Homofoob geweld raakt weinig tot bij de rechter

Ondanks een specifiek *opsporings- en vervolgings*beleid monden feiten van homofoob geweld vaker niet dan wel uit in een proces.

Na de moord op de 32-jarige homo Ihsane Jarfi in mei 2012, stampte de vorige regering een beleid uit de grond waardoor daders van homofoob geweld sneller en strenger zouden worden bestraft. Er kwam bij de politie een aparte registratie van dat soort feiten en de parketten zouden een prioriteit maken van de vervolging van de daders.

Ondanks die inspanningen leidt een pak meldingen van homofoob geweld nog altijd tot een seponering bij de parketten. Van de 87 zaken die vorig jaar doorstroomden naar de correctionele parketten, werden er 54 (of bijna twee derde) geseponeerd. Meestal beslist het parket om te seponeren omdat er onvoldoende bewijzen zijn om een verdachte voor de rechter te brengen. De afgelopen vijf jaar, van 2010 tot 2014, werden uiteindelijk 104 van de 165 zaken geseponeerd.

Een derde van de seponeringen gebeurt om ‘opportuniteitsredenen’: het parket vindt het met andere woorden niet nodig om iemand te vervolgen, bijvoorbeeld omdat het om partnergeweld gaat.

Kamerlid Nele Lijnen (Open VLD) vroeg de cijfers over de verwerking van de feiten op bij minister van Justitie Koen Geens (CD&V).

‘Het is positief dat het aantal meldingen de afgelopen jaren is toegenomen’, vindt Lijnen. ‘Bij homofoob geweld ligt het dark number vrij hoog: veel feiten worden gewoon niet aangegeven en blijven dus onder de radar. Dat heeft zijn effect op de beeldvorming van het fenomeen. Dus hoe meer meldingen er doorkomen, hoe beter het beleid daarop kan inspelen. Daarom is het spijtig dat er toch nog zoveel seponeringen zijn. Ik kan begrijpen dat het dikwijls moeilijk is om de zaken te onderzoeken, maar het aantal seponeringen zou toch moeten dalen. We kunnen het vandaag in onze maatschappij niet tolereren dat dit soort feiten onbestraft blijft. Justitie moet daarover waken.’

Herziening richtlijnen

Geens plant een evaluatie van de richtlijnen die de parketten kregen in verband met homofoob geweld. ‘Daarbij zullen we nagaan hoe we de registratie kunnen verbeteren in verschillende databanken’, reageert zijn woordvoerster. ‘We ijveren ook voor een onderdeel Justitie in het actieplan rond gelijke kansen waar de regering aan werkt.’ Die aanpak is in handen van Staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA).

Bron: DS, 7/10/2015 (http://www.standaard.be/cnt/dmf20151007_01907425)

Eigen mening: Ik vind het erg dat er zoveel zaken worden geseponeerd. Zeker nu er eindelijk meer meldingen zijn tegenover de voorbije jaren. Ik vind dat de maatschappij al een grote inhaalbeweging heeft gemaakt op vlak van homoseksualiteit en hun rechten, maar deze seponeringen zijn een stap terug. Dit mag naar mijn mening niet gebeuren. Ik ben blij dat Koen Geens dit ook inziet en actie wil ondernemen.

Ik ben blij dat er meer en meer aangifte wordt gedaan tegen homofoob geweld. Helaas worden er nog veel te veel zaken geseponeerd. Ik was dan ook verrast dat onder andere aangiftes inzake partnergeweld vaak geseponeerd worden. Dit lijkt me geen goede uitstraling naar de buitenwereld. Ik vraag me af hoeveel slachtoffers van (homofoob) partnergeweld na een tijdje nog aangifte zullen doen. Ik veronderstel dat deze aantallen gaan dalen omdat er geen vervolging aan gebonden is. Voor slachtoffers van partnergeweld en homofoob geweld is het belangrijk dat ze erkend worden als slachtoffer. Doordat vele zaken geseponeerd worden, worden zij niet erkend als slachtoffer. Dat vind ik enorm jammer. Zeker als je de bedenking maakt dat de dader lucht krijgt van je aangifte, je bent dan alleen maar meer slachtoffer.