VAB: "Jongeren kunnen niet goed autorijden"

Jonge bestuurders hebben vaak een verkeerd rijgedrag omdat ze niet beschikken over de juiste basitechnieken en omdat ze niet preventief rijden. Dat leidt mobiliteitsclub VAB af uit een screening van het rijgedrag van 435 jonge bestuurders. Er is ook een opmerkelijk verschil tussen jongens en meisjes. Meisjes hebben vaker problemen met de technische beheersing van hun auto, terwijl jongens vaker nonchalant rijden.

Onderzoek rijgedrag
VAB-Rijschool onderzocht het rijgedrag van 435 jongeren die tussen twee maand en zes jaar hun rijbewijs hebben. Hun rijgedrag werd geëvalueerd door een rijinstructeur. Uit de test blijkt dat vooral preventief rijden en het beheersen van een aantal basistechnieken (o.a. rem- en stuurtechniken) de grootste pijnpunten vormen.

Opvallend verschil
Opvallend is ook het versschil in het rijgedrag tussen jongens en meisjes. Meisjes blijken vaker problemen te hebben met de technische beheersing van het voertuig. Zo gebruiken ze bijvoorbeeld vaak de verkeerde remtechniek. Ze duwen eerst de koppeling in en dan pas de rem, waardoor ze later remmen en de remfastand vergroot. Jongens onderschatten dan weer de risico's van het verkeer. Ze rijden vaak nonchalanter (bv. met één hand rijden) en dus gevaarlijker.

Te snel
Zowel jongens als meisjes blijken moeite te hebben met het naleven van de snelheidslimieten. "De wettelijke limieten, vooral in de bebouwde kom, blijven een probleem", aldus VAB.

Pleidooi gecombineerde rijopleiding
De bevindingen liggen in de lijn van een eerder onderzoek naar het rijgedrag van jongeren die net hun praktijkexamen hadden afgelegd. Daarom is het volgens de VAB ook belangrijk om al met die knelpunten rekening te houden in de rijopleiding. VAB herhaalt haar pleidooi voor een gecombineerde rijopleiding waarbij de juiste basistechnieken worden aangeleerd door een professionele begeleider gevolgd door een periode van intensief oefenen met een vrije begeleider die zelf ook best een opfrissingscursus volgde. (belga/vsv)

www.hln.be

'Als je gaat brullen, heb je bij je kind afgedaan.'


ANTWERPEN - Veel jonge bestuurders hebben foute basistechnieken, een beperkt verkeersinzicht en beheersen hun voertuig te weinig. Vaak zijn het de ouders die aan de basis liggen.


'Rijden is bijna artisanaal', zegt Patrick Bruynbroeck (47), die zijn dochter leert rijden. 'Je weet wel hoe het moet, maar het overbrengen is veel moeilijker. Ik kan me voorstellen dat je dan snel iets fout aanleert.' Denise Jacobs (52), die haar schoondochter begeleidt, is een pak onzekerder over zichzelf. 'Als je al dertig jaar met de wagen rijd, doe je dat zo automatisch dat je op den duur niet meer weet wat je goed doet en wat niet. Ik zit met een pak vragen', geeft ze toe.

Denise en Patrick volgen een theoretische cursus bij de Vlaamse automobilistenbond VAB om hun kennis van de wegcode en rijvaardigheidstechnieken op te frissen. Dat veel ouders dat best kunnen gebruiken, blijkt uit een onderzoek van de VAB naar het rijgedrag van 435 jonge bestuurders tussen 18 en 24 jaar. Zij reden elk 20 minuten met een begeleider, die hun rijgedrag evalueerde.

Veel jongeren bleken foute basistechnieken, een beperkte technische beheersing en te weinig verkeersinzicht te hebben. 'En dat kan je hen niet eens altijd kwalijk nemen', zegt de VAB. 'Vaak krijgen zij de technieken namelijk op een verkeerde manier aangeleerd van hun ouders.'

Meisjes hebben vooral problemen met technische handelingen. Ze gebruiken een verkeerde remtechniek, duwen eerst de ontkoppeling in en dan pas de rem. Terugschakelen en remmen op de motor doen ze te weinig. Jongens beheersen hun wagen dan weer te weinig omdat ze een verkeerde en nonchalante stuurhouding aannemen. Ze rijden met één hand en laten hun andere hand op de versnellingspook liggen.

'Snelheid is zowel voor jongens als meisjes een pijnpunt', zegt instructrice Vera Beck, die al sinds een jaar een opfrissingscursus voor vrije begeleiders geeft. 'Ze respecteren ook de veiligheidsafstand niet en maken te weinig gebruik van de spiegels bij het naderen van een kruispunt.'

Beck neemt de cursisten mee naar de wagen en laat hen aan den lijve ondervinden wat de dode hoek is. Terwijl één persoon in de wagen plaatsneemt en in de spiegels kijkt, loopt een andere rond de wagen. De cursisten zijn behoorlijk verrast wanneer ze merken dat ze niet alles in de spiegels kunnen zien. 'De meesten schrikken van de dode hoek', zegt Beck. 'Dan pas zien ze hoe belangrijk de dode hoek is. Daar moeten ze hun kinderen op wijzen.'

Denise Jacobs zit vooral met vragen over de rem- en schakeltechniek. 'Wanneer moet je schakelen en wanneer moet je de ontkoppeling induwen? Ik leer nu mijn schoondochter rijden en zij houdt constant haar voet op de ontkoppeling. Maar ik merk ook van mezelf dat ik vaak op het verkeerde moment schakel, bijvoorbeeld op een rotonde.'

'In het begin moet je drillen', bezweert Beck. 'Je moet je kind automatismen aanleren. Als ze schakelen, mogen ze daarbij niet nadenken. Je staat ervan versteld hoe weinig bewegingen een leerling in het begin tegelijk aankan. Je moet veel geduld oefenen en consequent blijven door geen stappen over te slaan. Een slechte gewoonte zit er snel in, maar kan je moeilijk weer afleren.'

'Ik heb bewondering voor mensen die hun kind leren rijden zonder dubbele pedalen', aldus Beck. 'Je moet veel vertrouwen in elkaar hebben om dat te doen. Maar vertrouwen kan je ook snel weer kwijtspelen. Als je in een stresssituatie bijvoorbeeld gaat brullen, heb je bij je kind afgedaan.'

Patrick steekt zijn vinger op. 'Ik dacht eraan in de wagen te brullen om mijn dochter te leren dat er in het verkeer veel lawaai is. Mag dat dan niet?' Beck schudt haar hoofd. 'Dat raad ik niet aan. Lawaai-impulsen zijn goed, maar alleen van buitenaf', zegt ze.

Tussendoor geeft Beck de ouders ook nog enkele tips mee om milieuvriendelijk en zuinig te rijden. 'Schakelen aan 2.000 toeren. Aan een kruispunt het gaspedaal loslaten en op het einde terugschakelen en de ontkoppeling induwen.' 'Ik heb al veel bijgeleerd, moet ik bekennen', zegt Patrick Bruynbroeck halverwege de les. 'In mijn tijd werd niet over eco-driving gesproken.'

'Al ben ik wel aan het twijfelen geslagen of het wel een goed idee is om mijn dochter te leren rijden. Je kan veel verknallen. Misschien is het toch maar beter om haar eerst een basisopleiding bij de rijschool te laten volgen.'

www.vab.be


DS, 11-01-2008 (Yves Delepeleire)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Ik ben blij dat ik een rij-opleiding heb mogen volgen bij een rijschool. Ik krijg al stress als ik er nog maar aan denk dat 1 van mijn ouders naast mij in de auto zit. Echt niet te doen. Hoeveel commentaar dat ik dan krijg.

Ik moet wel toegeven dat ik ook anders rij als 1 van hen er bijzit, omdat zij mij zo zenuwachtig en kwaad maken dat ik veel nonchalanter rijd.

Ik moet toegeven ik rem niet altij af op de motor, ik schakel normaal wel altijd terug en ik hou ook vaak mijn hand op de versnellingspook!

En ja dat is waar ik mijn auto niet onder controle, maar wie kan dat wel zeggen?

De meeste van mijn vrienden hebben een rij-opleiding gevolgd via de rijschool en hadden dikwijls commentaar over de rij-instructeurs. Ik heb auto leren rijden via mijn vader. Ik dacht in het begin van Oh nee. Maar hij had er tijd voor en wou mij dat leren. Achteraf gezien ben ik wel blij dat hij mij heeft leren autorijden, want ik was nogal een moeilijke student. Ik geef toe dat ik heel lang gesukkeld heb voor ik alles onder de knie had, dus mijn vader heeft massa's geduld, dat heb ik nu wel ontdekt.
Ik gebruik dus blijkbaar de verkeerde remtechniek. Maar remmen is remmen, op welke manier dan ook. Ik rem ook niet altijd af op de motor. Ik schakel wel altijd terug en hou soms mijn hand op de versnellingspook, dit hangt af van de situatie, bv: op de autostrade doe ik dit niet, maar op een gewone weg wel. En ik maak nog steeds goed gebruik van mijn spiegels, zoals het mij geleerd is.