|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Grote verschillen tussen kraamklinieken
Het maakt wel degelijk verschil in welke kraamkliniek je bevalt. In sommige is de kans dat je wordt ingeleid of een keizersnede krijgt tot drie keer groter dan in andere.
Er werden in 2015 weer iets minder kinderen geboren in Vlaanderen. Het waren er 63.877, blijkt uit het zopas gepubliceerde jaarverslag van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE). De gemiddelde leeftijd waarop een vrouw in Vlaanderen haar eerste kind krijgt, bedraagt nu 28,8 jaar. Een kwarteeuw geleden was dat nog 26,3 jaar. Minder dan de helft van de kinderen is in 2015 geboren bij een moeder die nog geen 30 jaar oud was. Zeven op de tien moeders zijn bij hun bevalling tussen 25 en 34 jaar. 1.729 vrouwen, of 2,7 procent, waren al 40 jaar of ouder. Ruggenprik De meeste geboortes vinden plaats op de kraamafdeling van een ziekenhuis. En het maakt wel degelijk verschil in welk ziekenhuis je je daarvoor aanmeldt. In kraamafdelingen die de kans bieden om onder water te bevallen – dat zijn er slechts een handvol in Vlaanderen – is het aantal epidurale verdovingen veeleer laag: niet meer dan 19,5 procent. Terwijl gemiddeld toch 7 op de 10 Vlaamse vrouwen zo’n verdoving via een ruggenprik krijgen bij hun bevalling, in sommige kraamklinieken zelfs 8,5 op 10. Er zijn nóg grote verschillen. Op sommige plaatsen ondergaat liefst een op de drie vrouwen (32,1 procent) een keizersnede, terwijl dat in andere maar een op de acht is (13,2 procent). Gemiddeld komen we voor Vlaanderen voor het derde jaar op rij uit op net 20 procent, een op de vijf. Eenzelfde fenomeen doet zich voor bij het inleiden van de bevalling. Bijna een kwart van de bevallingen in Vlaanderen wordt ingeleid (23,9 procent). In de ene kraamkliniek gebeurt dat maar in een op de tien gevallen (10,4 procent). Andere kraamklinieken bezetten met liefst 37,9 procent het andere uiterste. De enige medische ingreep die in dalende lijn zit, is de episiotomie of ‘knip’. In 2001 gebeurde die nog bij 7 op de 10 bevallingen, nu is het gemiddelde voor het eerst gezakt tot minder dan de helft (47,2 procent). Vooral vrouwen die niet voor het eerst bevallen (31 procent) of die spontaan bevallen (34,4 procent), zonder enig ingrijpen, behoeven geen knip. Datum: 25 oktober 2016 Bron: De Standaard http://www.standaard.be/cnt/dmf20161024_02537167 Mijn Mening: Het verbaast me niet dat vrouwen steeds later bevallen van hun eerst kind. Ten eerste gaan vrouwen tegenwoordig vaker hogere studies aanvatten. Tegen dat ze dan een diploma op zak hebben en hun eigen leven kunnen beginnen zijn ze al vaak 24 jaar oud. Naast de langere studieperiode willen we in deze woelige wereld ook eerst enkele zekerheden opbouwen, voor we de zorgen van een kind er willen bijnemen. Ik denk hierbij dan aan een vaste relatie, een vaste woonplaats en een vaste job als voornaamste punten. Om dit alles te realiseren, verstrijkt er vaak al heel wat tijd. Ik vind het wel raar dat er zo'n grote verschillen zijn in manier van bevallen afhankelijk van het ziekenhuis waar dat je terecht komt. Zou het dan afhangen van de dokter die sneller verkiest voor een ruggenprik of keizersnede? Ik heb altijd gedacht dat een keizersnede enkel gedaan werd als een gewone bevalling onmogelijk was. Dat er in het ene ziekenhuis 20% meer keizersnede voorkomen lijkt me toch een groot verschil dat we zeker in het oog moeten houden. Dokters moeten letten op wat het beste is voor de moeder en het kind en niet naar wat zij het makkelijkste of aangenaamste vinden om uit te voeren. Laatst aangepast door Annelies H*nssens : 25th October 2016 om 12:07. |