|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
De ongelijkheid is in België veel groter dan we dachten
De ongelijkheid is in België veel groter dan we dachten
De rijksten zijn in dit land veel rijker dan tot nu werd aangenomen, schrijft Paul Goossens. Dat betekent dat de middenklasse armer is dan gedacht. Een horrorscenario voor de centrumpartijen. In de kantoren van de Nationale Bank van België (NBB) tikt een tijdbom(metje). Een van de pijlers waarop het Belgische samenlevingsmodel al een paar decennia rust, wankelt. De consensus dat de 10 procent rijkste Belgen minder dan de helft van het nettovermogen van de natie bezitten, staat op instorten. Tot voor kort opereerde het beleid in de overtuiging dat de kloof tussen arm en rijk in België minder diep was dan in de Verenigde Staten en vele andere Europese landen. Helaas dreigt dat stichtende verhaal binnenkort tot sprookje gedegradeerd te worden. Uitgerekend de cijferaars van de Nationale Bank diepten nu data op die het goede rapport van België onderuit halen. Terwijl de vermogensverdeling tot dusver alleen op enquêtegegevens was gebaseerd, die de rijkdom van de top van de piramide steevast onderschatten, worden in de nieuwe berekening ook de nationale financiële rekeningen meegenomen. Waarom dat niet vroeger gebeurde, was tot voor enkele dagen een Belgisch mysterie. Vandaag weten we het. In haar ondernemingsverslag, zo ontdekte de krant De Tijd, publiceert de bank een grafiek waaruit blijkt dat de 10 procent rijkste Belgen niet 47 procent van het nettovermogen van de natie bezitten, maar 57 procent of zelfs meer. Daarmee komt België op gelijke hoogte met Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Dat er onduidelijkheid bestaat over de precieze cijfers, mag de bank zichzelf verwijten. De vrij nauwkeurige grafiek laat geen twijfel toe over de aardverschuiving. Door haar publiek te maken – een uitschuiver van gouverneur Pierre Wunsch? – maar geen cijfers vrij te geven wegens ‘te experimenteel’, voedt de bank de geruchten over politieke inmenging. Zo abnormaal zou dat niet eens zijn. Het gaat tenslotte om een smak geld. Aangezien het totale vermogen (vastgoed en financieel) van de Belgen in 2022 iets minder dan 3.000 miljard euro bedroeg, hebben de 10 procent Belgen aan de top zowat 300 miljard (14 keer het Belgische begrotingstekort in 2022) méér in hun portefeuille. Geen 1.410 miljard euro, zoals tot dusver werd aangenomen, maar 1.710 miljard. Er zijn de laatste tijd politici voor kleinere bedragen uit hun bed gevallen. Ook in dit geval gaat het om licht ontvlambare materie. Uit de explosieve grafiek van de NBB blijkt dat de armste helft van het land niet eens 7 procent van het vermogen bezit. De rijkste 10 procent bezit bijgevolg ruim acht keer zoveel als de armste helft van de bevolking. Bestaat er een overtreffende trap voor kloof? Voor de partijen die op de kiezers in het centrum mikken en niet zelden voor hun overleven moeten vechten, zou het graafwerk van de nationale bank wel eens een ramp kunnen worden. De nieuwe, meer realistische berekening wijst immers uit dat de minder gefortuneerden veel krapper bij kas zitten dan de officiële cijfers tot dusver voorhielden. Aangezien de gezinnen aan de onderkant van de piramide nauwelijks een vermogen hebben, is de kans groot dat bij de middenklasse het alarm afgaat. Het grootste deel van de 300 miljard euro voor de 10 procent rijksten komt allicht in mindering van háár patrimonium. De middenklasse is dus minder robuust dan de bestuurlijke elite tot dusver aannam. Op een ogenblik dat de federale regering nieuwe krijtlijnen voor een fiscale hervorming uittekent, komt de nieuwe geografie van de Belgische ongelijkheid zeer ongelegen. Als de verdeling van de nationale rijkdom een aardschok onderging, moet de fiscus bijsturen en corrigeren, zo niet zal de vermogensconcentratie zich doorzetten en zal de weerbaarheid van de middenklasse verder uithollen. Voor de CD&V van minister van Financiën Vincent Van Peteghem is dat het ergst denkbare horrorscenario. In het januarinummer van Samenleving en Politiek (Sampol)beklaagde Sarah Kuypers van het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB) er zich over dat België inzake ongelijkheidsonderzoek achterop hinkt. Heel nadrukkelijk verwees ze daarbij naar de weinig betrouwbare vermogensverdeling. De pas gepubliceerde grafiek van de Nationale Bank bewijst het gelijk van Kuypers. Ook een ander geruststellend verhaal dreigt binnenkort averij op te lopen: dat van de inkomensverdeling. Daar luidt de consensus dat de 10 procent rijksten circa 33 procent van het nationaal inkomen op zak steken. In vergelijking met de Verenigde Staten, waar de 10 procent rijksten goed zijn voor 45 procent van het inkomen, is dat een eerbare score. Maar opnieuw rijst de vraag of dat cijfer klopt. In navolging van het World Inequality Lab toetsten André Decoster (KU Leuven) en Nabil Sheikh Hassan (UCL) de enquêtes over de inkomensverdeling aan de nationale rekeningen. En wat blijkt? Die enquêtes zijn totaal onbetrouwbaar. Toeval of niet, vooral inkomen uit financieel vermogen, zoals ‘ingehouden winsten’ en dividenden, ontbreken. Vergeten. Voor 2019 schatten Decoster en Hassan het ‘vergeten’ inkomen uit financieel vermogen op zowat 100 miljard (4,5 keer het begrotingstekort). Hun voorlopige conclusie: ‘De ongelijkheid is groter dan gedacht.’ En ook: ‘Sinds 2013 neemt de ongelijkheid in het beschikbare inkomen toe.’ Als de nieuwe ‘experimentele’ cijfers binnenkort officieel worden, sneuvelt de mythe van het egalitaire België. Het zou dan onbegrijpelijk zijn, mochten fiscale taboes zoals een vermogenskadaster en -belasting niet op hun beurt sneuvelen. Het wordt stilaan tijd dat het laatste restafval van het Ancien Régime, toen de 10 procent rijksten de baas van de fiscus waren, wordt afgevoerd. DS, 28-04-2023 (Paul Goossens) Laatst aangepast door bijlinda : 28th April 2023 om 12:26. |