|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Sinds privatisering zijn nummerplaten winstmachine
Sinds privatisering zijn nummerplaten winstmachine
Sinds de overheid Bpost nummerplaten laat maken, betaalt de burger te veel voor de dienst, werd concurrentie uitgeschakeld en liep de staat miljoenen mis. Werd vooral beter van de uitbesteding: Bpost. Dat besluit het Rekenhof. De staat was altijd zelf verantwoordelijk voor het maken en verzenden van nummerplaten en kentekenbewijzen van voertuigen. Maar in 2010, bij de introductie van de Europese nummerplaat, werd die taak uitbesteed aan Bpost. Dat bedrijf is voor 51 procent in overheidshanden, maar het is beursgenoteerd en wordt onafhankelijk bestuurd. In een vlijmscherpe audit houdt het Rekenhof, de financiële waakhond van de overheid, die concessie tegen het licht, en de conclusies zijn vernietigend. 1. Te duur Ten eerste stelt het Rekenhof vast dat ‘onmogelijk kan worden aangetoond dat de uitbesteding zuiniger en efficiënter is dan het eigen beheer’, onder meer omdat de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) het dossier van die uitbesteding niet meer in zijn archief kon terugvinden. Door de uitbesteding betaalt de burger nu een retributie van 30 euro voor een nummerplaat. Volgens het Rekenhof kan de staat niet aantonen dat die vergoeding in verhouding staat tot de kosten die de overheid zelf nog heeft, wat nochtans wettelijk vereist is bij zo’n retributie. Bpost sluist zo’n 9 van de 30 euro door naar de staat door, maar die maakt daar dus toch winst op: in 2020 waren de opbrengsten dubbel zo hoog als de gemaakte kosten. Tussen 2012 en 2018 bedroeg de winst voor de overheid minstens 44 miljoen euro. Daarbovenop leverde de uitbesteding een besparing van 3,8 miljoen euro en dertien minder voltijdse werknemers per jaar op. 2. Geen mededinging In 2019 besliste de regering om ook de tweede concessie, ter waarde van 240 miljoen euro over maximaal zes jaar, aan Bpost toe te kennen. Daarbij werd het vorige contract niet adequaat geëvalueerd en kon de mededinging onvoldoende spelen. Alleen Bpost was kandidaat voor de gunning. ‘Het bestek verleent een buitenproportioneel concurrentieel voordeel aan de eerste concessiehouder’, stelt het Rekenhof, via de te strenge vereisten waaraan de kandidaten moesten voldoen. Bovendien miskent het bestek volgens het Rekenhof de regelgeving over concessieovereenkomsten, ‘wat de belangen van de staat schaadt’. Zo laat het contract Bpost te vrij om prijzen te herzien wanneer de prijzen van grondstoffen nodig voor de nummerplaten wijzigen. Bij een onterechte prijsherziening in het voordeel van Bpost in 2012 liep de overheid bijvoorbeeld 10 miljoen euro mis. Ook in 2018 was er een dubieuze prijsherziening. ‘De afhankelijkheid van de DIV en het quasimonopolie van de eerste concessie*houder zijn sinds 2010 alleen maar uitgebreid’, klinkt het. 3. Boetes niet opgeëist De controle door de overheid op de uitvoering van het contract is ‘ontoereikend’, stelt het Rekenhof, waardoor de staat alweer miljoenen misloopt. Een zeldzame audit over de veiligheid van de sites waar de nummerplaten gemaakt worden, leverde inbreuken op. Maar de boete die het contract daarvoor oplegde, minimaal 2,5 miljoen euro, werd niet geïnd. Behalve de veiligheid waren bij de eerste concessie doelstellingen opgenomen waaraan streefwaarden en boetes werden gekoppeld, maar die verdwenen bij het tweede contract. Pas twee jaar na het begin van de tweede concessie werden streefwaarden voor de naleving van leveringstermijnen overeengekomen, waarbij de staat zich opstelde in een ‘afhankelijke situatie ten opzichte van een ondernemer die er geen enkel objectief economisch belang bij heeft zichzelf ontradende boetes op te leggen’ en Bpost ook een concurrentieel voordeel geeft. Wegens grote vertragingen werd een boete van 260.000 euro opgelegd, maar Bpost had volgens het contract daarbovenop 2,3 miljoen euro aan boetes moeten betalen. De DIV roept de coronacrisis in als verklaring, maar een deel van de vertragingen dateerde van voor de start van de pandemie. Ook checkt de DIV onvoldoende de rapporten en facturen van Bpost, waardoor niet gewaarborgd is dat de ontvangsten voor de staat correct zijn. Minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo), onder wie de DIV valt, zegt dat hij bij een mogelijke volgende concessie de aanbevelingen van het Rekenhof zal doorvoeren en dat hij de controle op de uitvoering van het huidige contract zal opvoeren. Een woordvoerder van Bpost kon gisteren geen reactie kwijt. Blog DS, 22-05-2022 (Matthias Verbergt) |