|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Zes jaar en al naar het middelbaar
Zes jaar en al naar het middelbaar
Laurent Simons (6) is de enige zoon van een Belgische arts in Amsterdam. Over twee weken mag hij naar het voortgezet onderwijs, vergelijkbaar met ons middelbaar. Ongezien. Alexander en Lydia Simons – hij tandarts, zij manager – hadden snel door dat hun zoon ‘wat slimmer is’ dan de meeste andere kinderen van zijn leeftijd. Toen hij vier was, stuurden ze hem naar het eerste leerjaar. In het Engels, omdat ze vonden dat hun studiekeuzes te beperkt waren geweest in Nederland en Vlaanderen, en ‘we nu toch in een geglobaliseerde wereld leven’, aldus zijn vader. Voor Laurent was die taal geen enkel probleem. Het ging zelfs zo vlot dat hij bij een schoolwissel meteen een jaartje mocht overslaan. En daarna nog eens. Schoolrapporten staan steevast vol met A’s. Op dit moment volgt Laurent les bij elfjarigen, aan het Particulier Onderwijs Winford in Amsterdam. Prijskaartje: 15.000 euro per jaar. Over twee weken maakt hij nog eens een sprong: dan stapt hij over naar het voorgezet onderwijs, in dezelfde school. ‘Vorig jaar hebben we een IQ-test laten afnemen door een onderwijsinstantie. Ze hadden er een hele voormiddag voor hem uitgetrokken, maar na een uurtje was hij klaar. Laurent behaalde de maximumscore van 145, maar het vermoeden is dat hij daar ver boven zit’, zegt zijn vader. Stripverhalen ‘Iedereen zegt altijd dat ik zo intelligent ben, maar wat ben ik met die *intelligentie als ik geen andere mensen kan helpen?’ Laurent Vooral in wiskunde scheert Laurent hoge toppen: sinds september heeft hij er al de helft van het lesprogramma van het eerste jaar voortgezet onderwijs doorgejaagd. Tussendoor volgde hij ook al een wiskundecursus aan Stanford, in de VS. ‘Sinds januari gaat het ineens veel sneller. Op school hebben ze geprobeerd om hem even af te remmen, maar dat werkte niet. Zijn leerhonger is te groot.’ Thuis is Laurent niet met schoolse taken bezig, beklemtoont zijn vader. ‘Hij is dol op stripverhalen. Hij speelt graag spelletjes als Minecraft en zo. Huiswerk hoeft hij niet te maken. In Nederland doen ze daar niet aan. En nee, wij zijn hem echt niet aan het pushen. Voor je het weet kan je achter je kind aan zitten tot het naar de universiteit gaat. Wij geloven daar niet in. Zin in leren moet uit het kind zelf komen.’ Tessa Kieboom, Vlaams experte in hoogbegaafdheid, gelooft dat het kan: ‘Deze kinderen worden vaak voortgedreven door hun eigen leerhonger. Ze hebben altijd nieuwe uitdagingen nodig. Als je al tot 1.000 kan tellen, is het saai om slechts oefeningen tot 20 te maken. En je leert er ook niets van bij: je moet geen inspanningen doen, je leert nooit eens falen. Ik kan me dit perfect voorstellen, al is het zeer uitzonderlijk. In de Verenigde Staten worden wel vaker wonderkinderen gesignaleerd, maar bij ons is dit bij mijn weten niet eerder voorgevallen.’ Misschien ook doordat in Vlaanderen een ander traject met hoogbegaafde kinderen wordt gelopen. Kieboom: ‘Wij promoten de kangoeroe*klassen, waar leerlingen meer uitdagingen krijgen voor *bepaalde vakken. Zonder dat ze voor de rest hun leeftijdsgenoten moeten lossen.’ Want er is ook een sociale kant aan dit verhaal: hoe voelt het om als zesjarige tussen elf- of twaalfjarige leerlingen te zitten? Kieboom: ‘Ik ken deze jongen niet, maar kan me indenken dat hij sociaal met dingen wegkomt die hij nog niet helemaal onder de knie heeft. Juist omdat hij zoveel jonger is, zien de anderen bepaalde zaken door de vingers. Dat kan een nadeel voor hem zijn.’ EHBO-cursus Volgens zijn vader is Laurent heel gelukkig met de gang van zaken. ‘Hij kan goed overweg met oudere kinderen. Hij ziet er wel als een zesjarige uit, maar hij praat en redeneert helemaal anders. Onlangs heeft hij een EHBO-cursus gevolgd bij het Rode Kruis - hij was veruit de jongste deelnemer ooit. Ze wilden weten waarom hij dit deed. Toen antwoordde hij: ‘Iedereen zegt altijd dat ik zo intelligent ben, maar wat ben ik met die intelligentie als ik geen andere mensen kan helpen?’ Het tekent hem ten voeten uit: hij is een superlieve jongen.’ Een jongen die ervan droomt om later ofwel bij de NASA te werken, of hartchirurg te worden. En eerst misschien nog naar een prestigieuze buitenlandse universiteit. ‘Voor ons maakt het niet uit’, zegt zijn vader. ‘Als hij de juiste ondersteuning blijft krijgen – wat ik hoop – zal hij het nog ver schoppen. Wat er ook gebeurt, wij zijn trots op hem.’ Bron: De Standaard http://www.standaard.be/cnt/dmf20161103_02554471 Datum: 5/11/2016 Mening: Dat een kind van zes jaar op het cognitief niveau zit van een kind die dubbel zo oud is vind ik wonderbaarlijk. Ik denk dat het vooral belangrijk is om hem goed te begeleiden en hem voldoende uit te dagen. The sky is the limit voor iemand met zo’n hoog IQ. Ik denk wel dat het een uitdaging is voor het onderwijs om iemand zoals Laurent in de klas te hebben en ik hoop dat ze hem een goed schooltraject kunnen aanbieden zodat hij later kan worden wat hij zelf wilt. Wat we ook zeker niet uit het oog mogen verliezen is dat Laurent nog steeds een kind is. Het feit dat het leeftijdsverschil met zijn klasgenoten zo groot is kan op sociaal vlak voor veel problemen zorgen. Ik vind de aanpak van de ouders om hem thuis niet te pushen ook de beste manier aangezien ik denk dat de drijfveer om te leren uit je eigen interesses komt. |
#2
|
|||
|
|||
Zes jaar en al naar het middelbaar
Zes jaar en al naar het middelbaar
Als toekomstig leerkracht vind ik het super belangrijk dat leerlingen steeds geprikkeld worden om nieuwe dingen te leren, om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Wanneer een kind van 6 jaar zo een hoog IQ heeft, moet hier dus zeker en vast aandacht aan besteed worden. Toch maak ik me zorgen over de gevolgen dat deze grote stap zal hebben op de emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen met zo een hoog IQ. Ik begrijp dat het mogelijk is dat deze kinderen ook voorstaan op hun leeftijdgenoten op vlak van emotionele en sociale ontwikkeling. Toch stel ik me de vraag of dit leeftijdsverschil te overbruggen valt. Gaan de kinderen hier uiteindelijk geen last/tekortkomingen van ondervingen? Is het niet nu, dan eventueel later. Dit aspect mogen we, naast het aanbieden van nieuwe uitdagingen, zeker niet uit het oog verliezen! |