaat niet. Zelfs in de geschiedenis van een traditioneel migratieland als de Verenigde Staten zijn de botsingen legio.

Alleen zijn we in West-Europa heel lang in de fase van vermijding blijven steken, betoogt Scheffer: in het kader van de pacificatie werden conflicten steevast onder de mat geveegd. Men leefde naast elkaar en negeerde de tegenstellingen.

Eigenlijk was de veel geroemde Nederlandse tolerantie vooral onverschilligheid.

De multiculturalisten hadden ook geen oog voor de ontworteling van de ingezetenen. Hun vervreemding werd afgedaan als nostalgie, of erger nog, als vreemdelingenhaat. 'Pas nu de middenklasse zich niet meer aan de veranderingen kan onttrekken, is het debat opengebroken. Te lang waren diegenen die niet in de wijken woonden waar de migranten zich vestigden, de warmste pleitbezorgers van de multiculturele samenleving, terwijl diegenen die er wel woonden op den duur wegtrokken.'

Intussen ligt de fase van vermijding achter ons en het conflict woedt in alle openheid. Op zoek naar houvast vliegen nieuwkomers en ingezetenen elkaar bij elk incident in het haar. Soms is dat schrikken, maar kan het anders? 'Waar te lang gezwegen is, wordt te veel en te luid gesproken.' En eender hoe, er is geen weg terug. Volgens Scheffer hebben we het samenleven niet verleerd, we zijn elkaar alleen maar uit de weg gegaan. Nu moeten we elkaar in de open confrontatie vinden. Alleen zo ontstaat een gemeenschappelijke grond voor het samenleven. Zoals het volksgezegde luidt: 'vechten is hechten'.

Het probleem van Europa is dat we de veranderingen die grote migratiestromen met zich meebrengen altijd hebben onderschat. Het vraagstuk snijdt zo diep omdat de kern van onze instituties en vrijheden erdoor wordt geraakt. Ingezetenen vinden dat de oplossing simpel is: de migranten moeten zich als minderheid maar aan de oude meerderheid aanpassen. Maar dat is te kort door de bocht gedacht, vindt Scheffer. Wil de open samenleving overleven, dan zijn nieuwe gedeelde normen en een nieuw burgerschap nodig. 'Wie migranten vraagt kritisch naar hun tradities te kijken, moet ook zelf bereid zijn om de eigen vanzelfsprekendheid tegen het licht te houden. De komst van de migranten is niet alleen onomkeerbaar, maar ook een unieke kans tot zelfbespiegeling. Het is tijd voor groot onderhoud en een grondige verbouwing.'

Welke kant moet die verbouwing uit? Scheffer pleit zonder omhaal voor een restrictieve migratiepolitiek: 'Gelijkheid binnen de grenzen veronderstelt ongelijkheid aan de grenzen.' Grootschalige immigratie kan het Europese vergrijzingsprobleem niet oplossen, waarschuwt hij. Om zijn bevolking op peil te houden, zou het oude continent tot 2050 1,3 miljard nieuwe migranten nodig hebben. Een surrealistisch cijfer: bij zo'n instroom kan Europa onmogelijk Europa blijven. Ook die migranten worden oud.

Sta alleen inwijking van goed opgeleide (en bij voorkeur niet-islamitische) migranten toe, adviseert Scheffer. We hebben nu al een veel te groot overschot van laaggeschoolde migrantenkinderen. Om de verzorgingsstaat overeind te houden, pleit de sociaal-democraat ervoor dat migranten slechts na enkele jaren toegang krijgen tot de sociale zekerheid, zoals in de VS. Alleen wie bijdraagt, geniet mee. Dat geldt trouwens ook voor ingezetenen. In Nederland krijgen jongeren onder 25 geen uitkering meer: het is of werken, of een opleiding volgen. Tien jaar geleden was het ondenkbaar geweest.

Ook wat de islam betreft, is Scheffer zeer flinks. Aan de scheiding van kerk en staat en aan de vrijheid van meningsuiting mag niet worden getornd. Moslims zullen aan Mohammedcartoons moeten wennen. Er bestaat geen godsdienstvrijheid zonder kritiek op het geloof: 'Tolerantie vraagt een open samenleving waar de meningen vrijelijk kunnen botsen.' Dit in tegenstelling tot de multiculturele etiquette met zijn talloze taboes: omwille van de lieve vrede was het beter nergens over te oordelen. Zo'n afzijdigheidsmoraal haalt de basis van het samenleven onderuit, vindt Scheffer terecht.

Als gedeeld burgerschap een kans wil maken, zullen zowel migranten als ingezetenen uit hun schulp moeten komen. 'Eigen volk eerst' is immers niet alleen een kreet van Vlaams Belangers, maar net zo goed van Marokkaanse migranten die zich terugtrekken in hun eigen getto's. Paul Scheffer onderschrijft voluit de eis om inburgering, en om een einde aan de naturalisaties op simpel verzoek: nationaliteit moet opnieuw iets inhouden. Hij klaagt over het geringe engagement van migranten die 'volharden in slachtofferschap'. Maar ook de ingezetenen moeten dringend meer betrokkenheid tonen bij de publieke zaak, zegt hij. In de nasleep van de jaren 1960 met hun eenzijdige klemtoon op individuele vrijheid zijn de plichten een beetje zoekgeraakt. Burgerschap staat of valt nu eenmaal met de mate waarin mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. 'Zonder wij gaat het niet', schrijft Scheffer. 'Zonder kritische betrokkenheid vergruist de samenleving.'


DS, 12-10-2007 (GILBERT ROOX)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 21:01.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.