|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Niveau Frans ondermaats in lager onderwijs
De Vlaamse onderwijsinspectie heeft dinsdag haar jaarlijks rapport voorgesteld. Voor het eerst werd daarin gekeken naar de kwaliteit van de Franse lessen in de derde graad van het gewoon basisonderwijs. Daar blijkt heel wat ruimte voor verbetering.
Globaal krijgt 50 procent van de doorgelichte scholen een gunstig advies van de Vlaamse onderwijsinspectie. 46 procent krijgt een ‘beperkt gunstig advies’ en 4 procent kreeg een negatieve beoordeling. Op zich is dat niet erg verschillend in vergelijking met voorgaande jaren, met uitzondering van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, waar de kwaliteit van de basisvorming er merkbaar op vooruitgaat. Eén van de thematische onderzoeken in dit rapport focuste zich specifiek op het Frans in de derde graad van het gewoon basisonderwijs. En blijkbaar pakt men het aanleren van grammatica en woordenschat in ongeveer de helft van de onderzochte scholen niet zo goed. In 56 procent ligt het accent onvoldoende op mondelinge vaardigheden. Nochtans staan net die vaardigheden centraal in de nieuwe eindtermen. Daarnaast bleek woordenschat en grammatica bij 49 procent van de onderzochte scholen een doel op zich, terwijl dat eerder de verantwoordelijkheid is van het secundair onderwijs. De inspectie adviseert dan ook dat basis- en secundair onderwijs beter gaan samenwerken en de verwachtingen correct op elkaar afstemmen. Weinig spreekdurf Maar de grootste verrassing voor de inspecteurs was misschien wel dat leraren zich onvoldoende bewust zijn van hun rol als ‘taalmodel’. Het ontbreekt hen in een derde van de bezochte scholen aan voldoende taalbagage, voldoende spreekdurf en een goede Franse uitspraak. Daardoor leren leerlingen onder meer verkeerd articuleren en intoneren. Tegelijk vormt het voor leraren een uitdaging om fouten bij leerlingen niet voortdurend vormelijk te corrigeren. ‘Dat is immers weinig bevorderlijk voor de spreekdurf en voor de communicatieve taalverwerving’, klinkt het. Heel wat alarmbelletjes die afgaan, dus. Daarom raadt de onderwijsinspectie Hogescholen onder meer aan in te zetten op nascholingsinitiatieven en vormingen, en de opleidingen beter af te stemmen op de eindtermen van het basisonderwijs. Aan de scholen zelf wordt aangeraden om betere structuren en expertise-uitwisseling te voorzien, en om de interne kwaliteitszorg voor het leergebied Frans te versterken. Leerkrachten zelf zouden volgens de inspectie tot slot de kansen beter kunnen benutten om de eigen taalvaardigheid en deskundigheid voor het leergebied Frans te verhogen. Bron: De Standaard (http://www.standaard.be/cnt/dmf20170425_02850825) Datum: 25/04/2017 Mening: Ik vind het goed dat men de eindtermen heeft aangepast: mondelinge interactie is heel erg belangrijk. Ik vind dus ook dat in het lager onderwijs hierop de nadruk moet worden gelegd. Zelf zou ik het ook een goed idee vinden om al vroeger te beginnen met het geven van het vak Frans. Hoe vroeger je ermee begint, hoe sneller de leerlingen zich aan de vreemde taal aanpassen. De samenwerking tussen het lager en het secundair onderwijs is essentieel om de inhoud van het vak af te stemmen op elkaar. Het is inderdaad moeilijk om vaak spreekfouten te verbeteren, omdat je dan de spreekdurf van leerlingen weg zou kunnen nemen. Toch is het belangrijk om al van in het begin op een goede uitspraak te oefenen. Ik denk dat het moeilijk is om de taalfouten er in het middelbaar onderwijs nog uit te halen. Ik begrijp zeker dat de leerkrachten in het lager onderwijs zich niet optimaal kunnen inzetten voor het vak Frans: ze hebben nog zoveel andere vakken te geven. Daarom is het misschien een goed idee om specifieke taalleerkrachten in te zetten om deze lessen te geven. Deze leerkrachten hebben een sterkere basiskennis en staan misschien sterker in hun schoenen om de taal over te brengen naar de leerlingen toe. |