|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Inclusief onderwijs botst op grenzen
Inclusief onderwijs botst op grenzen
Frustraties bij ouders en scholen, nood aan meer middelen en veel onduidelijkheid: inclusief onderwijs zoals mogelijk gemaakt door het M-decreet is nog lang niet vanzelfsprekend. Maxim De Mondt is een vrolijke jongen van acht met het syndroom van Down. Zijn ouders weigeren hem naar het buitengewoon onderwijs te sturen, want ‘in het gewone onderwijs leert hij meer’. Op de ene school kregen ze signalen dat Maxim niet meer welkom was, op de andere werd hij met open armen ontvangen. Het verhaal van Maxim is tekenend, weet Patrick Vandelanotte van Grip, de mensenrechtenorganisatie voor personen met een handicap. ‘Sommige scholen proberen echt inclusief onderwijs waar te maken, maar er zijn er ook die de boot afhouden. Ouders die bewust kiezen voor het inclusief onderwijs blijven nog vaak tegen de stroom in varen.’ Dat is zijn conclusie nu het M-decreet zijn derde jaar ingaat. Dit decreet maakt het mogelijk voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeftes om in het gewoon onderwijs les te volgen. Hoewel sommige scholen tegenstribbelen, blijkt uit de laatste cijfers van het departement Onderwijs dat er wel degelijk een verschuiving heeft plaatsgevonden naar het reguliere onderwijs. Vooral in het lager onderwijs. In het schooljaar 2014-2015, vóór de invoering van het M-decreet, volgde 6,27 procent van de leerlingen les in het buitengewoon lager onderwijs. Vorig schooljaar zakte dat tot 5,39 procent. Of in cijfers: 24.739 van de 458.998 leerlingen. Met een bedenking: in het eerste jaar van het M-decreet was die verschuiving naar het gewone onderwijs groter dan het tweede jaar. Bovendien tekende er zich in het secundair en kleuteronderwijs geen duidelijke trend af. En nog een bedenking, van Grip. ‘We merken dat de verschuiving bij kinderen met een verstandelijke beperking weinig significant is. Dit is geen echte inclusie maar een inclusie light.’ Bezorgdheid Meer middelen zouden tot een betere inclusie leiden, vindt VLVO, de Vereniging Leidinggevenden Vlaams Onderwijs. ‘De scholen willen wel de zorgnoden invullen en zijn het idee van inclusie genegen, maar moeten ook de middelen krijgen om dat te doen’, zegt voorzitter Marie-Jaenne Baelmans. ‘Hoe dat in de praktijk te merken valt? Bijvoorbeeld een kind dat niet hoort, kan wel drie uur per dag iemand naast zich krijgen in de klas, maar wat met de andere uren van de schooldag?’ Veel bezorgdheid bij zowel ouders als scholen bestaat er ook over het nieuwe ondersteuningsmodel. Dat maakt een meer specifieke begeleiding op maat van het kind mogelijk en treedt vanaf dit schooljaar in voege. Maar er zijn ouders die tot vandaag niet weten welke ondersteuning er voorzien zal zijn. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) benadrukt dat er dit schooljaar extra geld is vrijgemaakt om kinderen met specifieke leerbehoeftes te ondersteunen. Ze begrijpt wel de bezorgdheid van de ouders. ‘Elke vernieuwing vraagt tijd. Dat is normaal als je voor een andere manier van werken kiest. Een betere. We verwachten dat de begeleiding in de loop van september concreet zal worden. Maar dat is niet anders dan vroeger.’ DS, 28-08-2017 (Stijn Cools)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |