|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Kerstessay - Tussen apenkoppen en krokodillen (1)
O, heerlijke jeugdige vervelendheid
Michael Van Peel Michael Van Peel is stilaan oud genoeg om zich te ergeren aan de jongere generaties, en nog net jong genoeg om mee te zuchten op de oudere. Een goeie gelegenheid om in een vijfdelig kerstessay even halt te houden bij waar al die generaties voor staan, hoe ze van elkaar verschillen en waar al die vijandigheid voor nodig is. Deel 1: De verdeelden Sinds kort voel ik de eerste tekenen van ouderdom insijpelen. Alles wat ik doe, heeft plotseling een bijbehorende soundtrack gekregen. Rechtstaan, een auto instappen, wakker worden, elk van die acties gaat *gepaard met een specifieke, eigen versie van: ‘hummmpff….’ De prelude tot de *Symfonie des Vervals. In een onbewaakt *moment, het moet op een donderdag zijn *geweest, betrapte ik mezelf erop met beide handen mijn broek op te trekken bij de achterkant. Moeiteloos en zonder na te denken voerde ik de actie uit. Op de openbare weg. Gewoon, twee duimen achter de broekriem en ‘hop’. Alsof ik nooit iets *anders had gedaan. Alleen … Ik had het nog nooit gedaan! Het bleek een oeroud, genetisch ingebakken overgangsritueel te zijn. Een geheim vrijmetselaarsteken van een nieuw verbond. Een kranige tachtiger aan de overkant van de straat zag het gebaar, gaf me een knipoog en verwelkomde me liefdevol bij de Club der Langzaam *Verwelkenden. Ik begreep: van hier af aan is het stilletjes bergaf. Maar het moment dat me het hardst wakker schudde, dat me met bazuin*geschal een nieuwe levensfase in katapulteerde, was toen ik mezelf voor de eerste keer uit het niets hoorde foeteren op de jongere generatie: ‘Och snotneuzen, wat weten zij … Fucking millennials!’ Ik zwaaide nog net niet met een gebalde vuist. Het was een moment van zelfontmaskering. Et ego, Brute? Wie zeurt over de jeugd van *tegenwoordig, beseft dat hij oud geworden is. Definitief. Ik hoor niet meer bij de jongere generatie. Toegegeven, 42 jaar is rijkelijk laat voor dergelijk inzicht, maar zoals iedereen trek ook ik steevast een decennium af van mijn leeftijd: veertig is het nieuwe dertig! En dertig is amper de twintig voorbij, toch? (Zucht.) Als prille veertiger is het zinloos vissen naar begrip, laat staan medeleven, als ik begin over mijn leeftijd. (Om te vissen ben ik trouwens sowieso nog te jong.) Wie jonger is, snoeft: ‘Ach, ouwe zak, hou toch je kop.’ Wie ouder is: ‘Och snotneus, wat weet gij.’ Neerkijken op al wie jonger is dan je huidige jij, hoort bij de verworven rechten der anciënniteit. Vraag maar eens aan tachtigers wat ze van zeventigers vinden. ‘Zeventigers?! Die denken dat ze het allemaal weten, meneer!’ Het is de enige geneugte die elke oudere gegund wordt. Het neer*kijken beschermt ons ego tegen de vrees dat we zelf niet genoeg van ons leven hebben gemaakt, de diem niet genoeg hebben *ge-carpe-d, dat een jonger iemand al ‘verder’ zou staan in het leven – alsof zoiets *bestaat. Die denkbeeldige hiërarchie van ouder is wijzer, houdt tegelijk een belofte in: later zul je ’t wel begrijpen. Daarom geldt op de levensweg een inhaalverbod: je mag je senioren niet in leeftijd voorbijsteken. Je moet blijven omhoog kijken. Vader en moeder zult gij eren, zegt het vierde *gebod. Dat maakt al wie voor zijn tijd sterft onwezenlijk, bevroren in zijn leeftijd, waardoor je die persoon wél inhaalt. Een oudere broer wordt plots een jongere broer. Een wijzere held wordt een jongere snul. Hoe kun je blijven opkijken naar iemand die jonger is dan jij? Wat weet die van het leven? Jimi Hendrix (27), Jezus Christus (33), Martin Luther King (39). Voor mij als veertiger zijn het intussen stuk voor stuk egocentrische melkmuilen geworden, die niet eens het fatsoen hadden ook oud en seniel te worden. Ze hadden op zijn minst op latere leeftijd een schim van zichzelf kunnen worden, een pamper vol kunnen pissen of wat racistische tweets kunnen versturen, om ons te troosten. Maar het soelaas van hun verval werd ons niet gegund. Ze stierven jong en kregen de eeuwige jeugd in ruil. Soit, ik wijk af. Dat gebeurt weleens op mijn leeftijd. (… Vijftigers! Zwijg!) Ik zal eens iets zeggen: vroeger hé… Vroeger was alles beter. En dat is al duizenden jaren zo. Het is van alle tijden en zelfs alle culturen. Historicus Arthur Herman legt in The idea of decline in western history (1997) uit hoe mensen in zowat elke *samenleving die ooit bestaan heeft, de overtuiging koesterden dat hun tijdgenoten niet aan hun voorouders konden *tippen. Ze waren doordrongen van het gevoel dat hun beste dagen achter hen lagen, dat hun Gouden Tijd tot het verleden behoorde en dat niemand uit het heden de *heroïsche standaard van het verleden haalde. Ook de politiek is die gedachte niet *onbekend. Make America great again, quoi. Vermoedelijk is er een verband tussen het idealiseren van het verleden en het idealiseren van de eigen, verloren kindertijd, toen we nog geborgen waren en fit van *lichaam en geest. We zien de eigen aftakeling aan voor het verval van de tijden. De tijd van toen is altijd beter geweest. Zelfs al betekende toen: ziektes, miserie en kakken in een emmer. Er is gejammerd over de jeugd van *tegenwoordig en gehunkerd naar het verleden in hiërogliefen en in spijkerschrift. Ook de oude Grieken konden een pakske zagen. Voornamelijk over de jonge Grieken. Volgens onderzoekers van de Univer*sity of California in Santa Barbara is de belangrijkste verklaring voor dit eeuwenoude gezeur eenvoudig: mensen zijn heel slecht in zichzelf te herinneren toen zij jong *waren. Dat komt doordat ons geheugen niet werkt als een fotocamera. We kunnen onze ontwikkeling en levenservaring niet ‘ont-leren’ en gebruiken dus onbewust altijd ons huidige zelf als referentiekader. Met andere woorden: we vergelijken jongeren niet met ons jongere zelf, maar met ons huidige zelf: mensen met veel meer *levenservaring. Generatieverschillen zijn dus deels te wijten aan perceptie. Generatie Schmeneratie Dat brengt ons bij de vraag: bestaat er überhaupt wel zoiets als verschillende *generaties? Of gaat het gewoon om verschillende levensfasen? Het grote verschil in opvattingen tussen de generaties wordt namelijk veel kleiner als men jonge millennials vergelijkt met boomers toen die zelf ook jong waren. (Dan blijkt dat die fucking hippies van toen evenmin voor rede vatbaar waren.) Zoals altijd in de vervelende, morsige *realiteit, ligt de waarheid ergens in het midden. Er zijn op het statistische niveau wel degelijk gemeenschappelijke eigenschappen tussen mensen van een bepaalde leeftijdscategorie, maar de onderlinge verschillen tussen de leden van een bepaalde groep zijn nog altijd groter dan die tussen de groepen onderling. Het gerenommeerde Pew Research Centre stelt dat we het concept ‘generatie’ daarom niet moeten beschouwen als een label om op groepen te plakken, maar eerder als een lens om mee naar grote maatschappelijke veranderingen te kijken. Onderzoekers onderscheiden drie effecten die de verschillen tussen leeftijdsgroepen kunnen verklaren. Life cycle effects worden veroorzaakt door het leeftijdsverschil: jongeren hebben sowieso een andere levenshouding dan ouderen, ze zijn vaak cultureel progressiever, maar minder politiek actief. Period effects ontstaan door grote gebeurtenissen die een invloed hebben op de hele populatie van een bepaalde periode (een wereldoorlog, de nasleep van 9-11, en ongetwijfeld: covid-19). Cohort *effects ontstaan door de specifieke levensfase van een groep toen ze aan die unieke historische omstandigheden werd blootgesteld (jonge Amerikaanse mannen tijdens de Vietnamoorlog, bijvoorbeeld) of juist de afwezigheid ervan (de eerste generatie die de oorlog niet meemaakte). Een historische gebeurtenis kan een bepaalde groep sterker beïnvloeden dan de rest van de *bevolking, als ze zich voordoet tijdens hun adolescentie, een periode waarin identiteit sterk gevormd wordt. Al die effecten werken op elkaar in. *Bovendien evolueren houdingen ook nog eens binnen een generatie. Zo is volgens Pew Research het afgelopen decennium de acceptatie van het homohuwelijk in de *hele bevolking gestegen, niet alleen omdat er jonge, tolerantere GenZ’ers zijn bij*gekomen, ook omdat binnen de boomer*generatie de acceptatie evenzeer gestegen is. Je moet mee met je tijd. (We leven dus nog wel in tijden waarin mensen om hun mening wordt gevraagd over andermans huwelijk, maar dat terzijde.) De scheidingslijnen tussen de generaties zijn wazig en overlappen elkaar. Vaak hanteren verschillende onderzoekers ook andere leeftijdscategorieën. Grosso modo spreekt men over een Stille Generatie (75-92 jaar), de Babyboomers (56-74 jaar), *Generation X (40-55 jaar), Millennials (24-39 jaar, jaja, zo oud zijn millennials *intussen al) en de laatste Generation Z (0-23 jaar). Hun leefwerelden onderscheiden zich door grote politieke en economische evoluties: de Stille Generatie maakte het einde van de Tweede Wereldoorlog mee, de boomers de counterculture van de jaren 60, millennials groeiden op in een globale recessie, GenZ heeft 9/11 niet *(bewust) meegemaakt. Maar zeker bij de jongste *generaties worden de belangrijke breuklijnen vooral gevormd door de steeds sneller evoluerende technologie en de *grote impact ervan op de maatschappij. De Stille Generatie kende nog een tijd zonder koelkasten thuis, babyboomers maakten de *opkomst van televisie mee, GenX de revolutie van de ‘personal computer’, millennials groeiden op met het internet en GenZ met de smartphone (ze waren hoogstens 10 toen de iPhone werd geïntroduceerd). Een generatie situeert zich min of meer binnen één bepaalde cultuursfeer, in ons geval de westerse. Al raakt de wereld door de globalisering meer en meer gesynchroniseerd. Zo volgt India ongeveer dezelfde verdeling, met enkele andere sleutelmomenten voor de oudste generaties. En in Taiwan krijgt de generatie geboren na ’81 (millennials dus) dezelfde verwijten als hier. Men noemt hen de strawberry generation, omdat ze ‘makkelijk blutsen’, overbeschermd opgroeiden en egoïstisch, respectloos en lui zouden zijn. Precies dezelfde verwijten die Aristoteles tweeduizend jaar geleden de jonge Grieken naar het hoofd slingerde, dus. Ten oorlog De aversie is alleszins wederzijds. Woke *jongeren foeteren op witte oude mannen, boomers op klimaatspijbelaars, corona-oudjes op jeugdige lockdownparty’s ... *‘Boomer’ was vorig jaar het Nederlandse (scheld)woord van het jaar. Tieners gebruiken het om (alle) ouderen (al wie meer schaamhaar heeft dan zij, dus) te laten *weten dat ze niet moeten denken dat zij er nog bij horen: ‘Oké, Boomer!’ O, heerlijke jeugdige vervelendheid. Tekent er zich een nieuw generatieconflict af? De vraag is, was het ooit anders? Zelf behoor ik tot de achterhoede van *Generation X. De MTV-generatie. Die van die pennenzakken met fuck the system before the system fucks you erop gekribbeld. Ze voelt een beetje als een spilgeneratie, gesandwicht tussen millennials en boomers in. Omsingeld door ouderen én jongeren die ons vertellen wat er wel gezegd mag worden en wat niet. Nog even en mijn generatie is de volgende die wordt uitgespuwd. ‘Oké, X-er’, bekt voorlopig niet zo goed. Laat mij van de wegtikkende tijd gebruikmaken om vanuit dat relatieve niemandsland, tussen GenZ-neefjes en boomernonkels, tussen Greta’s en Donalds, als diplomatiek *onschendbaar ambassadeur (of dubbel*spion zo u wil) de troepen te schouwen en verslag uit te brengen van achter de linies. Ik beloof absoluut geveinsde neutraliteit. Het wetenschappelijke gehalte van dit *kerstessay zal zich situeren ergens tussen dat van een sociologische psychoanalyse en een *horoscoop uit de Joepie. (De Joepie, *bestaat dat nog, eigenlijk? Ik word oud …) Er zullen bloedige hyperbolen gemaakt *worden, puur ter uwer vermaak, om over omissies nog te zwijgen. En er zal over*vereenvoudigd worden, zo simpel is het. Hou dus de woorden van Alexandre Dumas in gedachten: ‘Alle veralgemeningen zijn *gevaarlijk, ook de *zonet gemaakte.’ Blijven over na het strijdgewoel: enkele interessante ideeën om mee uit te pakken op café, wanneer de horeca eindelijk weer open gaat. Een troost voor oudere generatie tegenover die verwaande GenZ’ers is alvast deze: ooit komen zij aan beurt! Ooit zal deze generatie jonge, schreeuwerige betweters uit*gespuwd worden door de volgende gene*ratie schreeuwerige betweters. Door hún kleinkinderen. Dan zullen zij weten hoe het voelt! Boontje komt om zijn loontje. Helaas zal u er niet meer zijn om u erin te verkneukelen. Maar niets houdt u tegen om alvast een voorafname te doen op die genoeg*doening. Stilletjes gniffelend van achter de kamerplanten naar buiten starend door het raam. Oké, Boomer? DS, 26-12-2020 (Michael Van Peel) |