#1
|
||||
|
||||
De vierde macht
MACHT BOVEN MACHT
Guy Quaden is een minzaam man. Maar de gouverneur van de Nationale Bank heeft als 's lands hoogste monetaire autoriteit het recht - de plicht vindt hij - de overheid, de sociale partners en alle burgers te zalven en te slaan. Dat deed hij vorige week opnieuw in zijn gevreesde 'Inleiding' bij het Jaarverslag van de NBB. Sinds de invoering van de euro zijn de monetaire overheden van de lidstaten gebundeld in de Europese Centrale Bank, waar de Fransman Jean-Claude Trichet de club centrale bankiers voorzit waartoe Quaden behoort. Het zijn geen vrolijke jongens daar in Frankfurt. Zij klagen erover dat regeringen begrotingstekorten maken en onvoldoende besparen, dat sociale partners te stug zijn om de arbeidsmarkt te versoepelen en dat de bevolking lui profiteert van de sociale zekerheid. En er wordt rekening gehouden met het klaagclubje. De centrale bankiers hebben macht. De functie van Quaden staat niet in de grondwet en Trichet en de zijnen prijken niet in de nieuwe Europese Conventie. Maar de monetaire overheid fungeert als dé vierde macht, naast de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke (laat de pers dan maar de vijfde macht zijn). Centrale bankiers zijn immers geen gewone bankiers (die ondernemingen leiden en winst moeten maken), zij vormen dé monetaire overheid. Na de Grote Depressie vorige eeuw werden onafhankelijke centrale banken opgericht, verantwoordelijk voor het geld - omdat de privé-bankiers het daar te bont mee hadden gemaakt en vanwege de vrees dat ministers van Financiën te gemakkelijk geld zouden drukken om hun uitgaven te betalen en zo muntontwaarding zouden veroorzaken. Sindsdien is een autonome autoriteit verantwoordelijk voor de monetaire stabiliteit en het behoud van de waarde van de munt. De ECB neemt die opdracht zeer ter harte. Met gevreesde wapens als renteverhoging en beperking van de geldhoeveelheid toomt zij de inflatie in. Daardoor doet ze dan ook echt aan politiek (de organisatie van de gemeenschap). Haar monetair beleid is niet neutraal. Het doorkruist het economisch en werkgelegenheidsbeleid van de eurolanden. Hoge rente (een stuk hoger dan in de VS) en het beperkte geldvolume (de VS trekken zich daar niets van aan) remmen de economische activiteit af. De sterke euro (een probleem van de dollar, maar de ECB is er gerust op) verziekt de export. De relatie tussen de Europese politici en de centrale bankiers is troebel. De verkozen beleidvoerders ergeren zich aan de arrogantie van de monetaire autoriteit. Het is bekend dat bondskanselier Helmut Schröder als het ware op voet van oorlog leeft met de centrale bankiers, die geen oog hebben voor zijn economische miserie. De vakbonden zijn gewoon woedend over die lui van Frankfurt: de anti-inflatiestrijd komt de rijken ten goede, zij hebben het meeste geld, wie weinig geld heeft verliest alleen zijn werk en levert in op zijn sociale zekerheid. In die aanhoudende strijd tussen de politieke en de monetaire autoriteit in Europa haalden de politici (Schröder en de Franse president Jacques Chirac) onlangs hun slag thuis. Zij kelderden het Stabiliteitspact, dat hun begrotingstekorten remt. De Europese Centrale Bank betreurt dat. En die stratego zal verder worden gespeeld zolang de centrale bankiers in een politiek vacuüm werken. Frankfurt is aan niemand verantwoording verschuldigd. Alan Greenspan van de Fed, de Amerikaanse centrale bank, moet het om de vier maanden bij het Congres gaan uitleggen. Zijn onbetwiste onafhankelijkheid steunt op een politieke consensus. De politieke overtuiging van de centrale bank in Frankfurt - monetair liberalisme of liberaal monetarisme - zou ook beter moeten sporen met de politieke mainstream van Europa. Guido Despiegelaere, Knack 02-03-2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |