#1
|
||||
|
||||
Vlaanderen voor dommekloten
Vlaanderen voor dommekloten
Als humor therapeutisch is, dan is Bert Kruismans de zielenknijper van Franstalig België. Zijn show La Flandre pour les Nuls maakte van de Vlaamse komiek een vedette in Brussel en Wallonië. 'De Franstaligen berusten erin dat dit land uiteen zal vallen.' De Vlamingen stemmen voor separatistische partijen, maar willen geen splitsing van het land. De Walen blijven gehecht aan België, maar zijn ervan overtuigd dat het land uiteenvalt. Vlaamse politici willen het land splitsen, maar geloven niet dat dit mogelijk is. En de Waalse politici willen België behouden, maar bereiden de splitsing voor... Ziedaar, volgens le roi Bert, een samenvatting van de Belgische politiek. Een warme, ontladende schaterlach stijgt op in de theaterzaal Les Riches Claires in hartje Brussel. Vier weken lang trekt de Vlaamse komiek Bert Kruismans hier volle zalen met zijn show La Flandre pour les Nuls, Vlaanderen voor dommekloten. Een show in het Frans, waarbij Kruismans zijn publiek provoceert met de Vlaamse leeuw en moppen over Di Rupo, de koning en domme Walen, maar tegelijk Walen en Brusselaars amuseert door de spot te drijven met de arrogante Flamouches en hun valse blondines in veel te grote terreinwagens. Om ten slotte de zaal te masseren met de geruststellende gedachte dat Vlamingen en Walen meer gemeenschappelijk hebben dan ze zelf beseffen. Si l'union belge fait la farce, c'est la bouffe qui fait l'union. Het is een huzarenstukje dat geen enkele Vlaamse of Waalse komiek hem heeft voorgedaan. Bert Kruismans is een taalvirtuoos voorbij de taalgrens geworden. Sinds zijn voorstelling eind 2009 in première ging, heeft de stand-upcomedian alle hoeken van zuidelijk België gezien, van het bourgeois Ukkel en de verpauperde industriestadjes van de Borinage, over de diepe Ardennen tot het verre Aarlen. Overal loopt het storm voor La Flandre pour les Nuls. Ondertussen heeft Kruismans ook een wekelijkse column in het actuaprogramma Matin Première op RTBF, en is hij een graag geziene gast in praatprogramma's op RTBF en RTL. De lachende Vlaming in de Waalse theaterzalen is zelfs de Franse en Zwitserse televisie niet ontgaan, die reportages aan hem wijdden. Vorige week had Kruismans nog een Japanse cameraploeg achter hem aan lopen. Alleen in Vlaanderen lijkt het nog niet door te dringen hoe BV Kruismans is geworden in Brussel en Wallonië. 'Wat nog maar eens een illustratie is van de grote culturele kloof in dit land', reageert Kruismans na de voorstelling. 'We kennen nog elkaars sportlui, en de Franstaligen kennen verschillende Vlaamse muziekgroepen, wat omgekeerd veel minder het geval is. Maar zeker op het vlak van humor leven we in gescheiden werelden. François Pirette, bijvoorbeeld, wordt voorgesteld als le plus grand humoriste belge, omdat hij ooit 800.000 kijkers haalde op de televisie. Niemand kent Pirette in Vlaanderen.' Jou kennen ze onderhand wel in Wallonië. Vanwaar dat succes? 'Er zijn twee soorten bekende Vlamingen in Wallonië; politici en sportlui. Zij kunnen doorgaans alleen over hun eigen winkel praten. De Waalse media zijn daarom blij een Nederlandstalige te kunnen uitnodigen die op een humoristische manier naar de actualiteit kijkt, zonder een eigen agenda te verdedigen. Ik merk ook een enorme honger naar kennis over Vlaanderen. Die interesse komt rijkelijk laat, maar de Franstaligen zijn eindelijk wakker geschoten en heel benieuwd naar wat er in Vlaanderen gebeurt.' Hoe vertrouwd was jij met de Franstalige humorscene? 'Niet. Maar ik kom wel uit een generatie die nog het geluk had om op het snijpunt van drie culturen op te groeien. Ik keek naar de Nederlandse jeugdtelevisie, die, toen ik jong was, nog 36 procent marktaandeel had in Vlaanderen. Ik volgde uiteraard ook de Engelse cultuur, maar ik ben net oud genoeg om ook nog de Franse populaire cultuur te hebben meegepikt, met Louis De Funès en Bourvil. Bovendien ben ik dicht bij Brussel opgegroeid, in Ternat, zodat ik vertrouwd was met bijvoorbeeld een typisch Brussels fenomeen als de strip Pat'apouf.' Hoe bent u erbij gekomen om met comedy de taalgrens over te steken? 'Ik speelde al dertien jaar comedy in Vlaanderen en wilde iets nieuws. Twintig kilometer van mijn deur ligt Wallonië, en toch kende ik niets van de Franstalige humor. Uit nieuwsgierigheid ben ik dan met mijn broer naar het Festival du Rire van Rochefort geweest. Na afloop had ik mijn beslissing genomen: volgend jaar zou ik zelf op dat podium staan.' En dat is gelukt? 'Ik won zelfs een prijs, met het embryo van wat later La Flandre pour les Nuls is geworden. Maar ik ben wel van nul moeten herbeginnen. Na de preselecties van Rochefort sprak de jury lof over de manier waarop ik als Waal het Vlaamse accent had geïmiteerd. Er hebben komieken uit de hele francofonie aan het Festival du Rire deelgenomen, dat dertig jaar oud is. Maar dat een Vlaming zich zou inschrijven, kon er bij de organisatoren niet in. Als ik hen naar mijn show op Canvas verwees, wisten ze vaak niet wat Canvas was. Kortom, in Wallonië was ik niemand.' Scène 2. UN FLAMOUCHE à LIBRAMONT Met Vlaamse vlag stapt Kruismans het podium op. In de zaal stijgt luid boegeroep op. Kruismans keert op zijn stappen terug met het wit vlagje van overgave en vraagt zijn publiek of ze minister Bourgeois kennen. Opnieuw boegeroep. Kruismans vertelt dat hij naar Brussel is gestuurd om de Franstaligen warm te maken voor een bezoek aan Vlaanderen. En vraagt aan zijn publiek of ze nog naar Vlaanderen willen komen. Verschillende keren is een kordaat non het antwoord. Niet om te lachen, zo lijkt het, maar uit de grond van het hart. Zit de aversie tegenover Vlaanderen echt zo diep? 'Het viel nochtans goed mee vandaag. Er waren zelfs mensen in de zaal die positief antwoordden op mijn vraag of ze nog naar Vlaanderen willen komen. In volkser omgevingen gaat de hele zaal uit zijn dak als ik met de leeuwenvlag tevoorschijn kom, en al helemaal als ik de namen Bourgeois of De Wever laat vallen.' 'Ik lok die vijandige reactie bewust uit, om vervolgens het publiek te overtuigen dat de Vlamingen veel gemeen hebben met de Franstaligen. Ik maak me sterk dat mijn recept werkt. Niet zozeer door wát ik zeg, maar door de manier waarop ik op het podium sta, als de underdog die Frans spreekt met een sterk Vlaams accent. Er bestaan ook nog sympathieke Vlamingen, vertel ik mijn publiek.' Dat weet toch elke Waal die al eens naar de kust gaat? Politiek is één zaak, de omgang tussen de mensen iets heel anders. 'Vergis je niet. Franstaligen hebben nooit veel bezocht in Vlaanderen, behalve de Zoo van Antwerpen of, inderdaad, de kust. De verklaring daarvoor is taal. Ze durven niet naar Vlaanderen te komen, omdat ze geen Nederlands spreken. Ik schrik er nog altijd van hoe slecht het Nederlands is van vaak hooggeschoolde Franstalige vrienden, die zelf nog geen pintje kunnen bestellen in Vlaanderen. Hun talenkennis gaat er weliswaar op vooruit, onder meer dankzij het succes van hun immersiescholen, maar het gaat heel traag.' 'Taal blijft echt wel een barrière. Een Vlaming tire son plan met het weinige Frans dat hij kent. Franstaligen, daarentegen, hebben een enorm respect voor wie verbaal sterk is. Franstalige humor, bijvoorbeeld, speelt voortdurend met taal. Iemand als Bruno Coppens is een echte woordkunstenaar. Wij, Vlaamse komieken, vinden dat passé en flauw. Een comedian die in het Algemeen Nederlands een show wil geven, gaat op zijn bek. Het Franstalig publiek, daarentegen, applaudisseert voor wie goochelt met klassiek Frans. Ook dat verklaart waarom Franstaligen zo bang zijn om Nederlands te spreken. Ze durven gewoon geen fouten te maken, “parce qu'alors, je suis un con,. Dat ik met mijn gebrekkige Frans op een podium ga staan, of zelfs op de radio durf te komen, vinden ze dan ook fantastisch. Ze kunnen zich niet voorstellen dat ze hetzelfde zouden doen op de Vlaamse radio.' Scène 3. LE PETIT BERT CHEZ LE ROI BERT Bert Kruismans mag bij de koning op audiëntie, le Roi Bert. Hij krijgt de geheime missie om te polsen naar wat leeft onder de bevolking. Ondertussen klaagt de koning over zijn zonen -'Quick et Flupke' - over Astrid 'qui est un peu simple et marche comme une péquenaude', en over 'notre veuve Fabiol'. In het publiek schuifelen enkele mensen ongemakkelijk op hun stoel. Nog meer geschuifel is er wanneer Kruismans insinuaties maakt over de geaardheid van Di Rupo. 'Il n'a pas de choix, il est né comme ça.' Waarna Di Rupo tegenover zijn moeder uit de kast komt: 'Je suis socialiste.' Een schitterende voorstelling, zeggen twee wat oudere Brusselse echtparen achteraf. 'Kruismans dit la vérité. Il dit ce qu'on pense, mais qu'on n'ose pas dire.' Wat durft men dan niet te zeggen? vraag ik aan Daniel, Marie-Paule, Anne en Paul. 'Satire over de koning, bijvoorbeeld. Dat ontbreekt aan Franstalige kant.' 'Klopt', zegt Kruismans. 'Ik maak het soort grappen waar Geert Hoste vijftien jaar geleden al mee is opgehouden, maar hier veroorzaken die toch nog ongemak. Zeker in de donkerblauwe gemeenten van Brussel voel ik dat het publiek de stekels opsteekt als ik met de koninklijke familie lach. Dat zijn geen moppen waarmee je in Brussel een voorstelling kunt beginnen of afsluiten. Maar op het juiste moment, goed gedoseerd, pikken ze die humor wel van mij. Ik heb ook in het hart van het PS-territorium opgetreden, diep in de Borinage, in aftandse theaterzaaltjes voor een publiek van zware Italianen vol tatoeages die werkloos zijn van grootvader op kleinzoon. Niet meteen een gemakkelijk publiek dus voor een Vlaming, en al helemaal niet net voor de verkiezingen. Maar van zodra ik de goede Belg speelde, konden zij best grappen over hun helden van de PS hebben.' 'Nu, Vlaanderen heeft ook zijn taboes, hoor. Ik merk dat het hoe langer hoe moeilijker wordt de spot te drijven met Bart De Wever, of met Yves Leterme in West-Vlaanderen. Walen lachen gemakkelijker met Di Rupo dan Vlamingen met De Wever.' Hoe verschillend is de Franstalige humorscene van de Vlaamse? 'Een aantal formats vind je aan de twee kanten van de taalgrens terug, zoals Mannen komen van Mars en Vrouwen van Venus, of de Penismonologen. Het verschil zit vooral in de stijl. Stand-upcomedy staat in Franstalig België zo ver als het zes jaar geleden in Vlaanderen stond. Het wordt gebracht door jonge mensen in cafeetjes en kleine zalen, maar ze zijn nog niet doorgebroken bij het grote publiek. Op de grote podia zie je revues, imitaties, typetjes of sketches.' 'Franstalige humor is ook vriendelijker en politiek correcter. Je zou het ook hypocrieter kunnen noemen, of minder to the point. Terwijl Vlaamse humor eerlijker is, scherper, of, als je wilt, boertiger, platter... Ik zie in De slimste mens ter wereld grappen passeren die in Franstalig België tot een lawine van boze lezersbrieven zouden leiden.' Anderzijds vergelijkt de Franstalige komiek Philippe Geluck Vlaanderen wel met het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. 'Maar hij heeft wel een storm van protest over zich heen gekregen. Niet van de Vlamingen, want die kennen hem niet. Maar van zijn eigen Franstalig publiek. Zij vonden dat Geluck te ver ging.' 'Zelfs als ik in mijn voorstelling een weinig flatterende foto toon van De Wever, voel ik wat verontwaardiging in de zaal. De Wever mag dan voor de meeste Franstaligen de baarlijke duivel zijn, zo expliciet lachen met zijn zwaarlijvigheid vinden ze niet kunnen.' Scène 4. L'ÎLE DE LA TENTATION Bert Kruismans gaat op de landbouwbeurs van Libramont op zoek naar wat Vlamingen en Walen gemeen hebben: Ikea, foeilelijke fermettes en l'île de la tentation, of Temptation island, ontdekt hij. Hij vat de plot van Temptation island samen als 'L'ultime test relationnel, tout comme les négotiations communautaires.' En over de verhouding tussen De Wever en Joëlle Milquet: 'Ik kan begrijpen dat ze Madame Non is.' Het publiek smult van zulke grappen over de regeringsonderhandelingen en de absurditeit van veel communautaire conflicten. 'We zijn de situatie zo beu dat het deugd doet om er eens een avond mee te kunnen lachen', zegt het oudere Brusselse koppel Daniel en Marie-Paule. 'Het is een bevrijdende lach', vindt ook de veel jongere Jean-François Castel. 'Het feit dat deze voorstelling zo goed werkt, zegt veel over de politieke toestand. Het publiek heeft er nood aan zich eens te ontladen.' Zou zijn voorstelling ook in Vlaanderen werken, vragen we aan Kruismans. 'Ik denk het niet. Vlamingen reageren veel onverschilliger op de politieke situatie. We hebben niets tegen België, maar het interesseert ons niet.' De Franstaligen zoeken troost bij u? 'Soms komen ze me zeggen dat ik nog een goeie ben.' Omdat ze in u een bondgenoot zien. Een belgicist? 'Ik ben geen belgicist. Dat is het grote misverstand bij mijn critici. Zowel het Vlaams als het Belgisch nationalisme laat me koud. Ik ben niet trots om Belg te zijn, want daar heb ik geen enkele verdienste aan. Maar ik ben wel blij het te zijn. Ik ben blij dat ik in een klein cultuurgebied ben geboren, waar niets evident is, en waar zekerheden voortdurend worden uitgedaagd door wat buiten ons gebeurt.' 'Daarom ben ik ook zo blij dat ik de sprong voorbij de taalgrens heb gewaagd. Het voordeel van Belg zijn is dat je wereld zoveel groter is zonder dat je daar veel kilometers voor moet afleggen. Toch ben ik zowat de enige Vlaamse artiest die met een voorstelling heel Wallonië doorkruist. Vlaamse kunstenaars ondertekenen wel een enquête waarin ze zich solidair verklaren met Wallonië, maar negentig procent van die mensen doet niets in het Frans. En iemand die wel voorbij de taalgrens optreedt en de gewone Waal bereikt, zoals de charmezanger Paul Severs, wordt te min geacht om op de lijst van ondertekenaars te staan.' U wil in uw voorstelling benadrukken wat we gemeenschappelijk hebben. Maar illustreert wat u vertelt niet vooral hoe verschillend we zijn? 'Voor een stuk wel, en dat verklaart ook waarom de Franstaligen zo geïnteresseerd zijn om naar mij te komen kijken. Ik ben een beetje een buitenlander voor hen. Vergelijk het met de eerste allochtone humorist in Vlaanderen. Het feit dat er belangstelling is voor zijn verschijnen op zich, bewijst net dat de kloof bestaat. De dag dat ik in Wallonië niet meer als Vlaming gepercipieerd word, is de integratie geslaagd.' 'Ik ontken die verschillen niet. Ik benadruk wel dat we tegelijk veel gemeen hebben, maar dat we het niet meer weten. En dat we ons te zeer laten leiden door het taalverschil. Vaak spreken we in een andere taal, terwijl we hetzelfde denken. Met de Nederlanders delen we dezelfde taal, maar we denken helemaal anders.' EPILOOG Bij een pint in een Brussels café. Kruismans maakt graag tijd om te praten over zijn ervaringen van het voorbije jaar in Brussel en Wallonië. 'Het viel me op dat er bij elke voorstelling ook Vlamingen in de zaal zaten, zelfs in het diepe Wallonië. Het bewijst dat mijn show Belgisch is. Als mensen samen kunnen lachen met dezelfde grappen, moeten ze toch veel gemeenschappelijk hebben. En dat gemeenschappelijke komt in de politiek noch in de media nog naar boven. Integendeel, zij vergroten de verschillen uit. Nochtans zie ik ook grote verschillen binnen Vlaanderen, tussen jong en oud bijvoorbeeld, met gigantische financiële transfers van de ene generatie naar de andere. Maar daar maakt voorlopig niemand een probleem van. Die boodschap wil ik ook meegeven. Er lopen vele scheidingslijnen door de maatschappij, en het is een politieke keuze welke daarvan je electoraal uitspeelt.' Voelde u de reacties van het publiek evolueren naargelang de sfeer tijdens de regeringsonderhandelingen? 'De mensen hebben afgehaakt. Twee jaar geleden zag je nog veel Belgische vlaggen hangen in de betere wijken van Brussel. Die zijn bijna allemaal alweer verdwenen. De Franstaligen berusten erin dat dit land uiteen zal vallen. Ze hebben het huidige België opgeheven, en leven al volop in een imaginair Waals-Brussels België. Tijdens een van mijn voorstellingen vroeg ik een vrouw of ze de Vlaamse actualiteit volgde. 'Non', antwoordde die dame, 'je suis les actualités belges.' Vlaanderen lag voor die vrouw al buiten België. Dat wordt de algemene teneur. Ik heb onlangs een boek gekocht over de beste Belgische humoristen. Daar staat maar één Vlaming in, en het is dan nog een in Leuven geboren Franstalige, Marc Herman.' Illustreert die anekdote niet vooral het oude superioriteitsgevoel van Franstalig België tegenover Vlaanderen? 'Dat is nog zo'n wederzijds misverstand. Wij vinden de Franstaligen arrogant, maar zij vinden de Vlamingen even arrogant. Lees maar eens de lezersbrieven in de Franstalige pers: het is niet de Franstalige bourgeoisie die het gerecht, de financiën, de administratie of het leger domineert, maar de arrogante Vlamingen. In hun omgang met elkaar vertrekken beide taalgroepen vanuit hetzelfde minderwaardigheidscomplex.' 'Mijn anekdote over het boek met Belgische humoristen illustreert vooral hoe Franstalig België nog gevangen zit in die grote cultuur. Wij hebben het voordeel dat we in een klein taalgebied wonen, waardoor we verplicht zijn naar buiten te kijken. Maar een Franstalige redacteur bij Arte, met wie ik samenwerkte voor een cultuurprogramma, moest bekennen dat hij geen Engels kon lezen. Een redacteur bij Arte! Dat is toch ongelooflijk.' Hebt u het voorbije jaar meer begrip gekregen voor het Vlaamse ressentiment tegenover de Franstaligen? 'Dat begrip had ik al. Ik durf te beweren dat ik de geschiedenis van de Vlaamse Beweging vrij goed ken, en ik ben me er ook van bewust dat ze haar wortels heeft in een sociale strijd. Bovendien heb ik vijfentwintig jaar in Brussel/Halle/Vilvoorde gewoond en ik ken de problemen van de streek. Bij mijn buren is ooit op de garagepoort “sales flamands dehors, geschilderd.' En kreeg u meer begrip voor het Franstalige ressentiment? 'Dat zeker. Kijk naar de geschiedenis: de Franstaligen zijn al honderdvijftig jaar aan het verliezen van de Vlamingen. De Franstalige humorist Bruno Coppens heeft zijn eerste kandidatuur in Leuven gedaan, in 1978. Nochtans spreekt hij geen woord Nederlands, want de Franstalige studenten hadden hun eigen faculteiten, hun eigen winkels en cafés, hun eigen studentenrestaurants. Ik ben zes jaar later in Leuven gaan studeren en heb daar nooit een woord Frans gehoord.' 'Zo snel is het gegaan. Binnen Vlaanderen is het Frans ondergronds gegaan. De Franstaligen hebben het Nederlands moeten toelaten in het leger, in de rechtbanken, in het onderwijs. Ze hebben de universiteiten van Leuven en Gent moeten opgeven, en ze hebben al bijna veertig jaar geen Franstalige premier meer gehad. Vanuit hun perspectief zijn ze de eeuwige verliezers.' DS, 18-12-2010 (Lieven Sioen)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |