actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > Vierde Macht (media)
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 31st May 2015, 23:17
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Eco over de teloorgang van de krant

‘Internet heeft de plaats ingenomen van de slechte journalistiek’


83 jaar is Umberto Eco ondertussen, maar zijn strijdlust is hij nog niet verloren. In zijn roman Het nulnummer neemt hij de journalistieke praktijken van vandaag stevig onder vuur. ‘Voor de moddermachine volstaat de schaduw van een verdachtmaking.’



In de hal van zijn huis in Milaan ligt de lokale krant van Alessandria. Hoewel hij er al jaren niet meer woont, krijgt Umberto Eco het dagblad van zijn geboortedorp in Piemonte nog iedere ochtend in de brievenbus. Goedgemutst leidt hij ons rond in zijn met boeken volgestouwde huis. Hij spreekt zonder omhaal, draait niet om de pot.

Eco is ondertussen al 83. Hij is fel vermagerd. Vroeger dronk hij nog geregeld whisky bij wijze van ontbijt, maar die gewoonte heeft hij sinds zijn laatste dieet afgezworen. Hij is een van de grootste filologen ter wereld. Die academische reputatie had hij al in 1980, toen hij de wereld verbaasde met De naam van de roos, zijn debuutroman die onmiddellijk een bestseller werd. Op de talloze boekenplanken staan ook zijn eigen boeken, zoals De slinger van Foucault of Het eiland van de vorige dag.

Ondanks het succes is hij blijven werken, als filoloog en als romanschrijver. Zijn nieuwe roman, Het nulnummer, is een scherpe kritiek op de journalistiek en op internet, dat slagveld van ideeën, nieuws en onwaarheden. Eco acht het de taak van de traditionele media om de waarachtigheid te controleren van wat op internet verschijnt. Enkel op die manier, vindt hij, kunnen ze democratie, vrijheid en pluralisme garanderen.

Eco schetst een pessimistisch beeld van de journalistiek. Commandeur Vimercate, een doortrapte mediatycoon, richt een blad op dat nooit zal verschijnen, maar enkel gebruikt wordt om zijn tegenstanders te intimideren en te chanteren. Een duidelijke verwijzing naar ex-premier en mediamagnaat Silvio Berlusconi, maar zo eenvoudig ligt het niet volgens Eco. ‘Als u in Vimercate Berlusconi wilt zien: doe gerust. Maar er zijn veel Vimercates in Italië.’


Waarom wou u een roman over journalistiek schrijven?

UMBERTO ECO: Eigenlijk schrijf ik al sinds de jaren zestig kritieken over de journalistiek. Ik heb lange polemieken uitgevochten met Piero Ottone, toen hij nog hoofdredacteur was van Corriere della Sera, omdat ik vond dat het verschil tussen nieuws en opinie te onduidelijk werd. Ik krijg vandaag lof omdat ik de pijnpunten in de hedendaagse journalistiek belicht, terwijl ik vijftien jaar geleden al hetzelfde schreef! Ik heb in deze roman veel dingen verwerkt die ik eerder al geschreven had. Sommige dingen komen uit mijn eigen leven. Op een bepaald moment heeft Bragadoccio (de journalist die de hoofdrol speelt in Het nulnummer, nvdr) een discussie over welke auto hij wil kopen. Die scène is gebaseerd op een lijstje dat ik heb gemaakt in de jaren negentig, toen ik zelf niet wist welke auto ik zou kopen.


U hebt een wel heel cynische kijk op de journalistiek.

ECO: De krant van Commandeur Vimercate dient enkel om te chanteren. Bij het schrijven had ik Carmine Pecorelli in gedachten. Pecorelli was een Italiaanse journalist uit de jaren zeventig. Hij had een soort nieuwsbulletin, dat evenwel nooit in de kiosk lag. Zijn nieuwsberichten kwamen rechtstreeks op de tafel van de minister terecht. In 1979 werd hij vermoord, op bevel – zo wordt gefluisterd – van toenmalig premier Giulio Andreotti. Pecorelli deed als journalist eigenlijk alleen aan chantage. Hij hoefde alleen maar te dreigen om een bepaald nieuwtje te verspreiden dat de belangen van iemand zouden schaden. De Italiaanse media hebben pas onlangs de naam gekregen een ‘moddermachine’ te zijn. Maar eigenlijk heeft dat soort journalistiek altijd bestaan.


Hoe werkt die moddermachine?

ECO: Om je tegenstander in diskrediet te brengen, hoef je hem tegenwoordig niet te beschuldigen dat hij zijn oma vermoord heeft of dat hij pedofiel is. Het volstaat dat je zijn dagelijkse gedrag verdacht maakt. In Het nulnummer is er een rechter uit Rimini – die echt heeft bestaan, maar in een andere stad – die helemaal ten onder gaat aan die modder. Er wordt geschreven dat hij excentrieke sokken draagt, dat hij te veel rookt. Terwijl hij gewoon een vonnis had uitgesproken dat Berlusconi niet aanstond. En dus probeerde Berlusconi hem met zijn moddermachinerie in kleine stapjes in diskrediet te brengen.


De mediamagnaat zegt op een bepaald moment via zijn plaatsvervanger: ‘Het nieuws bestaat niet, het is de journalist die het creëert.’

ECO: Dat is ook zo. Mijn roman is geen louter pessimistische kijk op de riooljournalistiek. Op het einde beschrijf ik een programma op de BBC, als voorbeeld van hoe het wel hoort. Het valt me op dat veel kranten die mijn boek bespreken doen alsof het over andere kranten gaat. Ik ben er nochtans zeker van dat veel dagbladen zichzelf herkend hebben. De kranten die de moddermachine doen draaien, bestaan natuurlijk echt. Dat zijn lang niet alle kranten, maar het zijn er toch een heleboel. (Knipoogt) En voor een bescheiden som ben ik bereid hun namen te vertellen.


De journalist in uw boek is een paranoïde sensatiezoeker, die koste wat het kost geschiedenis wil schrijven.

ECO: Dat zie je vooral wanneer hij het autopsieverslag van Mussolini ontdekt, dat hij later zal gebruiken in de samenzweringstheorieën die hij bedenkt. Dat is helemaal niet zo vergezocht als u wel zou denken. Je vindt het tegenwoordig gewoon op internet, ik stootte erop tijdens mijn research. Sinds ik historische romans schrijf, heb ik het altijd gezegd: de realiteit overtreft gelijk welke roman. Zo is het ook met de autopsie van Mussolini. Geen enkele schrijver van nachtmerries of horrorverhalen kan ooit zo’n verhaal bedenken.


Vandaag hebben fantasie en realiteit een derde compagnon: het internet. Dat heeft de journalistiek helemaal veranderd.

ECO: Ik heb de indruk dat internet de plaats heeft ingenomen van de slechte journalistiek. Als je een krant als La Repubblica of Corriere della Sera leest, ga je ervan uit dat er een zekere controle bestaat over wat er geschreven staat. Maar als je een van die Engelse avondkranten leest, weet je dat je er beter niets van gelooft. Op internet gebeurt het tegenovergestelde: je gelooft alles omdat je de geloofwaardige bronnen niet kunt onderscheiden van de ongeloofwaardige. Denk maar aan het succes van websites die complottheorieën verspreiden of absurde verhalen uitvinden. Die hebben een ongelofelijke schare volgelingen van mensen die die verhalen serieus nemen.


Was het vroeger dan zoveel beter?

ECO: De wereldwijde crisis van de journalistiek is in de jaren vijftig en zestig begonnen, met de komst van de televisie. Tot op dat moment vertelde de krant je nog wat er de avond tevoren gebeurde. Daarom noemden veel kranten zich ook zo: Corriere della Sera, Le Soir, La Tarde, Evening Standard. Sinds de uitvinding van de televisie vertelt de krant je ’s morgens wat je de avond tevoren al wist. En dat is vandaag nog altijd zo. Wat moet een krant dan nog doen?


Zegt u het maar.

ECO: De krant moet een weekblad worden. Want een weekblad heeft zeven dagen de tijd om reportages te maken. Als je Time of Newsweek leest, zie je dat verschillende personen bijdragen aan een verhaal. Ze kunnen er een week of zelfs maanden aan werken, terwijl bij een dagblad alles van ’s morgens tot ’s avonds moet gebeuren. Een krant die in 1944 vier pagina’s had, telt er vandaag 64. Die moet dus obsessief gevuld worden met repetitieve nieuwtjes en vervalt onvermijdelijk in geroddel. De crisis van de journalistiek is ongeveer veertig jaar geleden begonnen en is een zeer ernstig en belangrijk probleem.


Waarom is het zo’n ernstig probleem?

ECO: Omdat het lezen van kranten het ochtendgebed van de moderne mens is, zoals Hegel het verwoordde. Ik krijg mijn koffie ’s ochtends niet binnen als ik niet door een krant kan bladeren. Het is een emotioneel, bijna religieus ritueel. Ik lees bijna alleen de titels en vergewis me er zo van dat ik alles de avond tevoren al wist. Eigenlijk lees ik alleen het editoriaal of een opiniestuk. Dat is de crisis van de hedendaagse journalistiek. En die gaat maar niet voorbij.


Gelooft u echt van niet?

ECO: Journalistiek zou een andere functie kunnen hebben. Journalistiek zou dagelijks kritiek op internet moeten leveren, maar dat gebeurt heel weinig. Goede journalistiek zou mij moeten tonen wat er op internet staat en alle onwaarheden weerleggen. Men gelooft nog altijd dat kranten gemaakt worden voor een paar oude mannen die geen internet gebruiken. We hebben een krant nodig die niet alleen kritiek levert op de dagelijkse realiteit, maar juist ook op de virtuele realiteit. Dat is een mogelijke toekomst voor de journalistiek.


In uw roman begint een mediamagnaat een krant om angst te zaaien. Is dat een metafoor voor wat er aan het gebeuren is?

ECO: Hij gebruikt vooral de techniek van het ‘dossier’. De chantage bestaat erin dat hij aankondigt dat er een rapport komt, waarvoor hij documentatie heeft verzameld. De dossiermap kan leeg zijn, maar de dreiging dat ze echt bestaat, volstaat om mensen te intimideren. We hebben allemaal wel een lijk in de kast, of een snelheidsboete van dertig jaar geleden. De dreiging dat zo’n dossier bestaat is fundamenteel. De techniek van zo’n onderzoek is de techniek van het geheim. Zoals de bekende filosoof Georg Simmel het zegt: het machtigste geheim is een leeg geheim. Het is een soort kinderlijke techniek: ‘ik weet lekker iets wat jij niet weet!’. Zeggen dat jij iets weet wat de andere niet weet, is een dreiging. Veel van die geheimen zijn eigenlijk een lege doos, maar daardoor zijn ze dus veel machtiger. Achteraf zie je dat de rapporten doorgaans een verzameling persknipsels zijn. De rapporten die ze verkopen aan een regering of aan de geheime diensten of de politie staan vol met dingen die we allemaal al wisten. Uitgenomen de geheime diensten, blijkbaar.


Wat kunnen we eigenlijk inbrengen tegen al die modder?

ECO: De moddermachine dient vooral om tegenstanders in diskrediet te brengen met privékwesties. Dat is een relatief nieuw verschijnsel. Als je in de goede oude tijd een hekel had aan de president van de Verenigde Staten – Abraham Lincoln of John F. Kennedy – vermoordde je hem gewoon. Dat was bij wijze van spreken een eerlijke manier van doen, zoals het in de oorlog gebeurde. Bij Nixon en Clinton gebeurde het discrediteren al via privékwesties. De ene zette aan om documenten te stelen, de andere deed dingen met een meisje in zijn bureau. Toen Kennedy president was, schreef niemand dat hij naar bed ging met Marilyn Monroe. De moddermachine zou dat zeker gebruikt hebben.


Wat is het alternatief voor die moddermachine?

ECO: Bewijzen, gecheckte nieuwsfeiten. Voor de moddermachine volstaat de schaduw van een verdachtmaking of een minieme roddel. Tenslotte is Berlusconi ook pas uitgeteld toen bekend werd wat er ’s nachts bij hem thuis gebeurde. Er is jarenlang véél slechts gezegd en geschreven over Berlusconi’s belangenvermenging, maar dat liet het publiek allemaal onverschillig. Pas toen bewezen werd dat hij met een minderjarig meisje naar bed is geweest, kwam hij in moeilijkheden. Hij is gevloerd door onthullingen over zijn privéleven. Zoals je ziet, het is bijna zover gekomen dat ik Berlusconi verdedig!


Een nieuwe vorm van propaganda zijn de websites die islamitisch terrorisme verheerlijken. Hoe kijkt u naar dat fenomeen?

ECO: Het heeft veel weg van het nazisme, dat de waardigheid van het Duitse volk dacht terug te brengen door alle Joden te vermoorden. Het nazisme is ontstaan vanuit een diepe frustratie. De Duitsers hadden de oorlog verloren. In dergelijke momenten van diepe crisis kan het opperhoofd van een volk de publieke opinie verenigen in haat voor de vijand. Dat gebeurt nu in de moslimwereld. Na drie eeuwen onder het juk van het Ottomaanse rijk en het westerse imperialisme welt die frustratie op in de vorm van haat en fanatisme.


Kunt u zich voorstellen dat er ooit geen kranten meer zullen zijn?

ECO: Dat risico bestaat. Ondanks al het slechte dat ik over journalistiek heb gezegd, is het bestaan van de pers nog steeds een garantie voor democratie en vrijheid. De verscheidenheid van de kranten oefent een soort controlefunctie uit. Maar kranten zullen zich moeten aanpassen om niet uit te sterven. De krant kan zich niet beperken tot praten over wat er in de wereld gebeurt, want dat doet de televisie al. Zoals ik al gezegd heb: ze moeten veel meer over de virtuele wereld schrijven. Een krant die kan analyseren en bekritiseren wat op internet verschijnt, kan vandaag zijn functie hebben. Op die manier kun je ook jongeren bereiken, om hen te doen inzien of iets wat zich online bevindt al dan niet echt is. Ik denk dat veel kranten nog te veel werken alsof het internet niet bestaat. Het is alsof ze zich nooit bekommeren om hun voornaamste tegenstander.


Is internet een tegenstander?

ECO: Ja. Want het kan hun einde betekenen.


Blog Knack, 06-05-2015 (Juan Cruz, El Pais)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 07:33.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.