|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
De witte mars, nu in gele hesjes
De witte mars, nu in gele hesjes
Marc Reynebeau De politiek zag het niet aankomen, het georganiseerde middenveld al evenmin: dat de hoge brandstofprijzen kennelijk geheel van onderuit het protest van de ‘gele hesjes’ zouden mobiliseren, toch in Frankrijk en Wallonië (DS 20 november). Iets dergelijks is wel al eens eerder gebeurd, met de Witte Mars van 1996, de uitloper van de protestbeweging tegen het zogeheten spaghetti-arrest. Dat protest beschikte zelfs nog niet eens over het platform van de sociale media. Die ervaring kon leren dat, als er latent onrust en ongenoegen broeien die niet politiek worden opgepikt, één incident (toen: de zaak-Dutroux en haar juridische nasleep) volstaat om de vlam in de pan te doen slaan. En omgekeerd: dat spontaan protest een teken is dat er een veel bredere, weinig gearticuleerde onrust broeit. De ‘gele’ onrust heeft veel te maken met de klimaatverandering. Zeker diesel mag zwaarder worden belast, omdat het een erg vervuilende brandstof is. Maar daarvoor draaien wel diegenen op die het geld niet hebben voor een nieuwe, duurzamere auto. En, zegt een Franse actievoerster, de ‘elitaire’ luchtvaart wordt veel minder belast. Dat is ook zo. In België krijgen de happy few die het zich kunnen permitteren om voor een elektrische auto te kiezen daar zelfs een subsidie van de politiek bovenop. Zoals diezelfde politici ook wel beseffen dat de zogeheten salarisauto’s niet bijdragen tot een betere luchtkwaliteit of een dito mobiliteit, maar het fiscale voordeel toch in stand houden omdat ze denken dat ze daar hun electoraat mee plezieren – het lijkt wel of ze de burger omkopen. Ondertussen toont de Vlaamse regering, zo al geen model*leerling in de milieuzorg, meer aandacht voor de belangen van de auto-, petroleum- of verpakkingsindustrie dan voor het klimaat en voor de toekomstige generaties die erin zullen moeten leven. Eigenlijk is het niet zo lastig om wat te doen aan de klimaatverandering. Toch niet in theorie. Het is al eens eerder gelukt om de afbraak van de ozonlaag – die de aarde afschermt van stralingen die ons huidkanker bezorgen – te stoppen, weliswaar op een kleinere schaal. Het door de VN gepatroneerde Protocol van Montreal (1987) legde de basis voor een mondiaal actieplan. En als het wat meevalt, is het gat in de ozonlaag weer verdwenen rond 2060 – ja, zo lang duurt het repareren wel. Wat doen uit zorg om het klimaat, vraagt een ingreep in tal van gewoonten in het dagelijkse leven. Mensen, gewoontedieren als ze zijn, doen dat niet graag. Van nature zijn ze conservatief – daar dienen gewoonten nu eenmaal voor. Oproepen om die te veranderen, zullen dus op tegenstand stuiten, zeker als ze getuigen van een gebrek aan sociale gelijkheid, zoals in de brandstofkwestie. Mensen willen al evenmin geculpabiliseerd worden. Ze voelen zich inderdaad schuldig als het comfort van hun gewoonten ter discussie staat en ervaren alter*natieven als moraliserende regelneverij: liever de fiets dan de auto nemen, liever wat minder vlees eten, liever niet met z’n allen in een verkaveling wonen, liever de warmte elders zoeken dan in de gezelligheid van de open haard of houtkachel. Dan gaan aanpassen en veranderen snel lijken op inleveren, als verlies, vooral van comfort, niet als de winst die ligt in de kans om nieuwe gewoonten en nieuwe vormen van welzijn te ontdekken. En er zijn inderdaad politici, vaak van libertaire snit, die de burgers en kiezers aanmoedigen in een keuze voor de status quo door hun alleen het doembeeld van een toekomstig leven in een plaggenhut voor te houden. Toch is verandering een essentieel kenmerk van de geschiedenis. Het verleden is, zoals de leuze luidt, ‘een vreemd land’, waarin niemand uit 2018 zou willen leven. En de verandering in ieders dagelijkse gewoonten is al begonnen, bijvoorbeeld met het sorteren van afval. Het duurde maar één generatie om dat, net als het marginaliseren van roken, tot een vanzelfsprekende regel te maken, waar amper iemand nog om rouwt. Het is zoals met de zorg over vermeende bedreigingen voor de traditionele cultuur of identiteit – o, Zwarte Piet! Toch evolueren ook tradities. Pakweg Halloween, de kerstmarkt, googelen of Black Friday waren amper drie decennia geleden nog onbekend, nu behoren ze tot de dagelijkse culturele en commerciële referenties van een verbrede Vlaamse diversiteit. Het is niet omdat er wat bijkomt, dat comfort en rust zouden verdwijnen of moeten worden afgenomen of verboden. De Britse tv-documentaire Ozone hole: how we saved the planet van Jamie Lochhead, laatst te zien op de Nederlandse televisie, biedt een interessant perspectief voor wie zou wanhopen over de klimaatverandering. Alles begon met vasthoudende wetenschappers die het kwalijke effect van cfk’s op de ozonlaag hadden bewezen – ze kregen er een Nobelprijs voor. Het was dus zaak om cfk’s te bannen uit spuitbussen en ijskasten. Twee: er is een breed publiek draagvlak nodig, en daarin speelde de toen druk bekeken Amerikaanse sitcom All in the family (die de Amerikaanse cultuuroorlog als thema had) een centrale rol in. En drie: politici moeten het voortouw nemen met leiderschap dat het probleem ernstig neemt en niet vervalt in het electorale opportunisme van sussen of wegkijken. Dat waren toen, erg opvallend, politici die nooit gesteld waren op overheidsregels: de Britse premier Margaret Thatcher, die als scheikundige kon inschatten dat het om een echt probleem ging, en de Amerikaanse president Ronald Reagan, die aan huidkanker leed. Politici van nu kunnen er wat uit leren. Anders doen witte, gele of andersgekleurde hesjes dat wel in hun plaats. DS, 21-11-2018 (Marc Reynebeau) |