|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Europa, dat mag klinken en botsen
Europa, dat mag klinken en botsen
Europese politiek, laten we het er maar op houden dat de meeste mensen zich meer opwindende dingen kunnen voorstellen. De Europese Unie mag dan niet echt groovy zijn, ze dringt wel diep door in het leven van alledag. Europese instellingen trekken grote krijtlijnen, zeggen hoeveel ons begrotingstekort mag bedragen en verplichten ons om post en spoorwegen te liberaliseren. Daarnaast zijn er duizenden regels in alle mogelijke domeinen. Europa zegt hoe lang een vrachtwagenchauffeur achter het stuur mag zitten en wanneer hij moet rusten. Europa zegt ook dat zijn truck een dodehoekspiegel moet hebben. Niet alleen de verplichte mededeling op een pakje sigaretten dat roken sperma beschadigt of leidt tot een langzame pijnlijke dood, is Europees vastgelegd, maar ook het lettertype waarin dit moet gebeuren (Helvetica) en zelfs de dikte van het kadertje waarin die tekst staat (3,5 mm). De weinig appetijtelijke foto's die straks op een pakje verschijnen, zijn door de Europese Commissie geselecteerd. Na het vrij verkeer van goederen, kapitaal, personen en diensten, werd ook het vrij verkeer van stoffelijke overschotten Europees geregeld. Eerder werd al beslist hoe breed de kooi voor een Europese kip minimaal moet zijn. Dat de ruitenwisser van een tractor per minuut minstens twintig keer over en weer moet gaan, ligt vast in een Europese wet. Recent beraadde het Europees Parlement zich nog over de bestrijding van de San José-schildluis. Geen reden om ongerust naar uw huisarts te hollen, want lectuur van het dossier leert dat dit diertje voornamelijk bomen aantast. Deze voorbeelden zijn vermoedelijk niet van dien aard dat u plots een passie ontwikkelt voor Europese politiek. Maar het geeft wel te denken. De Europese Unie is aanwezig in alledaagse en minder alledaagse dingen. Ze regelt fundamentele kwesties en ook beuzelarijen. De Europese wetgeving telt intussen meer dan tachtigduizend bladzijden en elk jaar komen er vele honderden bij. Men zou zich op den duur afvragen waarmee nationale politici zich eigenlijk nog bezighouden. Toch lijkt niemand goed te weten hoe al die Europese regels gemaakt worden. Het heeft iets van een Groot Mysterie. Gemakshalve gaan we ervan uit dat het ergens boven ons gebeurt, op een plek waar gewone stervelingen niet komen en al helemaal geen vat op kunnen hebben. Europa is een beetje zoals God. Met een zekere regelmaat worden wetten geproduceerd, die op ons neerdalen. Als goede Europeanen maakten we ons daar gewoonlijk ook niet te veel zorgen over. Aan Bolkestein hebben we intussen een wat kritischere houding te danken. Maar de manier waarop de regels en wetten tot stand komen, is nooit echt duidelijk geworden. Toegegeven, de wondere wereld van het Schumanplein zit betrekkelijk complex in elkaar. We moeten daar niet moeilijk over doen: Europese spelregels zijn niet altijd even simpel. Maar per slot van rekening leg je kleurenwiezen ook niet uit in twee minuten. En we moeten vooral niet overdrijven. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat is pas gecompliceerd, met een gewestregering en gemeenschapscommissies, met een resem gemeenten en daarrond nog wat faciliteiten. In de Europese Unie gaat het er beslist niet ingewikkelder aan toe dan in de Belgische politiek. Maar wel veel boeiender. De uitkomst is immers veel minder voorspelbaar. Laten we eerst kijken naar het parlementaire niveau. In de nationale politiek worden wetten gemaakt door het parlement. In theorie, tenminste, want in de praktijk zijn het de regeringen die haast altijd het laatste woord hebben. Amendementen worden pas gestemd na een fiat van de ministers. Parlementsleden zijn de slaaf van fractiediscipline, partijtucht en vooral van hun eigen rol als lid van meerderheid of oppositie. Wie in de oppositie sukkelt, kan weinig bakens verzetten; wie in de meerderheid zit, zwijgt en stemt. De zeldzame keer dat er zich een parlementaire meerderheid vormt die verschilt van de regeringsmeerderheid, is dat groot nieuws. Want eigenlijk is dat de bedoeling niet. Met de meeste parlementaire einzelgängers loopt het ten andere slecht af. Ironisch genoeg worden sommige van deze eenzaten voor hun finale ondergang door de partijtop eerst nog even in het Europees Parlement geparkeerd. Het Europees Parlement houdt geen regering in het zadel en dat maakt de bewegingsvrijheid er veel groter dan in een nationaal of regionaal parlement. Politiek is misschien makkelijker om te volgen als alles gebetonneerd is in een vaste meerderheid en een onveranderlijke minderheid. Dan staan twee afgelijnde groepen tegenover elkaar en is er de hele legislatuur tijd om uit te maken wie de goeien zijn en wie de slechten. Maar eigenlijk is het saaier en à la limite worden parlementaire debatten overbodig. Soms mooie televisie, maar met voorspelbare afloop. In het Europees Parlement ligt het anders. Bij elke stemming, over elke wet, elk amendement, elke komma vormt zich een nieuwe meerderheid. De fractiediscipline is minder dwingend, de uitkomst soms heel onzeker en elke volksvertegenwoordiger oordeelt veel meer naar eigen inzicht en geweten. Wie zich vastbijt in een dossier en met ernstige amendementen op de proppen komt, kan het verschil maken. Ook als hij uit een kleine partij of uit een klein land komt. De uitkomst van een Europees besluitvormingsproces is niet altijd de grootste gemene deler van de standpunten van de lidstaten. Het is evenmin de optelsom van de wensen van de politieke fracties in het Parlement. Men kan ook niet zeggen dat het de Europese Commissie is die alles dicteert, net zo min als men een belangengroep kan aanwijzen die in alle dossiers aan het langste eind trekt. Wat het dan wel is, is meestal moeilijk te voorspellen. Coalities zien er voortdurend anders uit, het beleid wordt op verschillende niveaus gemaakt, en een centraal machtscentrum ontbreekt. Laat mij van de gelegenheid ook maar gebruikmaken om een ander misverstand uit de weg te ruimen: het Europees Parlement is niet meer de leutertent die het heel lang wél was. Voor de meeste dossiers waarover Europa wat te zeggen heeft, is het Parlement vandaag medebeslisser. Ook als het gaat om controversiële zaken, zoals de vele liberaliseringen, heeft het Parlement finaal het laatste woord, naast en niet onder de Raad van Ministers. Als het Parlement neen zegt, dan is het neen. In de Raad van Ministers heeft elk land een vertegenwoordiger. In kleine landen hoort men soms pruilerig zeggen dat de grote landen daar de eerste viool spelen. Toch is dat calimerogevoel niet altijd correct. Geen enkel land verloor de voorbije tien jaar meer stemmingen dan Duitsland. Ierland, Luxemburg en Finland werden het minst weggestemd. België zit in de middenmoot. Besluitvorming houdt in Europa altijd strijd in. Er zijn conflicten tussen instellingen, tussen politieke kleuren, tussen lidstaten, tussen belangen. Op voorhand is het zelden een uitgemaakte zaak wie zijn slag zal thuishalen. Ik probeerde u er zonet missionarisgewijs van te overtuigen dat Europa belangrijk is, echt niet zo ondemocratisch werkt als vaak wordt gedacht en niet ingewikkelder, maar wel boeiender is dan nationale politiek. U blijft wantrouwig. U denkt stilletjes aan die stofzuigerverkoper die ook altijd hele goede argumenten heeft, maar meestal maar een deel van het verhaal vertelt. U hebt gelijk. Er loopt ook flink wat fout in de Europese politiek. Laat me beginnen met een detail dat bij nader inzien toch niet zo futiel is. Het heeft te maken met communicatie. Het jargon dat rond het Schumanplein gehanteerd wordt, is bij momenten geheel ondoordringbaar. Er wordt volop gegoocheld met termen als codecisieprocedure, conciliatiecomités, comitologiecomités en interinstitutionele akkoorden. Er zijn het EMCO en het Coreper, maar ook de QMV is belangrijk, net als de B-punten en de OMC. We mogen de rol van de Antici in dit alles niet over het hoofd zien en in Europese Unie-termen heet een minister van Buitenlandse Zaken nog altijd een Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid, een baan die gecombineerd wordt met die van Secretaris-Generaal van de Raad. Een wet heet in het Europese jargon een verordening, terwijl een richtlijn eigenlijk een kaderwet is. Er zijn trouwens ook nog beschikkingen en besluiten. Een gemeenschappelijk standpunt is iets anders dan een gemeenschappelijke strategie, op basis waarvan er wel een gemeenschappelijk optreden kan komen. Alstublieft. Een Europese ambtenaar noemde een spade een enkelvoudig eenmansgraafinstrument. De niet voor de weg bestemde mobiele machine uit richtlijn 97/68/EG is gewoon een grasmaaier. Een journalist die een persbericht krijgt over de Europese verplichting om wagens uit te rusten met een supplementair systeem voor indirect zicht, vraagt zich vertwijfeld af hoe hij dat in het journaal steekt. De krantenlezer haalt zijn schouders op en bladert naar het stripverhaal. Het gaat nochtans gewoon om een achteruitkijkspiegel. Europese besluitvormers spreken in een soort codetaal waar ook een geoefend waarnemer het moeilijk mee heeft. Een gewone sterveling raakt al helemaal de kluts kwijt en dat heeft grote gevolgen. Hoe kan men nu geloven, laat staan vertrouwen hebben, in een constructie die men niet kent en niet verstaat? De overlevingskansen van een project dat onbekend is en dus per definitie ook geen legitimiteit geniet, zijn op lange termijn vermoedelijk niet zo groot. Het communicatieprobleem wordt uiteraard niet alleen opgelost door een hippe marketingboy in te huren die de woordvoerders van commissarissen verplicht om voortaan uitsluitend in eenlettergrepige woorden en liefst op rijm te spreken en tevens suggereert om de perszaal roze te schilderen. Laat er trouwens geen misverstand over bestaan: ook nationale politici, populaire media en academici zijn voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor het communicatiedeficit. Europa is een slecht verkocht product en dat heeft erg zorgwekkende gevolgen. Maar daarmee is de kous niet af. Het is wat kort door de bocht geredeneerd om te zeggen dat mensen gewoon niet snappen hoe verrukkelijk Europa in elkaar zit ten gevolge van een spijtig communicatieprobleem. We moeten ernstig blijven: Europa is niet de perfecte democratie waar de stem van het volk ongefilterd vertaald wordt in het beleid. Het is de Europese Commissie die de wetsvoorstellen op de agenda zet. De Commissie is voor deze taak ernstig onderbemand. Daarom doet ze een uitgebreid beroep op helplijnen. Experten bijvoorbeeld, maar ook belangengroepen van allerlei slag. Daar is op zich niets fout mee. Ngo's krijgen trouwens Europese subsidies, zodat ze kunnen meespelen in deze fase van de besluitvorming. Het speelveld ligt daarmee bijlange na niet gelijk en sommige groepen hebben altijd een stapje voor, maar dat is in de nationale politiek niet anders. Het wordt echter vooral bedenkelijk als er een neiging ontstaat om stelselmatig naar slechts één partij te luisteren. De indruk leeft dat alvast deze Commissie de wind vooral vanuit een liberale hoek laat waaien. Wat er aan de andere kant wordt geroepen, vindt moeilijker gehoor. Selectieve doofheid is vooral voor de omstaanders een vervelende handicap. Gelukkig is er dan het Europees Parlement dat een en ander kan corrigeren en dat vaak met veel gedrevenheid doet. Toch zijn er nog enkele domeinen waarin dit Parlement weinig te zeggen heeft. Buitenlands beleid of belastingen bijvoorbeeld. Niet toevallig zijn dat terreinen waar de Europese samenwerking amper van de grond komt, terwijl de bevolking net vraagt om één stem in de wereld en om een antwoord op de globalisering. Kortom, Europa is geen democratisch paradijs, waar al uw wensen werkelijkheid worden tegen een achtergrond van wuivende palmen, hangmatten en schaarsgeklede vrouwen. Maar het tegendeel is evenmin waar en het Europees Parlement is vermoedelijk het enige parlement dat de voorbije decennia substantieel aan macht gewonnen heeft. Met als toetssteen het democratische gehalte van de nationale staten, brengt Europa het er waarschijnlijk nog niet zo slecht vanaf. Als het over democratie gaat, dan past er een genuanceerd oordeel. Ten slotte is er de manier waarop de Europese politiek wordt bedreven. In Europa regeren vooral de diplomaten. Diplomaten zijn nodig. In bange en minder bange dagen houden zij de boel over het algemeen overeind. Ze doen dat degelijk en zonder patati en patata. Maar probeer u in te beelden dat de Belgische politiek op deze manier zou werken. Toegegeven, het zou af en toe geen kwaad kunnen. Maar emotionele debatten en conflicten voor de camera's, het is het zout op de politieke patatten. Het geeft een gevoel van betrokkenheid en maakt mensen geïnteresseerd in politiek. In Europa is dat allemaal anders. Daar lijkt de politiek zich af te spelen onder een stolp en achter hoge muren. Het Schumanplein is een malende bureaucratie, waar het beleid gemaakt wordt door mannen in steriele kostuums. Europa vertoont geen spatje emotie. Dat is merkwaardig, want de conflicten, eigen aan een democratie, zijn absoluut aanwezig. Maar ze worden gecamoufleerd en debatten worden herleid wordt tot kurkdroge cijfers en procenten. Een powerpoint met een taartdiagram is van het meest frivole dat de dagelijkse persconferenties te bieden hebben. Op dit moment, terwijl de crisis na de Grondwet nog voortsleept, zijn er in Europa fundamentele meningsverschillen over de richting die de Unie uit moet. Wel, dan hoort het ook te stormen, te stuiven en te botsen. Dan wil ik ruzie zien, trammelant en strijd. Er mogen ook ingehouden tranen zijn, al eens een trillende lip en verdorie graag een krachtterm. Maar het is windstil op de Europese scène. Dan voel ik mij in de zak gezet. Er zijn wel Europese parlementsleden die proberen man en paard te noemen, maar de parlementaire sessies zijn meestal slaapverwekkend. En in het diplomatieke verkeer tussen de lidstaten past al helemaal geen conflict. Maar waarom mogen politici uit verschillende lidstaten niet openlijk van mening verschillen? Bij elke beslissing worden er keuzes gemaakt. En het gaat niet alleen om kippenkooien, ruitenwissers en de San José-schildluis, maar ook over liberalisering, over openbare diensten, over landbouw en milieu, over migratie en ontwikkeling. In de kamers van de Europese besluitvorming ligt alle stof voor de debatten die het wezen van de democratie uitmaken. Die debatten worden ook wel gevoerd, maar vooral in de wandelgangen, in de trein naar Straatsburg of op de snelweg naar Luxemburg. De bevolking weet het niet. Die ziet mannen met goede diplomatieke manieren die elkaar beleefd de hand schudden. De fundamentele strijd wordt verdoezeld en weggewuifd door de woordvoerders. Meer openlijke conflicten, links tegen rechts, groot tegen klein, hard tegen onzacht, daar kan Europa alleen maar bij winnen. Vlammende ruzie en slaande deuren, dat hoort erbij. Europa mag best wat meer 'politiek' zijn, het mag klinken en botsen. Mensen zien dat het ergens over gaat en zullen zich betrokken voelen. En dat is tenslotte de essentie van een democratie. De auteur is politicoloog aan de UGent. Recent publiceerde hij 'Besluitvorming in de Europese Unie: een survival kit', uitgegeven bij Acco, 207 blz. Het is een survival kit voor de politicus, de ambtenaar of de wereldverbeteraar die beseft dat hij zijn doelstellingen met meer effect kan realiseren in een Europese context. Maar het is vooral een boek voor wie wil weten hoe macht en politiek werken op het niveau van de Europese Unie. DS, 09-12-2006 (Hendrik Vos)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |