actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > Thomas More Kempen > Onderwijs
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 25th November 2024, 23:44
bijlinda's Avatar
bijlinda bijlinda is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Nov 2004
Locatie: Hasselt
Posts: 1,830
Unhappy Bye-bye onderwijspensioenen

Onderwijspensioenen op de tocht: wat staat er op het spel?


Nu de lokale verkiezingen achter de rug zijn en er nieuwe besturen zijn samengesteld, krijgt de federale regeringsvorming alle aandacht. Terwijl er in enkele steden en gemeenten nog gezocht wordt naar nieuwe coalities, moeten we ons richten op de verdere ontwikkelingen op federaal niveau. In een eerder artikel gaven we aan dat de ‘supernota’ bijzonderverontrustende maatregelen bevat, waaronder aanvallen op de onderwijspensioenen en het ambtenarenstatuut. Terwijl we dit schrijven, lopen de gesprekken over de federale regering moeizaam; formateur Bart De Wever (N-VA) tracht de Arizona-trein opnieuw op gang te trekken.



De pensioenen zijn de afgelopen jaren met het oog op besparingen meerdere keren ingrijpend hervormd, met als belangrijkste gevolgen een verhoging van de pensioenleeftijd, een minder gunstige pensioenopbouw en finaal lagere pensioenen.
Daarnaast blijkt uit studies dat de Belgische overheidsuitgaven niet buitensporig zijn. Vergeleken met onze buurlanden liggen de sociale uitgaven in
België relatief laag, terwijl de economische uitgaven juist hoog zijn. We zien ook een jarenlange daling van de werkgeversbijdragen aan de sociale
zekerheid, een wildgroei van uitzonderingsstatuten en een beperkte vermogensfiscaliteit. Dat alles zet de overheidsfinanciën verder onder druk.


De onderwijspensioenen: al jaren onder druk

Het gros van de pensioenbesparingen hoestten de ambtenaren op. Tijdens de voorbije legislaturen werd de diplomabonificatie afgeschaft, ging de
pensioenleeftijd omhoog, werd het pensioen op basis van de gemiddelde loopbaan van de tien laatste jaren in plaats van de vijf laatste jaren
berekend en topten ze de perequatie af waardoor het pensioenbedrag verlaagde. Daarnaast verdwenen sommige onderbrekingsvergoedingen
en verviel de aanneembaarheid van het verlof voor verminderde prestaties ondanks een belofte (van een vorige Vlaamse Regering) om die prestaties in aanmerking te blijven houden voor de berekening van de pensioendatum. De politieke discussies over verdere bezuinigingen blijven waarschijnlijk doorgaan, gezien de financiële uitdagingen waarmee de overheid kampt. Maar de
hamvraag blijft: waarom moet dat gebeuren op de kap van het onderwijspersoneel? Beseft men welke hallucinante impact de nieuwe ideeën zullen hebben?


De kritiek: waarom moet het onderwijs de rekening betalen?

Er bestaat een wijdverspreid misverstand dat het pensioen van onderwijspersoneel hoog zou zijn. Dat is slechts voor een kleine groep het geval.
Voor de meerderheid is het pensioen na een carrière nauwelijks genoeg om de zorgkosten te dekken, laat staan dat er nog iets overblijft voor de partner, kinderen of kleinkinderen. Het onderwijs heeft geen bijzondere voordelen ten opzichte van de privésector, waar pensioenen vaak aangevuld worden met goede groepsverzekeringen.

Het onderwijspensioen is een sociaal contract: tijdens het werkzame leven staat het onderwijspersoneel een deel van zijn loon af in de vorm van pensioeninhoudingen, met de belofte dat het op termijn een fatsoenlijk pensioen ontvangt. Het is dan ook onjuist om dat pensioen te verlagen als
een manier om de begroting te saneren. Er moet gezocht worden naar rechtvaardige oplossingen die de lasten eerlijk verdelen zonder dat de on-
derwijssector als vangnet wordt gebruikt.


Even simuleren?

COC simuleerde voor een aantal concrete situaties het effect van enkele ideeën die in de supernota zijn opgenomen. Het gaat in de voorbeelden
over verliezen tussen ongeveer 50.000 en 200.000 euro.

Een vastbenoemde leraar met veertig dienstjaren die in april 2025 met pensioen gaat, zou op basis van de gemiddelde wedde van de volledige loop-
baan ruim tien procent minder pensioen krijgen. Wanneer die een bachelorsdiploma heeft en nog twintig jaar leeft, dan krijgt die uiteindelijk 66.500 euro minder. Heeft die een masterdiploma, dan krijgt die uiteindelijk 78.800 euro minder pensioen. Het wordt nog erger wanneer de berekening
van de gemiddelde wedde op basis van de volledige loopbaan gecombineerd wordt met tantième 60: dan zou het nettopensioen ruim vijftien
procent minder bedragen in vergelijking met de wedde berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste tien loopbaanjaren aan tantième
55. Wanneer die personeelsleden nog twintig jaar leven, krijgen zij uiteindelijk respectievelijk 96.300 en 115.700 euro minder pensioen.

Een vastbenoemde master die twintig jaar directeur was met veertig dienstjaren en in april 2025 met pensioen gaat, zou 18,50 procent minder
netto pensioen krijgen op basis van de gemiddelde wedde van de volledige loopbaan. Wanneer dat personeelslid nog twintig jaar leeft, dan krijgt
het uiteindelijk 172.000 euro minder pensioen.
Ook in dit voorbeeld wordt het erger wanneer de berekening van de gemiddelde wedde op basis van de volledige loopbaan gecombineerd wordt met tantième 60: dan zou het nettopensioen ruim 23 procent verminderen in vergelijking met de wedde berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste tien loopbaanjaren aan tantième55. Wanneer dat personeelslid nog twintig jaar
leeft, krijgt het uiteindelijk 217.000 euro minder pensioen.

Een vastbenoemde secretariaatsmedewerker (diploma secundair onderwijs) met veertig dienstjaren die in april 2025 met pensioen gaat, zou
ruim 16 procent minder nettopensioen krijgen berekend op basis van de gemiddelde wedde van de volledige loopbaan en aan tantième 60. Wanneer
dat personeelslid nog twintig jaar leeft, krijgt het uiteindelijk 96.400 euro minder pensioen.

Iemand die in 2014 op pensioen ging, kreeg intussen de verhoging van vijf perequaties (het systeem dat ervoor zorgt dat ambtenarenpensioenen gelijke tred houden met de wedden van actieve ambtenaren). Mochten die perequaties
niet hebben plaatsgevonden, dan zou die collega per maand 225 euro bruto minder pensioen krijgen, wat overeenkomt met een daling van 5,4 procent.


Hallucinante voorstellen

Geschokt? De supernota stelt nog méér maatregelen voor die grote gevolgen hebben voor het pensioen. We zetten ze even allemaal op een rijtje.

Zoals we in de simulaties schreven, wordt de perequatie afgeschaft en wordt het tantième55 vanaf 2025 vervangen door het minder voordelige tantième 60 als deler in de pensioenberekening. De pensioenberekening wordt
geharmoniseerd voor alle stelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren). Dat betekent dat het pensioen van ambtenaren, net als dat van
werknemers en zelfstandigen, zal worden berekend op basis van de gemiddelde wedde over de volledige loopbaan. Dat is een aanzienlijk nadeel voor ambtenaren, omdat ook de lagere lonen uit de loopbaan worden meegeteld in de berekening, wat vooral jonge starters in onderwijs nadelig zal
treffen. Die drie maatregelen op zich zorgen alvoor een stevige vermindering van het pensioen.

De mogelijkheid om zorgonderbrekingen als dienstjaren mee te tellen, wordt verlaagd van twintig naar vijftien procent, een maatregel die het pensioen verder doet dalen.

Daarnaast wordt het vervroegd pensioen alleen toegekend voor jaren met 156 gewerkte dagen in plaats van de huidige 104 dagen. Wie in het onderwijs start op 1 september, geen onlogische startdatum in ons onderwijs, moet daardoor al
een jaar langer werken.

De vereiste voor het minimumpensioen wordtverhoogd van 20 naar 35 jaar effectieve tewerkstelling. Bovendien wordt een bonus-malussysteem geïntroduceerd, waarbij het pensioen afhankelijk wordt van het aantal jaren van volledige tewerkstelling (35 jaar).

Er komt geen indexering boven de bovengrens van het werknemerspensioen. Dat betekent dat ambtenarenpensioenen, die al twee keer worden
begrensd (hetzij 75 procent van het gemiddelde van de laatste tien loopbaanjaren of een bruto pensioen boven de 8.129,08 euro in 2024), ver-
der onder druk komen te staan.

De gepresteerde diensten voor het vervroegd pensioen worden niet langer vermenigvuldigd met 1,05, waardoor het aantal jaren in de berekening lager uitvalt.

Het hervormde ziektepensioen, dat vanaf 1 januari 2025 in werking zou treden, wordt afgeschaft.
Dat systeem was bedoeld om de armoedeval voor jonggepensioneerden te voorkomen en het werken aan te moedigen. De afschaffing ondermijnt het principe van re-integratie, waarop de TAVA-wet was gebaseerd, en heeft negatieve gevolgen voor kwetsbare groepen.


Verdiend ‘marktconform’ loon, binnenkort niet meer?

Zoals gezegd wordt het pensioen van onderwijspersoneel opgebouwd via inhoudingen op hun bruto-inkomen tijdens hun werkzame jaren. Dat
betekent dat een deel van hun salaris niet direct wordt uitbetaald, maar wordt geïnvesteerd in hun pensioenfonds. Het pensioen kan dus worden gezien als uitgesteld loon: in ruil voor een lager salaris tijdens de werkende jaren, wordt het pensioen later in het leven ‘teruggegeven’.

De loonstudie van de Hay-groep bevestigde dat in 2003. Destijds werd het onderwijspensioen als competitief beschouwd in de arbeidsmarkt, voornamelijk door de toekenning van een ‘volwaardig vervangingsinkomen’ vanaf zestig jaar, de perequatie en de regeling voor vervroegde uittreding.

Het onderwijspensioen is nu nog steeds aanzienlijk hoger dan de wettelijke pensioenen voor werknemers, maar de Hay-groep stelde destijds dat het verschil tussen de twee pensioensystemen gelijkstond aan de waarde van aanvullende bedrijfspensioenen in de privésector. Bovendien was het onderwijspensioen destijds een belangrijke factor in het totale loonpakket, waardoor het onderwijsloon ‘marktconform’ bleef: het uitgestelde loon voor onderwijspersoneel zorgde ervoor dat het onderwijssector als ‘competitief’
werd beschouwd ten opzichte van de wettelijke en aanvullende pensioenen voor werknemers.

Door de aanzienlijke verlaging van de onderwijspensioenen als gevolg van de maatregelen in de ‘supernota’ zal het loonpakket voor onderwijspersoneel dus minder marktconform worden. Het verlies van het pensioenvoordeel betekent dat het onderwijs niet meer zo aantrekkelijk zal zijn als andere sectoren.


Een nieuwe denkoefening is nodig

COC roept op tot een nieuwe en eerlijke denkoefening over het onderwijspensioen.
De beoogde hervormingen dreigen de aantrekkelijkheid van een car-
rière in het onderwijs verder te ondermijnen. De belofte van een
fatsoenlijk onderwijspensioen moet in stand worden gehouden, niet alleen voor de oudere generatie, maar ook voor de jongeren die we vandaag willen aantrekken om de onderwijssector te versterken. Het is tijd om eerlijk en rechtvaardig om te gaan met de pensioenen van het onderwijspersoneel. In ruil voor diens grote werkinzet en pensioeninhoudingen tijdens de hele loopbaan heeft die recht op een waardig pensioen. Trop is te veel.

Koen Van Kerckhoven, secretaris-generaal COC


Brandpunt 3 // November 2024
Met citaat antwoorden
  #2  
Oud 29th November 2024, 04:41
bijlinda's Avatar
bijlinda bijlinda is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Nov 2004
Locatie: Hasselt
Posts: 1,830
Arrow Krijgt gepensioneerde leraar straks echt 200.000 euro minder?

Krijgt gepensioneerde leraar straks echt 200.000 euro minder?


Concrete beslissingen zijn er nog niet maar de onderwijsvakbonden lopen storm tegen de mogelijke pensioenmaatregelen van Arizona. Een uitdaging dreigt voor de N-VA.



Zuhal Demir (N-VA) had alvast contact opgenomen met haar partijvoorzitter Bart De Wever (N-VA). De Vlaamse minister van Onderwijs krijgt tegenwoordig de onderwijsbonden over de vloer. Die tonen zich buitengewoon bezorgd over de mogelijke pensioenmaatregelen die de formateur met zijn nieuwe (federale) coalitie zal nemen. “Een pensioenhervorming moet evenwichtig en geleidelijk zijn. En we moeten de hervorming in zijn geheel bekijken. Ik heb het volste vertrouwen dat de formateur dat zo zal doen,” zei ze woensdag in het Vlaams Parlement.

Toch klonk ze weifelend. Demir ziet de bui al hangen. Mogelijke besparingen in de pensioenen blijven niet zonder gevolg voor de Vlaamse leerkrachten. Meteen komt ze volop in de wind te staan – met wie weet betogende of stakende leerkrachten – terwijl haar politieke leider zijn besparingsagenda afwerkt.


1. Wat is Arizona van plan?

Dat weten enkel de onderhandelaars. Wel toont de supernota – die ondertussen werd vervangen – enkele denksporen. Het uitgangspunt is de harmonisering van de pensioenstelsels. Voor ambtenaren en leerkrachten levert dat drie maatregelen op.

Vooreerst is er de veralgemening van de loopbaanbreuk (tantième) op 1/60. Dit impliceert een volledig pensioen na 45 jaar werk. Leerkrachten genieten nu van een grotere breuk (1/55), waardoor de volledige loopbaan na iets meer dan 41 jaar wordt bereikt. Een leerkracht die na 42 jaar dienst met pensioen gaat, krijgt door de hervorming geen volledig pensioen meer, maar 42/45 van het bedrag.

Verder wordt het ambtenarenpensioen voortaan op een loopbaan van veertig jaar berekend (zoals in de privé) en niet langer op de tien laatste (en dus best betaalde) jaren. In de nota staat uitdrukkelijk dat het de bedoeling is om een vervangingsratio van 75 procent te garanderen omdat ambtenaren niet kunnen rekenen op een tweede pensioenpijler.

Ten slotte gaat het systeem van de perequatie voor de bijl. Dat rekent eventuele loonsverhogingen door naar een hoger pensioen.


2. Wat zijn de gevolgen?

De onderwijsbonden gingen aan het rekenen en spreken van verliezen van 100.000 tot 200.000 euro. Daarbij vertrekken ze van zowat twintig pensioenjaren en houden ze nauwelijks rekening met het feit dat leerkrachten ook langer kunnen werken om een volledige loopbaan te bereiken. De bedragen spreken tot de verbeelding en hebben een mobiliserend karakter.

Evenmin wordt rekening gehouden met aangekondigde overgangsperiodes en het behoud van opgebouwde rechten. Sommige overgangsperiodes lopen pas af in 2040. Het besef dat nieuwe regels voorzichtig moeten worden ingevoerd, is in de supernota aanwezig.


3. Hoe gaat het verder?

Arizona heeft nog niks beslist. Talloze passages stonden bovendien tussen haakjes. Dat betekent dat ze onderwerp voor onderhandelingen waren. Voorts benadrukte Demir dat de maatregelen “in hun geheel” moeten worden bekeken, de pensioenplannen bestrijken meer dan louter de ambtenaren of de leerkrachten. De Wever wil de uitgaven tegen 2029 met 3 miljard aftoppen, op een jaarlijks budget van meer dan 60 miljard per jaar.

Hoe dan ook rijst de vraag waarom ambtenarenpensioenen structureel hoger moeten uitvallen dan die van werknemers (vervangingsratio 60 procent). De bonden spreken over “uitgesteld loon”. Maar de lonen in de publieke sector zijn doorheen de jaren erg competitief geworden, weliswaar zonder bedrijfswagen, groepsverzekering of cafetariaplan. Daarbovenop komt de vastheid van betrekking.

Onderzoek naar het loon van de leerkracht (HayGroup) wees op een competitief loon als ook de vakantie en het pensioen in rekening worden gebracht. In het Vlaams Parlement klonk de bezorgdheid dat het beroep minder aantrekkelijk kon worden, met een nog groter lerarentekort tot gevolg. Demir beaamde dat. Ze wees alvast op de maatregelen rond werkbaar werk, de vermindering van de planlast en de automatische indexering van het loon. Over het pensioen zweeg ze.


Blog DS, 28-11-2024 (Bart Brinckman)
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 10:10.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.