#1
|
||||
|
||||
De opmars van de powerpointers
De opmars van de powerpointers
Ook in ons land vloeiden tijdens de coronacrisis miljoenen naar consultants, zegt Ruud Goossens. Bedrijven als Deloitte en McKinsey zijn veel te machtig. Erika Vlieghe en Marc Van Ranst waren enigszins verbaasd, die 8ste april 2020. België was sinds een week of drie in lockdown. In Brussel vergaderde de Gees, de expertenwerkgroep die zich over de exitstrategie boog, pas voor de tweede keer. En er bleek plots ook een verrassingsgast aanwezig: een consultant van McKinsey. Die begon, op vraag van Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, meteen aan een powerpointpresentatie. Dat leidde tot enig gemor, maar Wunsch hield voet bij stuk. Hij had bovendien een uitstekend argument: de McKinsey-jongen zou gratis werken. Hij leverde volgens de krant Le Soir, die het verhaal ruim een jaar geleden opschreef, ook nuttig werk. De consultant, die al snel versterking kreeg, organiseerde de vergaderingen van de Gees. Als er een nota moest worden opgesteld, bijvoorbeeld over de aanpak in andere Europese landen, werd zijn kant op gekeken. Alleen bleef McKinsey dat natuurlijk niet gratis doen. Vanaf 1 mei begon het bedrijf te factureren. Uiteindelijk betaalde de Nationale Bank de rekening van bijna 400.000 euro. Daarmee was McKinsey tijdens de coronacrisis zeker niet de grote slokop in België. In de Kamer vertelde minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) vorige week dat er, sinds maart 2020, vanuit de FOD Volksgezondheid al bijna 10 miljoen euro naar consultants is gevloeid. In totaal werden zestien bedrijven ingeschakeld. De meest gepeperde facturen kwamen van Deloitte, dat voor het eerst werd ingeschakeld door voormalig minister Philippe De Backer (Open VLD). Deloitte hielp bij de aankoop van medisch materiaal, maar stippelde ook de teststrategie mee uit. Daar kreeg het bedrijf al 8,4 miljoen euro voor. Reddende engelen Over de rol van experts en politici is er, overal ter wereld, veel gedebatteerd tijdens de coronacrisis. Maar wat de impact van de consultants precies was, ontsnapte grotendeels aan de aandacht. Nochtans vertoefden ze jarenlang in het centrum van de actie. Regeringen en administraties waren in het voorjaar van 2020 in paniek. Ze ontbeerden vaak de mankracht en de expertise om de pandemie te lijf te gaan. De consultancy-industrie presenteerde zich als reddende engel. Ze zag een opportuniteit om haar terrein uit te breiden. Dat was, overigens, geen Belgisch fenomeen. In het Verenigd Koninkrijk werd Deloitte ingeschakeld om een test-and-tracesysteem op poten te zetten. Daarvoor trok de Britse regering ruim 300 miljoen pond uit. In Frankrijk mocht McKinsey de vaccinatiestrategie uitwerken. Ook dat kostte handenvol geld. In Duitsland stroomde er alleen in 2020 bijna 100 miljoen euro naar consultants allerhande. Daar trok EY (voorheen Ernst & Young) de aankoop van medisch materiaal naar zich toe. In Canada of Australië ging het net zo. De ‘Big Four’ van de consultancywereld (Deloitte, EY, PricewaterhouseCooper en KPMG) deden het de afgelopen jaren fabelachtig goed. Eind 2022 kondigde EY aan dat het in een jaar tijd 220.000 mensen wil aanwerven. PwC blijft niet achter. Daar traden in 2022 bijna 150.000 mensen in dienst. Dat is óók te danken aan hun werk voor tal van overheden, bleek in 2021 al uit een rapport van de Europese consultancy-industrie zelf. De publieke sector is goed voor ongeveer 13 procent van de inkomsten. In sommige landen, zoals Griekenland (31 procent) of Denemarken (22 procent), is dat cijfer nog hoger. New Public Management De opmars van de powerpointers komt niet uit de lucht vallen. In de jaren 80 raakte het VK, onder invloed van Margaret Thatcher en co., in de ban van het zogenoemde ‘New Public Management’-denken. Later gingen ook Tony Blair, New Labour, Bill Clinton, de VS en de rest van de wereld overstag. Overheden moesten bestuurd worden als bedrijven. Efficiëntie werd de marsorder. Vaak koos men ervoor om taken door te schuiven naar de privésector. Dan zou, was het idee, de factuur goedkoper uitvallen, terwijl de dienstverlening erop vooruit zou gaan. ‘New Public Management’ leidde tot een stoet aan Engelse buzzwords, zoals ‘benchmarking’, die ook vandaag nog bekend in de oren klinken. Er werd ook volop ‘geoutsourcet’. Het mes ging in budgetten van administraties, vaak op advies van consultants. Vervolgens werden externe partners, vaak eveneens consultants, aangezocht om taken over te nemen. Ook al lang vóór corona werd steeds vaker aangeklopt bij bedrijven als KPMG of PwC. Zo leidde de Brexit tot een explosie aan consultancy-activiteit in Engeland. Uit onderzoek van de Franse Senaat bleek dat de toestand in Parijs niet anders is. Tussen 2018 en 2021 vloeide er zomaar eventjes 2,4 miljard euro naar consultants. Ook in Duitsland is de gewoonte diep ingesleten. Toen in 2015 één miljoen migranten opgevangen moesten worden, wilde de regering asielaanvragen sneller behandelen. Voor die uiterst gevoelige taak, waarbij ook mensenrechten in het geding waren, klopte ze aan bij … McKinsey. Ook in België zijn we niet immuun voor het virus. Een federaal overheidsbedrijf als de NMBS gaf tussen 2015 en 2019 ruim 30 miljoen euro uit aan private experts. Lokale en regionale overheden doen mee. De N-VA, die Vandenbroucke in het federaal parlement aanpakt over de factuur van Deloitte, is op het Vlaamse niveau zelf helemaal niet vies van consultants. De doorlichting van de Vlaamse administratie, op vraag van minister Matthias Diependaele, moest in 2021 besparingen mogelijk maken. Ze werd begeleid door … Deloitte. Belangenvermenging Het lijdt geen twijfel dat consultancy-bedrijven soms nuttig werk leveren. Ze weten, ook dankzij de hoge lonen in de sector, hooggekwalificeerd personeel aan te trekken. Vaak gaat het om jonge mensen die niet malen om avond- of zelfs nachtwerk. Ze kunnen putten uit de internationale databanken van hun bedrijf. Ze hebben een methodiek om crisissen te beheren. En ze beschikken over uitstekende netwerken. Consultancy-firma’s trekken graag ervaren ‘civil servants’ aan. Het is geen toeval dat Frans Van Daele, voormalig kabinetschef van de koning, na zijn pensioen ging bijklussen bij Deloitte. Maar dat is ook een problematische evolutie. Al die powerpointers werken, net zoals die jongen van McKinsey, niet gratis. Twee jaar geleden berekende het Vlaamse departement Mobiliteit en Openbare Werken wat de afbouw van zijn ambtenarenapparaat al had opgeleverd. Het bleek er geld bij te hebben ingeschoten door de exploderende consultancyfacturen. In het buitenland is dat vaak niet anders. De ‘Big Four’ vullen hun rol ook steeds expansiever in. Ze beperken zich al lang niet meer tot advies. Vaak zetten ze mee de lijnen uit en vervullen ze kerntaken van overheden. Dat is niet erg democratisch, zeker omdat het niet transparant gebeurt. Contracten, zoals die over het covidwerk, zijn ultrageheim. Dat maakt het moeilijk om verantwoordelijken aan te duiden als het misloopt. En dan is er nog het risico op belangenvermenging. Consultants helpen overheden efficiënter te werken, terwijl ze bedrijven bijstaan om belastingen te ontwijken. Ze geven administraties advies in de strijd tegen de klimaatverandering, terwijl ze tegelijk factureren aan fossiele ondernemingen. Veel politici hebben trouwens een verleden in de consultancywereld, ook hier. Staatssecretaris Thomas Derminne (PS) werkte bij McKinsey, premier Alexander De Croo (Open VLD) begon zijn carrière bij de Boston Consulting Group. Infantilisering Het is niet realistisch te geloven dat overheden in crisistijden zonder externe hulp zouden kunnen. Dat is ook niet wenselijk. Maar de consultancy-industrie is te machtig geworden. Bovendien ontbreekt een sluitend kader. De Europese Commissie beloofde in 2021, na het Duitse Wirecard-schandaal, dat er strengere regels zouden komen. EY had de boekhouding van het technologiebedrijf Wirecard jarenlang goedgekeurd, tot er plots 1,9 miljard euro bleek te zijn verdwenen. Ook andere consultancy-giganten kwamen de laatste jaren zwaar in opspraak, maar nieuwe EU-regels zijn er nog altijd niet. In haar boek Moonshot wees de Italiaanse-Amerikaanse econome Mariana Mazzucato in 2021 nog op een ander probleem. Doordat in spannende tijden altijd de hulp van consultants wordt ingeroepen, ontneem je administraties de prikkel om zélf ambitieus te zijn. Ze kunnen ook niet bijleren. Als de crisis voorbij is, vertrekken de externe adviseurs met de opgebouwde knowhow. Terwijl je natuurlijk altijd slimme overheden nodig zult hebben om de boel te regisseren. Al die consultants brengen immers ook een wereldbeeld mee. Ze geloven dat je met minder mensen meer kunt doen. Dat is hun goede recht, maar het spoort daarom niet met het algemeen belang. In 2020 sneerde Lord Agnew, toen staatssecretaris, dat de Britse administratie ten gevolge van al het consultancy-geweld ‘geïnfantiliseerd’ was. Zover zitten we in Vlaanderen en België nog niet. Maar ook hier zijn consultants aan een stevige opmars bezig. Die mag stilaan stoppen. We hebben intelligente, creatieve en daadkrachtige administraties nodig. Ambtenaren zijn tot meer in staat dan de facturen van Deloitte of McKinsey goedkeuren. DS, 21-01-2023 (Ruud Goossens) |