|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
Vandaag een plasincident, morgen een putsch
Afrika moest maar niet zo winstgevend zijn
In de Sahelregio is het aantal staatsgrepen niet meer bij te houden. Het moet ons doen inzien hoe fragiel de democratie ook bij ons kan zijn, vindt Raf Njotea. Kijk maar naar de bestorming van het Capitool in Washington. ‘Ik schrijf dit als gijzelaar.’ Met die woorden begon Mohamed Bazoum, de afgezette president van Niger, zijn opiniestuk in The Washington Post. Bazoum zit gevangen in het presidentiële paleis. Toen hij het stuk schreef, was hij net opzijgeschoven na een staatsgreep door de generaal van het leger. Dat was eind juli. Ondertussen is Niger al oud nieuws, want vorige week was er alweer een nieuwe staatsgreep in de Afrikaanse Sahelregio, dit keer in Gabon. Coups lijken er aan de orde van de dag te zijn. In de afgelopen twee jaar vonden er niet minder dan negen plaats, onder andere ook in Mali, Soedan, Guinee en Burkina Faso. In alle Afrikaanse landen samen zijn er sinds hun onafhankelijkheid in totaal al zo’n 250 coups of pogingen daartoe geweest. Je zou voor minder van bananenrepublieken spreken. Dat corruptie welig tiert en zelfverrijking de belangrijkste prioriteit van veel Afrikaanse leiders is, staat buiten kijf. Het is verleidelijk om die putschen af te doen als pogingen van barbaarse generaals op een onderontwikkeld continent om macht en rijkdom te vergaren. Maar wie dat zonder nadenken doet, is blind voor het grotere politiek-historische plaatje. Afrikaanse democratieën bestaan nog maar een zestigtal jaar. Dat is piepjong. Ze zijn bovendien tot stand gekomen in landen die snel-snel de onafhankelijkheid eisten, maar daar niet klaar voor waren. Ze waren volledig ontwricht na decennialange uitbuiting door koloniale machten. De structuren voor een gezonde democratie ontbraken. En de leiders grotendeels ook. Extra nefast was dat de Europese mogendheden na de onafhankelijkheidsgolf krampachtig de macht over hun voormalige kolonies probeerden te behouden. Misschien op een minder zichtbare manier, maar minstens even meedogenloos. Als poppenspelers grepen ze in die kwetsbare eerste democratische processen in om figuren aan de macht te helpen die hun belangen dienden. Ongewenste politieke actoren werden tegengewerkt of, zoals Patrice Lumumba, uit de weg geruimd. Nog altijd zit de politieke en bedrijfseconomische elite in veel Afrikaanse landen in de (diplomatieke) zak van het Westen. Die geschiedenis verklaart voor een deel het antiwesterse sentiment dat in sommige Afrikaanse landen leeft bij de man in de straat. Een sentiment dat gretig opgeklopt wordt door weer andere grootmachten met een eigen agenda. En wij die dachten dat de scramble for Africa iets uit de 19de eeuw was. Tja, het continent moest maar niet zo winstgevend zijn. Dat sommige staatsgrepen door het volk enthousiast onthaald worden, hoeft dus niet te verbazen. Het is niet zo dat mensen per se het leger steunen, ze zijn gewoon tegen een regime dat niet in hun belang handelt. Het maakt de staatsgrepen tot een lastige kwestie voor de internationale gemeenschap. Enerzijds lijkt die elke vorm van militaire opstand nadrukkelijk te willen veroordelen. Dat is begrijpelijk, want zoiets is onaanvaardbaar in een democratie. Anderzijds zal niemand ontkennen dat ‘democratie’ in veel Afrikaanse staten nog altijd een erg rekbaar begrip is. Zo bekeken stellen de staatsgrepen in West- en Centraal-Afrika een belangrijke kernvraag scherp over de democratie: wat als het volk zich tekortgedaan voelt door de regering, als het gevoel leeft dat de democratie een farce is? Misschien voelden de bestormers van het Capitool in de Verenigde Staten op 6 januari 2021 wel dezelfde frustratie. Aanjagers van de opstand kregen deze week zware straffen voor hun rol in de opstand, tot 22 jaar cel. Er wordt al eens gezegd dat onze democratische instellingen veerkrachtiger zijn dan we soms vrezen. Ze zijn in elk geval veel stabieler dan in de jonge Afrikaanse democratieën het geval is. We hebben hier dan ook een veel langere, beter ingebedde democratische traditie. Vanuit die optiek kan het proces rond de bestorming van het Capitool als een geruststelling gelden. Maar tegelijk onderstreept het een van de belangrijkste voorwaarden voor een gezonde democratie: het basisvertrouwen van het volk in die democratie, in het systeem. In de instellingen, de vertegenwoordigers van het volk en de ambtenaren, de intenties van machthebbers en media … Dat zij in de eerste plaats werken voor ons, niet voor zichzelf of hun partij. Dat basisvertrouwen lijkt ook in het Westen onder druk te staan. In het extreemste geval leidt dat tot mensen die zich afkeren van het systeem. Voorlopig zijn het gelukkig alleen radicaal-rechtse veredelde hobbyclubs met kinderachtige namen als Proud Boys en Oath Keepers die het systeem gewapenderhand willen omverwerpen. Maar laat dat een herinnering zijn aan politici en media om hun missie omzichtig en eerbaar te vervullen, om het vertrouwen van de burger niet te schaden. Vandaag een plasincident, morgen een putsch. DS, 07-09-2023 (Raf Njotea) |