|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Dat jongeren niet lezen verrast me niet, de reden wel
Dat jongeren niet lezen verrast me niet, de reden wel
In het novembernummer van het tijdschrift The Atlantic las ik deze week dat Amerikaanse studenten geen boeken meer lezen. Tja, dacht ik, dat is geen nieuws. We hebben het al jaren over de ontlezing van de jongere. Maar wat me opviel was dat The Atlantic, een tijdschrift gewijd aan literatuur, cultuur en andere zaken die we tegenwoordig al snel ‘intellectueel’ of zelfs ‘niche’ noemen, stelde dat studenten niet meer echt een boek kunnen lezen. Omdat er relatief weinig data beschikbaar is om deze claim te onderbouwen, en omdat The Atlantic vaak vol staat met wordy en enigszins nerdy longreads die heel duidelijk bestemd zijn voor links-progressieve kenniswerkers, nam ik deze informatie enigszins sceptisch tot me. ‘Ja, ja, ja, vroeger was alles beter,’ denk je algauw wanneer er een hele rits aan zeer ervaren academici aan het woord komt, die uitlegt hoe het lesgeven nu zo anders is dan twee of drie decennia geleden, maar na een alinea of zes schrok ik toch. Ik wist dat de woordenschat van jongeren en schoolgaande kinderen aan het krimpen is, en dat er steeds meer kinderen aan het einde van groep acht niet alle basisvaardigheden machtig zijn, maar wat ik nog niet had vernomen is dat jongvolwassenen tegenwoordig maar moeilijk een plot kunnen volgen. Afgeleid door details Studenten raken afgeleid door kleine details in vertellingen, en verliezen de hoofdverhaallijn uit het oog, zo stelt het merendeel van de drieëndertig universitair docenten die The Atlantic sprak voor dit artikel. En dat gaf me toch wel een akelig gevoel. Nou zal ik toegeven dat ik het semester dat ik De klop op de deur van Ina Boudier-Bakker helemaal moest lezen voor mijn colleges theaterhistoriografie ik ook flink gezucht, gesteund en gejammerd heb, en dat ik bij Tolstoj en Dostojevski ook weleens denk ‘... en je punt was?’. Maar het idee dat jonge mensen zo afgeleid raken door franjes en dat ze het grotere geheel uit het oog verliezen is iets dat me al langer bezighoudt. Eerder deze maand interviewde ik mijn collega en podcast-co-host Jonas Kooyman tijdens de UvA Alumniweek voor een zaal vol academisch geschoolde mensen die net als wij hadden gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam, en daar merkte Jonas iets op dat ik heel interessant vond. Hij haalde daarvoor het boek American Psycho van Bret Easton Ellis aan waarin hoofdpersoon Patrick Bateman, een twentysomething-wallstreetmedewerker tevens seriemoordenaar, zeer uitgebreid verslag doet van alles wat hij eet, zijn sportregime en welke cosmetica hij allemaal gebruikt. Toen dat boek verscheen in 1991 vond men het nogal shockerend, dat iemand zo’n grote nadruk zou leggen op platte consumptie in zijn leven. Want wat maakt het nou in vredesnaam uit welke shampoo je gebruikt of waar je mee ontbijt? Wat interesseert de rest van de mensheid dat nou? De oppervlakte is genoeg Tegenwoordig juist heel veel, blijkt. Sociale media staan vol met shoplogs, outfit of the day’s, what I eat in a day’s, sportroutines, ochtendroutines en skincare-routines. En vaak is dat het enige dat creators van zichzelf laten zien op deze media: de oppervlakte. Meer hoeven we niet te zien om ze te willen volgen. Het was in de jaren negentig nog een schrikbeeld, maar in 2024 is het de buitenkant waar je mee scoort. Van influencers tot politieke partijen: onze aandacht wordt gegrepen door de details. Dat is logisch, en ook zeker niks nieuws – vrijwel iedere reclamecampagne sinds de jaren tachtig gaat uit van dat communicatieprincipe – maar wat wel nieuw is, is dat jongeren dus blijkbaar verleren om daarna weer uit te zoomen naar het grotere geheel. Trouw, 28-10-2024 (Jessica Kuitenbrouwer) |