#1
|
||||
|
||||
Geen tijd voor stelligheid
Geen tijd voor stelligheid
Overgeleverde ideeën blijken steeds vaker niet bestand tegen de vorderende wetenschap. Toch brengt dat niet meer nuance in het debat, zegt Bart Sturtewagen. In de slotaflevering van het Canvasprogramma Procureurs vroeg Gilles De Coster aan alle geïnterviewde parketmagistraten hoe hun beroep hen gedurende de jaren had veranderd. Voordien hadden ze zich een na een laten kennen als gestrenge bewakers van het algemeen belang en compromisloze strijders tegen kwaad en onrecht. Hun antwoorden klonken verrassend gelijklopend: ‘Ik ben milder geworden.’ De verklaring: al te vaak hadden ze gezien hoe iemand na een eerste foute levenskeuze onstuitbaar op het pad bergaf was geraakt. Dat had hen tot het besef geleid dat geluk of tegenslag een grote rol spelen in het leven. Niets garandeert dat het ook met een oppassende burger niet eens vreselijk fout kan lopen. Niemand is bij voorbaat beschermd tegen zo’n speling van het lot. Het deed denken aan het boek, en later de film, Het vreugdevuur der ijdelheden van de Amerikaanse schrijver Tom Wolfe. Sherman McCoy, een toptrader op Wall Street, een zogenaamde ‘Meester van het Universum’, pleegt vluchtmisdrijf nadat hij door een foute afslag in een achterbuurt is beland. Hij komt in een draaikolk terecht, waarin hij achtereenvolgens zijn rijkdom, zijn status, zijn vrouw en uiteindelijk zijn vrijheid verliest. In de verruwing van de samenleving en het maatschappelijke debat die we vandaag kennen, is de clementie van de procureurs vaak afwezig. Begrip tonen voor een ander standpunt getuigt niet meer van balans en wijsheid, maar van zwakte. Het is een weigering om duidelijk stelling te nemen in discussies die allemaal levensbelangrijk lijken te zijn geworden. Niet zwart of wit zeggen, is erger dan slapte, het is schuldig verzuim. Riool Twitter Twitter is de voorbije jaren verworden tot een open riool waarin alleen nog over en weer wordt gescholden. Zelfs hoogopgeleide, invloedrijke en doorgaans bedaarde lieden verliezen er dagelijks hun koelbloedigheid en gaan er elkaar met vlijmscherpe retoriek te lijf. Gedwongen hun mening in een korte missive te persen, laten ze achteloos alle nuance varen. Elk meningsverschil wordt een hoogoplopend intentieproces en voor één al te luchtig gekozen woord kun je aan de hoogste boom worden opgeknoopt. Het valt op hoe tweets steeds vaker worden besloten met ‘punt!’ Francofielen hanteren graag het nog definitievere gallicisme ‘punt aan de lijn!’ Anglofielen gebruiken ‘period!’ Hoewel ze vermoedelijk ‘full stop!’ bedoelen. Daarmee geven deze twitteraars aan dat naar hun mening het debat, dat ze nog maar net hebben geopend, alweer is gesloten. Daarna begint de ellende pas goed. De overtuiging van het eigen gelijk piekt. Goede manieren schieten erbij in. Nochtans is dit overduidelijk geen tijd voor stelligheid. Het is net een tijd waarin zekerheden op drift zijn. Lennaert Nijgh had het voorspeld: wat vroeger wet was, is nu bij de wet verboden. Overgeleverde ideeën, waarop vroeger zonder discussie beleid werd gestoeld, blijken niet bestand tegen de vordering van de wetenschap. Decennialang gold de regel dat een huis bezitten altijd beter was dan huren. De overheid stimuleerde het dan ook sterk. Pas recent kwam het besef dat die politiek de huizenprijzen opdreef en zodoende alleen de verkopers ten goede kwam, iets wat al lang evident hoorde te zijn. Toch wijdde The Economist er pas twee weken geleden nog een special report aan en noemde het daarin een ‘vreselijke blunder’. Schwarze Null Maar er zijn tal van voorbeelden. Tijdens de Griekse schuldencrisis hanteerden voorstanders van een strenge aanpak van de potverterende Grieken de bevindingen van Carmen Reinhart en Kenneth Rogoff. Die Amerikaanse geleerden hadden berekend dat een land waarvan de externe schuldgraad boven de 90 procent van het bbp opliep, zijn economische groeipotentieel gehalveerd zag. Met andere woorden: om te groeien moest er eerst duchtig worden gesnoeid. Zo geschiedde. Enkele jaren later stelden andere onderzoekers vast dat Reinhart en Rogoff hun beweringen cijfermatig niet hard konden maken. De twee hebben hun bevindingen sindsdien inderdaad bijgesteld. Het verband tussen schuld en groei bleek lang niet zo eenduidig. Toch houdt Duitsland, dat een royaal overschot op zijn begroting heeft, nog steeds koppig vol dat zuinigheid de grootste economische deugd is. De schwarze Null, geen euro bijkomende schuld, staat er in de wet gebeiteld. Zelfs als er een klimaatramp af te wenden valt. In vrijwel elk debat waarover we ons periodiek opwinden, is de onzekerheid van de uitgangspunten aanzienlijk groter dan de deelnemers lijken te beseffen. Denk maar aan het dilemma ‘Kernenergie, ja of nee?’ Generaties die zijn opgevoed in angst voor nucleaire ondergang, moeten nu het tijdelijke behoud van kernenergie overwegen in een mix van maatregelen om de klimaatopwarming tegen te gaan. Het oude dogma ‘neen, bedankt’ blijkt niet meer zo vanzelfsprekend. Wat ligt er, in verband met de strijd tegen de opwarming, meer voor de hand dan elektrische auto’s te subsidiëren? Een tiental jaar geleden discussieerden we nog niet over de vraag of het een goed idee was de plaatsing van zonnepanelen fiscaal te stimuleren. Die stimulans bleek te werken, maar het geld was te onbezonnen ingezet en kwam niet altijd bij de juiste personen terecht. De kostprijs voor de belastingbetaler/verbruiker liep uit de hand. Dat gevaar dreigt opnieuw. En wat is de stand van zaken in de dieetleer? Mag een glaasje wijn per dag alweer of nog steeds niet? Is zout nog altijd een stille doder? Suiker is toch nog steeds een grotere boosdoener dan vet, of niet? Wie zal het zeggen? Wie moeten we geloven? Verscheurde speech Je zou verwachten dat, bij zoveel aanwijzingen die op de nood aan voorzichtigheid wijzen, discussiërende partijen naar elkaar zouden toegroeien in een zoektocht naar een solide basis voor een te volgen koers. Daar zouden we immers allen beter van worden. Het tegendeel blijkt het geval. Hoe minder gefundeerd de overtuigingen, hoe schriller de toon in het debat. De dodelijke oneliner is machtiger geworden dan een weloverwogen, maar contra-intuïtieve redenering. Nu al zijn we beter dan ooit in staat om door te rekenen waar maatschappelijke keuzes ons brengen. Slimme algoritmes en artificiële intelligentie zullen dat nog versterken. Maar dat betekent niet dat onze calculaties de onzekerheid wegnemen. Kleine verschillen bij de uitgangspunten, leidden tot compleet andere resultaten. De werkelijkheid laat zich niet vangen in modellen tot 2 cijfers na de komma. Toch hebben we rationele modellen nodig. Zonder hen wordt het politieke debat een loopgravenoorlog en het verscheuren van een speech nieuwswaardiger dan de bedenkelijke inhoud van de speech zelf. DS, 07-02-2020 (Bart Sturtewagen) |