#1
|
||||
|
||||
Minister van de bouwpromotoren
Minister van de bouwpromotoren
Karel Verhoeven Het tekort aan sociale woningen heeft niet alleen te maken met geld. Het verzet is taai en ambtelijk. De obstakels worden van vele kanten opgeworpen, te beginnen door die gemeenten die liever zo weinig mogelijk sociale woningen op hun grondgebied dulden. En dan is er nog die nakende fusie onder sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren. Goed. Dat is nu al een paar jaar de uitleg waarom beschikbaar budget ongebruikt terugkeert. Maar dat stroperige verhaal wordt absurd wanneer het hele budget ongebruikt blijft. Van de bevoegde minister Matthias Diependaele (N-VA) weten we dat hij veel meer vertrouwen heeft in de vrije markt dan in door de overheid geregisseerde volkshuisvesting. Hij is van de school die verwacht dat, ook voor wonen, vraag en aanbod uiteindelijk mooi in evenwicht komen, als ze maar met rust gelaten worden. Met een paar beperkte stimulansen zal die markt van kopen en huren ook voor de krapste inkomens zorgen. Of met ruimere stimulansen, zoals een half miljard euro subsidies voor bouwpromotoren, een voorstel van begin dit jaar dat Diependaele na een lawine aan kritiek wat minder genereus moest maken. Maar het wordt nu wel spannend. Hoeveel overheidsinertie heeft Diependaele over om zijn gelijk te bewijzen? In de recente jaren van (bijna) stilstand, een erfenis van zijn voorgangers, is de wachtlijst met een derde aangegroeid tot 182.000 kandidaat-huurders. De gemiddelde wachttijden zijn toegenomen tot meer dan 1.300 dagen, of 3,5 jaar. Het drama wordt groter voor wie geen eigen woning kan kopen. De energiekosten lopen voor veel huurders veel hoger op, want de helft van de huurmarkt is van ontoereikende kwaliteit. De inflatie jaagt de huurprijzen de hoogte in, terwijl kopers met een lening en een geïndexeerd inkomen hun woonkosten relatief zien dalen. Jongeren kopen nog huizen, ja, maar zonder startkapitaal lukt het nauwelijks. De markt werkt voor wie geld heeft. Toch voelt Diependaele zich niet opgejaagd om gemeenten te pushen met dwingende streefcijfers, zoals in Nederland, of om de procedures voor andere gemeenten te vereenvoudigen. Van een noodplan is geen sprake. De sector mag de lastige fusie rustig verder blijven bediscussiëren. Wat, alles samen genomen, de vraag doet rijzen of we op het zo belangrijke departement wonen te maken hebben met een dogmaticus met een hardnekkig ideologisch plan, dan wel met een minister die gewoon tekortschiet om breed te mobiliseren en een crisis te bezweren. DS, 11-08-2022 (Karel Verhoeven) |