|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Pensioenbom ontploft in gezicht gemeenten
Pensioenbom ontploft in gezicht gemeenten
De Belgische lokale besturen moeten in 2023 zo’n 600 miljoen euro aan nieuwe middelen vinden om de pensioenen van hun ambtenaren te kunnen betalen. ‘Als de federale en Vlaamse overheid niet met een oplossing komen, hebben wij tegen het einde van de bestuursperiode geen geld meer voor een normale exploitatie van de gemeente’, waarschuwt Turnhouts schepen van Financiën Francis Stijnen (CD&V). ‘Het is niet makkelijk om vandaag burgemeester te zijn’, zegt Véronique Goossens, hoofdeconoom van Belfius. En ze heeft het dan vooral over de ‘pensioenboemerang’ die op de gemeenten en steden afkomt en alle financiële marge dreigt op te eten voor nieuw beleid en investeringen. Het grote probleem is de volledig scheefgetrokken verhouding tussen het aantal ambtenaren dat nog werkt en het aantal ambtenaren dat met pensioen is of de komende jaren vertrekt. De bijdragen op de lonen van de werkenden volstaan dan niet langer om de pensioenen van de lokale ambtenaren op rust te betalen. Dat tekort wordt aangevuld met een zogenoemde responsabiliseringsbijdrage. Belfius becijferde dat de lokale besturen tegen 2023 daarvoor 964 miljoen euro zullen moeten betalen, tegenover 355 miljoen euro in 2017. Grootste gemeenten, grootste slachtoffers Dat geld, die zogenaamde responsabiliseringsbijdrage, moet alleen opgehoest worden door de gemeenten waarin de werkende ambtenaren niet voldoende bijdragen voor de pensioenen van hun gepensioneerde collega’s. In 2017 moest nog maar de helft van die gemeenten zo’n bijdrage betalen, in 2023 zal dat al driekwart zijn. Bijna alle steden van meer dan 50.000 inwoners zijn de bijdrage verschuldigd. Niet alleen het aantal gemeenten dat aangesproken wordt om die bijdragen te betalen neemt toe, de bijdrage zelf zal ook jaar na jaar omhooggaan. Tegen 2023 zal die responsabiliseringsbijdrage ongeveer zes procent van de fiscale inkomsten opsouperen. Voor de grote steden van meer dan 50.000 inwoners zal dat zelfs tien procent zijn. ‘Turnhout heeft gigantisch pensioenprobleem’ ‘Die pensioenkosten zijn voor onze stad een gigantisch probleem’, zegt Paul Van Miert (N-VA), burgemeester van Turnhout. Die stad wordt extra getroffen omdat ze ook een OCMW-ziekenhuis had. Dat is intussen opgegaan in een private vzw, maar de stad moet wel nog opdraaien voor de pensioenen van het vroegere statutaire ziekenhuispersoneel. Die factuur alleen al stijgt voor Turnhout van 10,6 miljoen euro in 2019 tot 17,2 miljoen euro in 2024. De stad draait op een budget van zo’n 90 miljoen euro. ‘Als de federale en Vlaamse overheid niet met een oplossing komen, hebben wij tegen het einde van de bestuursperiode geen geld meer voor de noodzakelijke minimale investeringen en een normale exploitatie van de gemeente’, waarschuwt schepen van Financiën Stijnen. ‘Anders zal de hogere overheid ons verplichten om een slechte oplossing te kiezen en opnieuw volop statutair personeel aan te werven. Dat kan toch niet de bedoeling zijn, want dat is alleen uitstel van het probleem.’ Investeringen slachtoffer Belfius wijst er ook op dat de investeringen lijden onder de pensioenbom. Nochtans gebeurt 35 procent van de overheidsinvesteringen door de lokale besturen. Maar ondanks de lage rente haalden gemeenten in 2017 slechts tachtig procent van het investeringsniveau van 2012. Nochtans moet er veel geďnvesteerd worden. Behalve het vernieuwen van het al vaak verouderde gemeentepatrimonium, is ook geld nodig voor de energie-omslag. En ook de vergrijzing heeft impact – die vraagt specifieke investeringen, maar houdt tegelijkertijd ook minder inkomsten in. De belastinginkomsten zullen al vaak lager liggen in gemeenten met een oudere bevolking omdat een kleiner deel nog werkt. De vergrijzing slaat volgens Belfius het hardst toe aan de kust, in een aantal gemeenten in de Kempen en in Luxemburg aan de grens met Frankrijk. Ontmijnen van de pensioenbom onmogelijk ‘Er is geen pasklare oplossing om de pensioenbom te ontmijnen’, moet ook Goossens toegeven. ‘De belastingen zouden verhoogd kunnen worden. Er is wat marge, want in de voorbije bestuursperiode is dat niet gebeurd. Maar die marge is er niet in de steden waar de gemeentebelastingen al relatief hoog zijn.’ De gemeenten kunnen ook geld lenen om de pensioenfactuur te betalen, maar lenen voor lopende kosten is nooit een goed idee. Een andere optie bestaat erin de werknemersbijdrage op de ambtenarenpensioenen op te trekken, maar dat zou betekenen dat de ambtenaren een lager nettoloon overhouden. Het is dus eigenlijk kiezen tussen de pest en de cholera. Misschien kunnen de andere overheden bijpassen, al zitten die niet zo ruim in het geld. De Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) vindt het unfair dat de lokale besturen als overheid/werkgever zelf moeten opdraaien voor de pensioenkosten van hun ambtenaren en zelf de gaten moeten vullen. De VVSG eist een onmiddellijke stop van de stijging van de pensioenkosten en een gelijke behandeling met andere werkgevers. ‘Eenzelfde werkgeversbijdrage voor pensioenen van alle statutairen van alle Belgische beleidsniveaus is het meest billijke’, zegt VVSG-woordvoerder Nathalie Debast. DS, 25-06-2019 (Christof Vanschoubroek) |