|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Rellen, moreel besef en de verzorgingsstaat
Sociologische onzin? Nou!
Voor ‘law and order' pleiten is gemakkelijk, constateert RUDI LAERMANS, maar het volstaat hoegenaamd niet om de oorzaak van de rellen in Londen en elders weg te werken. Individualisme en consumentisme zijn een deel van het verhaal. Maar vooral: die komen niet uit de lucht gevallen. ‘Ik wil hier geen sociologische onzin over horen', zei burgemeester Boris Johnson over de recente rellen in Londen (DS 13-15 augustus). De teneur van dit ene zinnetje was overduidelijk. Wie willens en wetens andermans have en goed maltraiteert, verdient gewoon een strenge straf, punt, andere lijn. Bespaar ons dus het gezanik over kansenarmoede, toenemende sociale ongelijkheid en een falend beleid. Sociale factoren en dito motieven kunnen nooit recht praten wat wezenlijk krom is. Misdaad is gewoon altoos en overal een te bestraffen wandaad: het sociaal begrijpen van collectieve vergrijpen dispenseert niet van schuld en boete. Law and order moeten kortom heersen, met speculaties over de oorzaken van crimineel gedrag hoeven we onze tijd niet te verbeuzelen. Of juist wel misschien? Conservatieve politici en columnisten hebben immers ook een uitleg klaar voor de bonje in de Engelse steden. Een rechtse polemist als Theodore Dalrymple verpakt die graag in provocerende schimpscheuten richting de verdorven jeugd van tegenwoordig en haar ongebreidelde hang naar goedkoop plezier of laveloos vertier (DS 11 augustus). Premier Cameron hield het ietwat soberder, maar schuwde evenmin de grote woorden. Engeland is al sinds enkele generaties in de greep van een schrikbarend ‘moreel verval', zo luidt zijn verdict (DS 16 augustus). Luiheid, egoïsme en onverantwoordelijkheid zouden van langsom meer de toon zetten: almaar meer ouders schieten tekort in het bijbrengen van een elementair normbesef. Dat is voorwaar eveneens een sociologische diagnose, zelfs van klassieke snit. Geen sociale orde of cohesie zonder een minimum aan ‘collectief bewustzijn', zo peroreerde Emile Durkheim immers al eind de 19de eeuw. Enkel een gedeeld baldakijn van sturende waarden en regels kan ons daarom behoeden voor de natuurtoestand à la Hobbes en haar ‘oorlog van allen tegen allen'. Amorele markt Anomie – letterlijk: normloosheid – is Durkheims codewoord voor een situatie van sputterende sociale integratie waarin mensen terugvallen op hun van nature uit tomeloze verlangens. Soms mangelt het enkel tijdelijk aan normen, bijvoorbeeld als het plots economisch heel slecht of juist heel goed gaat. Diezelfde economie bevordert evenwel een toestand van chronische anomie wanneer ze de hang naar altijd méér tot motor van economische groei promoveert. Mode en reclame, krediet en massaproductie stimuleren dan de menselijke hebzucht voorbij iedere tot dan toe geldende grens. ‘De apotheose van de welvaart heeft de begeerten geheiligd en daardoor om zo te zeggen boven elke menselijke wet geplaatst. Ze indammen schijnt een soort heiligschennis', schreef Durkheim lang voor het woord consumptiemaatschappij een gemeenplaats werd. Durkheim is de betere conservatieve socioloog wanneer hij een verslechterend moreel klimaat niet enkel afboekt op conto van spaaklopende gezinnen en gesjeesde ouders. Het is de eeuwige blinde vlek in de mix van neoliberalisme en neoconservatisme die sinds de jaren 1980 opgang maakt. Dat schijnbaar vanzelfsprekende discours looft het marktkapitalisme, maar zwijgt in alle talen over zijn immorele effecten. Van de breidelloze bonuscultuur in de financiële wereld over de veralgemeende concurrentiedwang tussen werknemers tot de schijnbaar eindeloze verkoopwaring van lichamen of babygeluk: legio zijn de voorbeelden van een doorgeschoten marktwerking die aanzet tot egoïsme of materialisme. Egoïsme loont, ja moet, wanneer bedrijven of non-profitorganisaties hun human capital consequent afrekenen op enkel meetbare prestaties. En materialisme is gewoon de alom aanwezige lucht die we, zittend voor de beeldbuis of wandelend door een winkelcentrum, dag na dag inademen. Ideologie Onbeteugeld kapitalisme vreet het morele kapitaal aan dat conservatieve politici en denkers zeggen te verdedigen. Het promoot een nietsontziend individualisme op de werkvloer, en het bevordert een al evenmin erg solidair consumentisme daarbuiten. Daarom is het lichtjes schizofreen om meer marktwerking te bepleiten en tegelijk voor een ‘sterke samenleving' (Camerons Big Society) te ijveren. Met permissie, maar dat is pas sociologische onzin: het is als dweilen met de kraan open. Een tegelijk neoliberale en conservatieve overheid houdt als het ware met de ene hand een cultuur van egoïsme en hebzucht in stand die ze met de andere hand actief wil bestrijden. Het wordt nog meer paradoxaal wanneer zo'n overheid het mes zet in de solidariteitsmechanismen die ze zélf beheert. Saamhorigheid is een immateriële waarde, jawel, maar precies omdat mensen lang niet altijd spontaan solidair met onbekende medeburgers zijn, zag de verzorgingsstaat het licht. Moraal is plicht, en een beetje oppassende overheid verplicht – tot het naleven van democratisch gestemde wetten (onpolitiek straatgeweld kan niet) evengoed als tot een herverdelende belastingafdracht. Neoconservatieven als Dalrymple of Cameron hebben het niet zo begrepen op de verzorgingsstaat. Ze beschouwen die als deel van het morele probleem, want ze zou een luie onderklasse van free riders in stand houden en, algemener, ‘de ondernemingszin' (het egoïsme?) afremmen. Zelfs als deze diagnose deels klopt, blijft de vraag: hoe anders het beklaagde ‘morele verval' remediëren dan met de hefbomen van de verzorgingsstaat? Je maakt van egoïsten geen fatsoenlijkere burgers door op te roepen tot een moreel reveil en vervolgens eenoudergezinnen, langdurig werklozen of andere achtergestelde groepen aan hun lot over te laten. Morele politiek valt de verzorgingsstaat niet af, maar corrigeert ze met het oog op meer solidariteit. Zo'n politiek onderkent tevens de spanning tussen marktkapitalisme en saamhorigheid, het beredeneerde egoïsme van de homo economicus en de noodzaak van een minimum aan burgerzin. Wie het daarentegen enkel bij een hooggestemd idealisme wil houden is een ideoloog met een ándere agenda dan het bevorderen van een solidaire samenleving. DS, 18-08-2011 (Rudi Laermans)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door bijlinda : 25th March 2021 om 05:38. |