|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Dictator verheerlijken mag, koning beledigen niet
Dictator verheerlijken mag, koning beledigen niet
Christiane Stallaert De Spaanse rechtsstaat begint steeds meer barsten te vertonen, schrijft Christiane Stallaert. De arrestatie van een Catalaanse rapper veroorzaakt onrust. Vieren of herdenken, hoe zullen we het noemen? Precies veertig jaar geleden, op 23 februari 1981, werd de toen nog prille Spaanse democratie bedreigd door een militaire coup. In Madrid hield luitenant-kolonel Antonio Tejero het parlement urenlang gegijzeld, terwijl in Valencia de tanks door de straten rolden. Toenmalig koning Juan Carlos nam in een televisietoespraak afstand van de opstandelingen en de coup werd verijdeld. Spanje leek definitief op weg naar een stabiele democratie. Enkele jaren geleden stond een andere veertigste verjaardag in de kijker: de grondwet van 1978, na – alweer – veertig jaar Francodictatuur. Maar ook hier rees de vraag: vieren of herdenken? Want vooral de laatste jaren zijn de barsten in het verhaal zichtbaar geworden. Internationale mensenrechtenorganisaties klagen al langer de mankementen van de rechtsstaat in Spanje aan. En naarmate de omstandigheden rond de verijdeling van de militaire coup van 1981 beter bekendraken, blijft ook van dat heldenfeit weinig overeind. Juan Carlos I, jarenlang opgevoerd als de redder van de democratie, leeft sinds vorige zomer in ‘vrijwillige ballingschap’ in de Verenigde Arabische Emiraten. De aanhoudende schandalen rond zijn persoon brachten het voortbestaan van de monarchie zelfs in gevaar. Neofascistische ceremonie Op de Spaanse sociale media circuleert een cartoon over Pablo Hasél, de Catalaanse rapper die een celstraf uitzit in de Spaanse gevangenis omdat hij het koningshuis had beledigd (DS 17 februari). Hij wordt voorgeleid voor de rechter, die zegt: ‘Zweer de waarheid te zeggen en niets dan de waarheid.’ Hasél antwoordt: ‘Juist omdat ik niets dan de waarheid heb gezegd, moet ik hier voor u verschijnen.’ Ook de ware beelden van de hoorzitting gaan rond op het internet. Het karikaturale ligt niet langer bij de cartoon, maar bij de werkelijkheid zelf. Dat tragische realisme wordt nog versterkt door andere recente feiten. In december lekten Whatsapp-berichten uit van Spaanse militairen die Franco verheerlijken en waarin een oud-generaal ervoor pleit om niet minder dan 26 miljoen Spaanse burgers te fusilleren (de systematische uitschakeling van andersdenkenden is helaas een bekende praktijk in de Spaanse politieke traditie). Op zaterdag 13 februari vond in Madrid een optocht plaats ter ere van de Blauwe Divisie, de troepenmacht van Spaanse falangisten die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder nazibevel aan het oostfront gingen strijden tegen het ‘goddeloze communisme’. Een jonge vrouw in blauw hemd – het symbool van de Spaanse falange – sprak de manifestanten toe: ‘Het is onze plicht om te strijden voor Spanje en Europa, vandaag zwak en uitgeteld, slachtoffer van een steeds weerkerende vijand met wisselend masker: de Jood.’ Vervolgens werd op de Madrileense begraafplaats een bloemenkrans met hakenkruis neergelegd bij de gedenksteen van de gesneuvelden van de Blauwe Divisie. Ondanks protesten van burgerplatformen kan deze neofascistische ceremonie jaarlijks in de openbaarheid plaatsvinden. In 2018 vernietigde de rechtbank de beslissing tot naamswijziging van de Madrileense straatnaam ‘Gesneuvelden van de Blauwe Divisie’. De rechter oordeelde dat de Wet van 2007 op de Historische Herinnering die de naamswijziging mogelijk maakte, niet van toepassing kon zijn op de Blauwe Divisie. Geen normale democratie Enkele maanden geleden kwam de coalitieregering van Pedro Sánchez op de proppen met een nieuw voorstel om komaf te maken met de hardnekkige erfenis van het Francoregime: de Wet op de Democratische Herinnering. Sindsdien is het opvallend stil rond dat voorstel, terwijl in de straten de onvrede groeit. In de aanloop van de Catalaanse verkiezingen van 14 februari stelde Pablo Iglesias, de leider van het linkse Unidas Podemos, dat Spanje geen ‘volledig normaal functionerende’ democratie was: van de leiders van de grootste politieke partijen van Catalonië zat er één in de Spaanse gevangenis en leefde een ander in het buitenland in ballingschap, op de vlucht voor de Spaanse justitie’. Zijn uitspraak heeft inmiddels een nieuwe dimensie gekregen. Een van de magistraten die Pablo Hasél veroordeelden wegens majesteitsschennis en smaad aan de ordediensten, stond in 1979 – één jaar na de nieuwe grondwet en twee jaar vóór de militaire coup – als verkiezingskandidaat op de lijst van de Spaanse falangistische partij. Na veertig jaar democratie is Spanje er nog steeds niet in geslaagd om komaf te maken met de erfenis van veertig jaar Francodictatuur. Hoe geloofwaardig is een rechtsstaat die antifascisten vervolgt maar fascisten decennialang ongemoeid laat? Christiane Stallaert, hoogleraar Hispanic & Latin American Studies (UAntwerpen). Auteur van Het verdriet van Spanje. Een natie op zoek naar zichzelf (Uitgeverij Vrijdag) DS, 23-02-2021 |