Collateral damage: 2 vs. 489 doden


Twee (2). Meer burgerslacht-offers maakte de internationale coalitie tegen IS het voorbije jaar niet. Dat zegt het opperbevel. Volgens Airwars, dat de situatie op de voet volgt, zijn het er minstens 489.


Exacte cijfers over hoeveel slachtoffers een oorlog eist, zullen er nooit zijn. De meeste landen houden zorgvuldig bij hoeveel van hun eigen soldaten sneuvelen in een conflict. Maar hoeveel slachtoffers er vallen bij de burgers van de landen waar de strijd wordt uitgevochten, tellen ze heel wat minder nauwgezet. Als ze die al tellen. In militair jargon zijn burgerslachtoffers collateral damage of ‘onbedoelde nevenschade’. Die wordt, in de mate van het mogelijke, vermeden. Iets wat gemakkelijker is geworden met moderne precisiewapens, maar niet uitgesloten.

Zo gaat het ook in de strijd tegen Islamitische Staat die momenteel wordt uitgevochten in Irak en Syrië. Vrijdag is het een jaar geleden dat de VS en een coalitie van elf (bekende) bondgenoten *– waaronder België – daar gerichte luchtaanvallen begon uit te voeren tegen de oprukkende strijders van IS. Met die aanvallen ondersteunen ze de troepen die IS op de grond proberen terug te dringen: het Iraakse leger en de Iraaks-Koerdische peshmerga’s in Irak, verschillende gematigde rebellengroeperingen en de Syrisch-Koerdische YGG-strijders in Syrië.

Met het leger van de Syrische president Assad – of wat daarvan overblijft – wordt niet samengewerkt, hoewel ook hij een ‘objectieve’ bondgenoot is.


Twee meisjes

Tot vandaag heeft het Amerikaanse Centrale Commando (Centcom), dat de leiding over de campagne in Syrië en Irak heeft, in mei één incident bekendgemaakt, waaruit blijkt dat er in november vorig jaar twee meisjes zijn omgekomen bij een luchtaanval in Syrië. Daarnaast zouden er nog zes onderzoeken naar andere incidenten lopen, drie andere zijn afgesloten zonder dat er een bewijs werd gevonden dat er inderdaad burgers omgekomen waren.

Luitenant Generaal John Hesterman, die het bevel voert over de operatie, noemde de campagne dan ook trots ‘de meest precieze en gedisciplineerde in de geschiedenis van de oorlogsvoering in de lucht’.

Maar zo precies is ze nu ook weer niet, blijkt uit een recent rapport van Airwars. Dat is een non-profit-project van vier onafhankelijke journalisten uit verschillende landen, die zorgvuldig alle gegevens over de campagne van de coalitie tegen IS bijhouden en documenteren. Die informatie is in grote mate afkomstig van de geallieerde troepen zelf. Daarnaast probeert Airwars ook berichten over burgerslachtoffers te verzamelen en te verifiëren. ‘Probeert’, want op het terrein gaan, is bijna onmogelijk door de aanhoudende gevechten.

Volgens Airwars vielen er bij de meer dan 5.800 luchtaanvallen die tot 3 augustus zijn uitgevoerd, tijdens 66 ‘incidenten’ minstens 489 dodelijke slachtoffers, een getal dat mogelijk zou kunnen oplopen tot 1.247. Tot die cijfers komt de organisatie op basis van informatie uit krantenberichten in het Engels en in het Arabisch; berichten, filmpjes en foto’s op de sociale media; en meldingen door organisaties ter plekke.

Die berichten over burgerslachtoffers werden dan naast de informatie van het leger gelegd, bijvoorbeeld om te checken of er op die dag op die plek wel een luchtaanval geweest was. Bovendien moet er ook rekening mee gehouden worden dat beelden van doden of gewonden soms ook als propagandamateriaal verspreid worden door een van de strijdende partijen.


DS, 04-08-2015 (Karin De Ruyter)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB