actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 13th August 2012, 16:41
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Van poen tot puin (1)

‘We verliezen onze greep op de dingen'

Les 1 Crisisaanpak stelt nieuwe eisen aan de democratie



Zijn stem schoot een paar octaven de hoogte in, zo boos was José Manuel Barroso. ‘We zijn hier niet gekomen om lessen te krijgen', verklaarde hij op hoge toon. ‘Europa is een democratie, wat niet van iedereen hier gezegd kan worden.'


Het gebeurde in juni, tijdens de G20-top in het Mexicaanse Los Cabos. De voorzitter van de Europese Commissie schoot tijdens een persconferentie uit zijn slof omdat gesuggereerd was dat Europa zijn schuldencrisis niet drastisch genoeg aanpakte. ‘In een democratie duurt het soms wat langer, we zijn met 27. Maar ik zou willen dat iedereen hier zo transparant was over de eigen problemen als wij', blafte Barroso.

Het voorval illustreert een probleem dat bij de aanpak van de schuldencrisis pijnlijk aan de oppervlakte is gekomen: crisisbestrijding en democratie zijn niet altijd even gemakkelijk verzoenbaar. De euro was bedoeld om de Europeanen dichter bij elkaar te brengen, maar dreigt hen nu juist verder uit elkaar te drijven dan ooit tevoren. De problemen die de invoering van de euro met zich meebracht, zijn er direct de oorzaak van dat anti-Europese sentimenten zowel in Noord- als Zuid-Europa sterker zijn geworden. Griekenland kon op een haar na voorkomen dat een anti-Europese partij het voor het zeggen kreeg. In Nederland profiteert zowel uiterst links als uiterst rechts van anti-Europese oprispingen. En in het Hoge Noorden zijn de anti-Europese Ware Finnen een politieke macht geworden om rekening mee te houden.

Ook bewegingen als die van de indignados of Occupy Wall Street stellen vragen over hoe democratie te verzoenen is met crisisbestrijding. De Occupy-beweging claimt te spreken voor een meerderheid van 99procent, terwijl de politiek de belangen van de resterende 1procent zou verdedigen. Als iedereen boos is, waarom vertaalt die boosheid zich dan niet in politieke initiatieven?

‘De woede dringt niet echt door tot het parlement', zegt Philippe Lamberts, europarlementslid voor Ecolo. ‘Er is een loskoppeling tussen de politiek en wat er bij de mensen leeft. Daarom is het belangrijk dat mensen van tijd tot tijd hun woede op straat tonen.'

Tegelijk zet ook mondialisering de Europese democratie onder druk. Terwijl in Vlaanderen het Oosterweelproject wegzinkt in een democratisch moeras, beslist China met een vingerknip over de aanleg van bruggen, spoorlijnen, luchthavens en zelfs complete steden. Op de korte termijn leidt democratie niet noodzakelijk tot meer efficiëntie en economische slagkracht. Carl Devos, professor politicologie aan de Universiteit Gent: ‘Ons systeem, met al zijn overleg en tegenmachten, is niet geschikt om grote veranderingen snel door te voeren, wel om zeer geleidelijke stapjes te zetten.' Het probleem is dat de crisis grote veranderingen wel noodzakelijk maakt.

De vraag is hoe de worsteling tussen mondiale markten en de democratie afloopt. Devos: ‘Ik stel een zekere uitholling van de democratie vast. Zeker, de instelling van de economic governance in Europa is, formeel gezien, helemaal in orde. Maar laten we eerlijk zijn: voor de mensen is het nationale niveau nog altijd het belangrijkste. Europa blijft voor de meeste mensen een ver-van-mijn-bedshow. Als er meer macht naar dat niveau schuift, verzwakt dat dus eigenlijk de democratische controle. Ik mis een fundamenteel debat over die overdracht van macht naar Europa. Toen minister Paul Magnette dat ter sprake bracht, werd hij meteen scheef bekeken. Dat is jammer.'

Devos wijst er ook op dat de impact van de Europese Commissie soms door de markten wordt versterkt. ‘Als de Commissie over een land zegt dat het niet doet wat het hoort te doen, kunnen de markten die discipline opleggen. Het is misschien niet zo bedoeld, maar in zekere zin staan de markten en de Europese Commissie in hetzelfde kamp. Daardoor wordt de EU ook meer dan ooit geassocieerd met negatieve dingen, waardoor haar draagvlak afkalft terwijl ze meer macht heeft dan ooit.' Dat is een situatie die zestig jaar Europese integratie onder druk kan zetten.

UCL-professor Philippe Van Parijs stelt vast dat de wereldmarkten de democratie uithollen: ‘We verliezen onze greep op de dingen.' Zijn voorlaatste boek Just democracy ging over de wisselwerking tussen kapitalisme en democratie. Mondialisering, en dus mondiale markten, zorgen volgens Van Parijs wel degelijk voor een crisis van de democratie. Ze plaatsen ons voor een echt dilemma. ‘Ofwel kun je veel invloed hebben op een niveau dat nog slechts weinig impact heeft, het nationale of het stedelijke. Ofwel aanvaard je dat je weinig invloed hebt op een niveau dat wel een verschil maakt, het Europese of het mondiale.' Een interessante vraag is ook welke rol democratie, of een gebrek daaraan, gespeeld heeft bij het ontstaan van de crisis. Heel wat economen hebben een verband gelegd tussen de crisis en de toename van de inkomensongelijkheid. Die was hoog in de jaren twintig, liep terug tot eind jaren zeventig om dan weer toe te nemen. De curve is in de meeste landen minder steil dan in de VS, maar dezelfde golfbeweging is zichtbaar in zowat alle rijke landen. De Oeso publiceerde eind 2011 nog een rapport waarin bevestigd werd dat de inkomensongelijkheid in de rijke landen de voorbije twee decennia toeneemt, al waren België en Frankrijk uitzonderingen op die regel. Dat heeft allerlei gevolgen.


Let them eat credit

Raghuram Rajan, professor financiële economie aan de universiteit van Chicago en voormalig hoofdeconoom van het Internationaal Monetair Fonds, legde in zijn boek Fault Lines het verband tussen het ontstaan van de crisis in de VS en inkomensongelijkheid. In de VS, aldus Rajan, ging 56procent van alle groei tussen 1977 en 2006 naar de 1procent rijksten. Onder aan de inkomenspiramide stagneerden of daalden de inkomens. Daardoor verdiende een groeiende groep van vooral laaggeschoolde Amerikanen te weinig om nog deel te hebben aan de Amerikaanse droom: ze konden niet langer al die spullen kopen die je nodig hebt om erbij te horen in de Amerikaanse samenleving.

Er bleef maar één mogelijkheid om dat euvel op korte termijn te verhelpen: krediet. Let them eat credit! Rajan wijst erop hoe achtereenvolgende presidenten de financiële sector aanmoedigden om creatief te zijn in het geven van consumptiekrediet en hypothecair krediet. De financiële sector liet zich dat geen twee keer zeggen: met de vrijheid die ze genoot en het geld dat uit de rest van de wereld naar de VS stroomde, kweet ze zich van die taak. In de zoektocht naar megawinsten nam de sector onverantwoorde kredietrisico's. Met de bekende gevolgen.

Ook Joseph Stiglitz van Columbia University legt in zijn recente boek The Price of Inequality een verband tussen de crisis en de slechte werking van de democratie. Hij vindt dat politici meer schuld hebben aan de crisis dan bankiers. Want het zijn de politici die verzuimden de bankiers tot de orde te roepen. Dat dat niet gebeurde, ligt aan het falende democratische systeem in de VS, dat vooral gericht is op de belangen van de rijke toplaag. Dat is ook wat de Occupy-beweging aanklaagt: politici zijn niet gevoelig voor de wensen van de ‘99%', zeg maar de zwijgende meerderheid.

De ongelijkheid ligt niet alleen aan de basis van de crisis; ze ligt in het hart van het spanningsveld tussen democratie en mondialisering. In september 2011 schreef het IMF in zijn World Economic Outlook dat ‘de technologische vooruitgang en de mondialisering van de arbeidsmarkt in de rijke landen negatieve gevolgen heeft gehad voor een grote klasse van werknemers.' Het was de eerste keer dat het Fonds zo duidelijk de keerzijde van de globalisering erkende. Meer nog: het Fonds gelooft dat als veel mensen slechter worden van mondialisering, ze zich dan via de stembus zullen afkeren van die mondialisering en zullen pleiten voor protectionisme. De eerste tekenen daarvan zijn al zichtbaar: in Frankrijk wil president François Hollande de Franse autoproducenten steunen omdat ze de concurrentie met de Duitse en Koreaanse fabrikanten niet aankunnen.

Paul De Grauwe van de London School of Economics: ‘Tussen 1945 en 1980 werden de inkomens gelijker. Sindsdien nemen de verschillen weer toe. De mondialisering bevoordeelt bepaalde talenten zoals topvoetballers of muzikanten, terwijl laaggeschoolde mensen hun vergoedingen onder druk zien staan omdat hun werk in de opkomende landen veel goedkoper kan. Er zijn meer verliezers van de mondialisering dan we gedacht hadden.'

Rechtvaardig is dat niet noodzakelijk, erkent De Grauwe. De standaardverklaring van economen voor die groeiende inkomensverschillen is dat die laaggeschoolde mensen minder productief zijn. Dat betekent in feite dat wat zij produceren in een uur, op de markt minder waard is. De Grauwe: ‘Dat is nu eenmaal kapitalisme. Het is niet omdat je hard werkt dat je ook veel zal verdienen.'

Mondialisering leidt dus niet, als bij wonder, tot een voor iedereen gunstige situatie. Nieuw is dat niet: de vraag of het kapitalisme tot politiek aanvaardbare resultaten leidt, teistert het systeem al vanaf zijn ontstaan. Het lag aan de basis van de boeken van Karl Marx of Charles Dickens. ‘In de jaren zestig en zeventig leek het erop alsof die kwestie zou verdwijnen, dat iedereen het almaar beter zou krijgen, dat er geen klassen meer zouden zijn. Nu zien we dat dat toch niet het geval is, en het samenleven wordt erdoor bedreigd, met alle gevolgen, zoals onverdraagzaamheid en het nastreven van eigenbelang. Ik verwacht dat dat nog erger wordt', zegt Norbert De Batselier, voormalig SP.A-minister, maar tegenwoordig directeur van de Nationale Bank van België.

De Grauwe wijst erop dat de mondialisering zelfs hele landen keihard kan treffen. ‘Portugal produceerde vooral laagtechnologische producten met relatief laaggeschoolde mensen. Nu China er is, kan het land amper nog iets uitvoeren.'

De vraag is dan wat dat betekent voor de democratie van Portugal. Kun je op een democratische manier omgaan met zulke slechte kaarten? Of ben je geneigd keihard de deur dicht te gooien voor de mondialisering? In Italië en Griekenland werden in 2011 democratisch verkozen regeringen vervangen door technocraten, omdat die eersten de door de EU geëiste moeilijke maatregelen kennelijk niet konden of wilden nemen.

De euro heeft een speciaal probleem gecreëerd: doordat devaluatie van de munt onmogelijk is geworden, moeten de lonen naar beneden. Het lijkt een beetje op de periode toen de munten aan de goudstandaard gekoppeld waren en devalueren ook moeilijker was. Die goudstandaard is onder meer afgeschaft omdat hij niet compatibel was met democratisering.

Van Parijs: ‘Vandaag is het veeleer de markt die de regels oplegt aan de democratie dan omgekeerd. Democratie moet dus leren functioneren op een hoger niveau en dat stelt ons voor grote mentale en institutionele problemen. Ik blijf de Europese eenwording een fantastisch project vinden, ook al is het moeilijk om er de democratie te organiseren. De democratie was gemaakt voor de stad en later voor een staat.'


Verstaatsing

De opkomende landen proberen de onmacht tegenover de mondiale markten die Van Parijs signaleert, op hun eigen manier te lijf te gaan. In deze landen is de staat veel actiever als ondernemer. In China zijn door de overheid gecontroleerde bedrijven goed voor 80procent van de aandelenbeurs. In Rusland is het meer dan 60procent, en in Brazilië bijna 40procent. ‘De grote Chinese banken zijn staatsbanken, en men denkt er niet aan die te privatiseren omdat ze gezien worden als een interessant beleidsinstrument', zegt professor Yu Yongding van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen.

Die verstaatsing vloeit ongetwijfeld voort uit het verleden van vooral Rusland en China, maar het is ook een manier van staten om meer greep op hun lot te krijgen. Zo kon China, toen de crisis losbarstte, zijn staatsbanken opdracht geven massaal te investeren in de reële economie.

Het is een model dat PVDA-voorzitter Peter Mertens aanspreekt: ‘Wij willen niet terug naar het Sovjetsysteem, want we willen dat er innovatie, initiatief en creativiteit is. Wel willen we dat minstens de centrale sectoren zoals energie, financiën of communicatie in overheidshanden zijn.'


DS, 04-08-2012 (John Vandaele, Ruben Mooijman)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Laatst aangepast door Barst : 18th September 2014 om 12:54.
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:16.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.