Leerkracht ziet toekomst onderwijs drastisch veranderen

De invloed van computers zal almaar toenemen in het onderwijs.
Belgische leerkrachten denken dat het onderwijslandschap ingrijpend zal veranderen tegen 2020. Dat blijkt uit een rondvraag bij 2.120 Nederlandstalige en Franstalige leerkrachten in opdracht van Van In, uitgever van educatieve materialen.

Vrees voor tekort
Drie op vier leerkrachten denken dat hun rol zal evolueren van lesgever naar mentor van leerlingen. Daarnaast verwacht 60 procent van de Nederlandstalige en 81 pct van de Franstalige ondervraagde leerkrachten in de toekomst een tekort aan leerkrachten. De helft van de ondervraagden denkt dat de leerkrachtenopleiding in de toekomst aan de universiteit georganiseerd zal worden en vindt dat ook wenselijk.

Educatieve computerspelletjes
In de klas van de toekomst zal informatie- en communicatietechnologie prominent aanwezig zijn, meent 66 pct van de ondervraagde leerkrachten. De helft van de ondervraagde leerkrachten vindt dit ook wenselijk. Voorts verwacht ruim de helft van hen dat educatieve computerspelletjes meer ingang zullen vinden in de klas, dat meertalig onderwijs eerder de norm zal worden en dat het onderwijs zijn aanbod meer zal afstemmen op de arbeidsmarkt.

Heel wat leerkrachten vrezen tot slot de trend waarbij scholen een publieke score krijgen op basis van doorlichtingen. Liefst 66 pct van de Nederlandstalige leerkrachten vindt dit een negatieve trend. (belga/svm)

Kritiek:
Ze hebben er gelijk in dat de technologie nooit stilstaat en alles evolueert. Maar dit vind ik het er toch een beetje over. Een leerkracht moet de persoon blijven dat vanvoor in de klas staat en niet een computerspel dat de 'leerstof' overbrengt. Het is een goede zaak dat leerkrachten hier gebruik van kunnen maken, maar hier blijft het vind ik. Computerspelletjes mogen niet de overhand zijn.

Het onderwijs mag van mij gerust evolueren. Het moet zelfs evolueren want het onderwijs is bovendien de grondstof voor het vormen van de hele maatschappij. We mogen ons niet conservatief opstellen ten opzichte van de technologie en we moeten dus zaken als ICT, DVD, projector, ... integreren in het onderwijslandschap, maar ik wil niet dat het onderwijs hier helemaal op gaat berusten. Sinds de komst van al die technologische snufjes, zijn er niet alleen voordelen bijgekomen, maar ook heel veel nadelen. Ik heb al héél vaak leerkrachten zien knoeien bij het gebruiken van technologische apparaten en ik kan me heel goed voorstellen dat ik daar in de toekomst ook af en toe last van ga hebben, ondanks het feit dat wij hiermee zijn opgegroeid. Vanaf het moment dat taken op de computer moesten gemaakt worden, zijn er veel uitvluchten bijgekomen voor het niet maken van taken; "Ik heb mijn taak niet kunnen maken want de printer deed het niet, de computer was gecrasht,...". Je hoort het meer en meer. Voor luie leerlingen is het een gemakkelijk uitvlucht, maar zelfs ijverige leerlingen die echt met een computerprobleem te maken krijgen, komen op deze manier niet meer geloofwaardig over. Dat is zeer spijtig, want die leerlingen kunnen zich hier echt slecht door voelen.

Je kan bijna geen dag laten passeren of je moet alles op de computer checken op mails, nieuwtjes,... . Zoals ik al zei kan technologie heel goed zijn (denk maar aan de oneindige informatie die je op internet kan vinden of de mooie powerpointpresentaties die je vandaag de dag kan maken om een les voor te stellen), maar het mag niet te bedwelmend worden.

Bovendien denk ik met heimwee terug naar de tijd dat alle leerlingen een prachtig handschrift hadden. In de toekomst zullen leerlingen misschien alleen nog maar wat neer kunnen kribbelen als ze altijd op de computer moeten tokkelen.

Ik denk dat er op dergelijk vlak al veel veranderd is, maar nog meer gaat veranderen.
Tegenwoordig zijn vele wetenschapsklassen al uitgerust met een projector en computer. Ook hangen er soms al projectors in gewone klaslokalen.
Smartboards worden ook steeds meer betaalbaar en populair.

Het computergebruik brengt inderdaad vele voordelen met zich mee. Leerlingen kunnen oefeningen maken op de comuter en zelf iets opzoeken. Tegenwoordig kunnen ze al huiswerk doorsturen via mail, of op het internet maken, vragen stellen op klasforums.
Maar het is fout om er van uit te gaan dat iedere leerling thuis al in bezit is van een computer, laat staan een internetverbinding.
Kansarmoede in België bestaat nog steeds. Voor de derdejaarsstudenten mogen we dit in scholen gaan onderzoeken voor ons portfolio.

Het is nu al zo dat het onderwijs meer en meer gebruik maakt van internet, projectors, ... Maar die middelen zijn er op de meeste scholen, dus waarom er geen gebruik van maken? Voor leerlingen is het soms wel een probleem om 's avonds bijvoorbeeld een taak via smartschool te versturen, maar zij kunnen meestal wel gebruik maken van de computers op school.
Wat betreft de rol van de leerkracht zelf, denk ik dat er een gewoon een samenspel, een evenwicht moet gevonden worden tussen het 'nieuwe' lesgeven, en het traditionele onderwijs. Ik denk dat leerkrachten met sommige verhalen zowel docerend de leerlingen kunnen boeien. De leerkracht is toch altijd al een soort mentor geweest voor de leerlingen? Leerlingen begeleiden in hun leerproces, hun fouten mee opsporen, feedback geven en bijsturen, ...
Ik denk dat de nieuwe werkvormen gewoon de rol van de leerkracht als begeleider iets meer benadrukken.

Excuseer mij, maar dat vind ik nu een echte uitvlucht-redenering. Zo van: kijk eens hoe goed ons onderwijs rekening houdt met de wat armere kinderen in onze samenleving, zijn we niet geweldig. Terwijl ons onderwijs, jammer dat ik het moet zeggen, wel nog steeds de sociale ongelijkheid blijft reproduceren. (Niet enkele de verantwoordelijkheid van het onderwijs, maar toch een belangrijk deel.)

Ten eerste zijn de computerklassen in de school vaak via een planningssysteem toegankelijk. Dit wil zeggen dat elk leerjaar bijvoorbeeld één dag op de computer kan tijdens de middag. Niet alle scholen beschikken trouwens al over voldoende computers zo blijkt wanneer leerlingen zich moeten inschrijven voor zo'n middag. En daarbij komt: ik vind niet dat een kind dat thuis geen internetaansluiting heeft, verplicht moet worden om zijn of haar vrije middag op te geven. De middag is niet voor niets langer dan de speeltijd hé.

Ik wil heel graag gebruik maken van nieuwe technologie, maar niet als ik daardoor een leerling discrimineer, terwijl die nieuwe technologie eigenlijk géén meerwaarde biedt, maar enkel en alleen gebruikt wordt omdat het voor de leerkracht gemakkelijker is. (Uiteraard wel een meerwaarde als ik denk aan applets voor wiskunde tijdens de les, maar inzake wat leerlingen thuis verplicht worden op de pc te doen zie ik weinig meerwaarde. Extra oefeningen op papier of op internet zijn evenveel waard, alleen dat ze bij die op het internet ook nog msn en facebook zitten tijdens het maken)

__________________