|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Hoe religieuzer de moslim hoe intoleranter tegen homo’s?
Hoe religieuzer de moslim hoe intoleranter tegen homo’s? Zo zwart-wit is het niet
Hoe religieuzer gelovigen zijn, hoe intoleranter ze zijn tegenover homo’s, wordt vaak gedacht. Maar uit nieuw onderzoek onder Arabische moslims blijkt dat dit niet altijd zo hoeft te zijn. Het gaat hand in hand, zou je kunnen denken. Bijna twee derde van de Arabische moslims wil liever geen homoseksuele buren en bijna driekwart verwerpt homoseksualiteit volledig. Afkeur van homoseksualiteit is verbonden met religie. Dus heeft de religiositeit van een moslim een voorspellende waarde voor diens homo-acceptatie. Maar zo simpel is het niet, ontdekten godsdienstsociologen Saskia Glas en Niels Spierings van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Voor hun onderzoek gebruikten ze bestaande cijfers van het grootschalige bevolkingsonderzoek van het World Values Survey. Meer dan negenduizend Algerijnse, Tunesische, Libische, Jordaanse, Libanese, Palestijnse, Irakese, Bahreinse en Jemenitische moslims vormen de onderzoeksgroep. Van hen is nagegaan in hoeverre ze problemen hebben met homoseksualiteit, en op welke manier ze religieus zijn. “Met ‘op welke manier religieus’ mensen zijn, doelen we op verschillende aspecten van hun religieuze leven”, zegt Saskia Glas. “Bijvoorbeeld: hoe vaak gaat iemand naar de moskee? Zo’n gegeven hebben we naast de standpunten over homoseksualiteit gelegd, en daar statistische modellen op losgelaten.” Wat voor discussies zijn er gaande tussen Arabische moslims over homoseksualiteit? “Onder islamitische geleerden en in moskeeën is het thema heel moeilijk bespreekbaar. Daar is het echt taboe. Zelfs sommige feministische organisaties die de islam herinterpreteren, en in de Koran pleidooien lezen voor vrouwenrechten, willen soms niet eens hun handen branden aan de kwestie homoseksualiteit. “Maar desondanks is het nu een onderwerp van discussie in de publieke arena. Je hebt tegenwoordig natuurlijk internet en sociale media, waar mensen buiten de gevestigde orde om allerlei discussies voeren. Ook over homoseksualiteit. Dat is nieuw. Hierbij spelen ook imams uit West-Europa een rol, zij pakken er dan een Koranvers bij, of een hadith – een tekstgedeelte over het leven van de profeet Mohammed – en gaan zelf kijken: Wat staat er nou eigenlijk? En hoe moeten we dat lezen? “Deze ontwikkeling moeten we niet onderschatten. Vroeger kon je het natuurlijk ook over homoseksualiteit hebben, maar aangezien het taboe was, deed je dat privé, in je woonkamer. Nu kun je online veel mensen bereiken en hierover van gedachten wisselen. Wat dat precies gaat betekenen moeten we afwachten, maar ideeën kunnen via internet een grote vlucht nemen. In de data die we hebben, lijken we ook een toename te kunnen zien van het tolereren van homoseksuele buren in de afgelopen tien jaar.” Over welke religieuze teksten gaat het in dit soort discussies? “Het verhaal van Lot in de Koran is heel vergelijkbaar met dat in de Bijbel. Het speelt zich af in Sodom en Gomorra, steden die verdorven zijn, waar mensen zulke verschrikkelijke zondes begaan dat God die stad uiteindelijk voor straf afbrandt. Dat is de grove interpretatie waar iedereen het redelijk over eens is. Maar de discussie gaat over de vraag: wat deden die mensen in het verhaal van Lot precies verkeerd? Sommige moslims zeggen: het waren homo’s. Zij ontlenen dan uit dit Korangedeelte dat Allah mensen straft voor homoseksualiteit. Zoals sommige christenen dat op dezelfde manier in de Bijbel lezen. Maar je hebt ook andere vertalingen van de religieuze teksten, waarbij men er van uit gaat dat de zondaren in Sodom en Gomorra verkrachters, dieven of moordenaars waren. Mensen die dit geloven, zeggen dat het verhaal van Lot helemaal niet eens over homoseksualiteit gaat, en je dat er dus helemaal niet bij moet halen. “Dan heb je ook nog de hadith, de boeken over het leven van Mohammed die later zijn opgetekend door andere mensen. Hierin is bijvoorbeeld een tekst die wordt geïnterpreteerd alsof Mohammed helemaal geen homo’s om hem heen wilde. Terwijl andere mensen die tekst lezen als een passage waarin Mohammed een homoseksuele man toestemming gaf om bij zijn vrouwen te zitten, en dat die ook mocht meereizen met de profeet. Vaak gaan discussies ook over hoe authentiek teksten uit de hadith zijn. Ze worden in twijfel getrokken omdat ze zoveel later zijn opgetekend, of omdat ze in tegenspraak zijn met veel Koranverzen of andere teksten uit de hadith.” Welk nieuw inzicht heeft uw onderzoek gebracht? “We kunnen vaststellen dat Arabische moslims niet homo-intoleranter zijn naar mate ze religieuzer zijn. Niet automatisch, bedoel ik dan. Er zijn aspecten aan hun religiositeit die homo-intolerantie wél in de hand werken, maar er zijn ook aspecten aan de religiositeit die dat niet in de hand werken. “Iemands religiositeit kun je op allerlei manieren meten, en voor ons onderzoek hebben we naar vier aspecten gekeken. Hoe vaak iemand naar de moskee gaat, in hoeverre iemand de islam ziet als een opdracht tot altruïsme, hoe sterk iemand zich identificeert met zijn religie, en hoe schriftuurlijk iemand is. Dat laatste gaat over het letterlijk nemen van religieuze geschriften. Textualisme, noemen we dat ook wel. Daar tegenover staat contextualisme, een manier van lezen waarbij je heilige teksten in de context plaatst. Bijvoorbeeld door te geloven dat ze in een andere tijd zijn geschreven en niet alles nu nog exact zo nageleefd moet worden. Of door naar de rest van het boek te kijken. Er staat in de Koran heel vaak dat je barmhartig moet zijn als mens. Sommige moslims leiden daaruit af dat je dus ook liefdevol en tolerant moet zijn tegenover homo’s. “Moslims die erg schriftuurlijk geloven, die zeggen: ‘dit staat er in de Koran, en dat geldt altijd, punt’, zien homoseksualiteit sterker als zonde. Tegelijkertijd zorgde textualisme wel voor meer tolerantie tegenover homoseksuele buren.” Scheelt het als een gelovige de islam als een opdracht tot altruïsme ziet? “Dat gaat over hoe iemand zijn religie opvat. Hierover zijn in de godsdienstsociologie twee uitersten geformuleerd: ofwel je vat religie op als een geheel van regels en ceremonies, ofwel je vindt dat het er meer om gaat dat je aardig en lief bent tegenover anderen – altruïstisch zijn, dus. Als je meer tot dat laatste neigt, doen de regels er minder toe. Dan geloof je bijvoorbeeld niet dat het erg uitmaakt hoeveel keer per dag je bidt. De moslims die zeggen: mijn religie is een opdracht tot altruïsme, hebben minder problemen met homoseksualiteit. “Het problematiseren van homoseksualiteit hebben we op twee manieren gemeten. We maakten onderscheid tussen het afwijzen van homoseksualiteit op zich, en het afwijzen van homoseksuelen – dat laatste gaat dan over de vraag of je het een probleem zou vinden om homoseksuele buren te hebben. Voor gelovigen die altruïsme hoog in het vaandel hebben staan, is dat laatste geen punt. Dat is logisch. Maar het bleek ook dat er in deze groep, die er dus geen problemen mee had om homoseksuele buren te hebben, toch ook wat mensen te vinden waren die homoseksualiteit afkeuren. De verklaring hiervoor is dat altruïsme in een religie zich ook uitstrekt tot zondaars. Je moet zondaars liefhebben, maar je moet niet de zonde accepteren.” Hoe zit het met de homo-tolerantie van frequente moskeegangers onder de Arabische moslims? “Mensen die vaker naar de moskee gaan, zijn toleranter ten opzichte van homoseksualiteit. Deze groep ziet het minder als een heel erge zonde. Maar tegelijk heeft deze groep moeite met homoseksuele buren. “Die uitkomsten vonden we heel moeilijk om te duiden. In het onderzoek van de World Values Survey kunnen mensen hun keuzes niet toelichten, helaas, dus wij moeten voor verklaringen op zoek in andere onderzoeken. Wat we daaruit weten, is dat sommige moskeeën heel erg bezig zijn met altruïsme: ze helpen de armen, en ontfermen zich ook over wat zij zien als de spirituele armen. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat deze mensen sterker dan anderen hun religie als een opdracht tot altruïsme zien. “Ook weten we uit ander onderzoek dat homoseksualiteit niet of nauwelijks besproken wordt in moskeeën. In tegenstelling tot een onderwerp als de positie van de vrouw, wat wel echt onderwerp is van preken. Dan gaat het bijvoorbeeld erover dat zij voor de kinderen moeten zorgen, en in de keuken hun plaats hebben. “Wij hebben nog gedacht: misschien wordt heteroseksualiteit heel erg aangemoedigd. Maar dan zou het toch meer voor de hand liggen dat homoseksualiteit als probleem wordt gezien, in plaats van de homo als mens. Misschien krijgen mensen in de moskee toch intolerantie ingepeperd, en gaat het bijvoorbeeld wel eens over homo’s als ‘vieze zondaars’, zonder dat er goed bij uitgelegd wordt waarom homoseksualiteit islamitisch gezien precies verkeerd is, en zit daar dus het verschil in. We hebben hier dus vooral veel vraagtekens.” En maakt het mensen toleranter als zij zich sterk identificeren met hun religie? “Nee, dit was de enige groep waarbij het idee wél opging dat hoe religieuzer je bent, hoe afwijzender je bent tegenover homoseksualiteit. Mensen die zich sterker identificeren met hun religie, dat sterker voelen, hadden zowel eerder een negatieve houding tegenover homoseksualiteit als tegenover homoseksuelen. En de mensen die zich minder met hun religie identificeren, staan er juist positiever in. “Hen kun je denk ik goed vergelijken met mensen in Nederland die hier zeggen: ‘Ik ben wel christelijk, of zo opgevoed, maar ik leef niet volgens de normen van het christendom’. Hoewel de islamitische religie dus een obstakel kan zijn voor homotolerantie, is dat niet per se zo. Onze data laten zelfs zien dat sommige vormen van religiositeit homotolerantie vooruit kunnen helpen.” Trouw, 09-02-2021 (Marije van Beek) Laatst aangepast door bijlinda : 14th February 2021 om 17:24. |