|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Jan Breydel, verzonnen legerkapitein
De klauwaard die er niet bij was
De Guldensporenslag van 1302 gaf Vlaanderen zijn feestdag van 11 juli. Toch heeft de mythe weinig te maken met de historische realiteit. De rol van leider Jan Breydel werd er pas een eeuw later door zijn nazaten bij verzonnen. Al sinds 1887 staan Jan Breydel en Pieter De Coninck met een standbeeld op de Brugse Grote Markt vereeuwigd als de helden van de Guldensporenslag van 11 juli 1302 op de Kortrijkse Groeningekouter. Die eer hebben ze te danken aan Hendrik Conscience, die hen tot de protagonisten van zijn roman De leeuw van Vlaanderen (1838) maakte. Ze werden zo het symbool van de Vlaamse strijd tegen de onderdrukking, wat eerst de Vlaamse Beweging en daarna ook de Vlaamse Gemeenschap een eigen feestdag opleverde: 11 juli. Vooral sinds de achttiende eeuw maakt de mythologie van de Guldensporenslag een ‘Vlaams-nationale vrijheidsoorlog’ van de Klauwaards tegen de Fransgezinde Leliaards. Toch was de slag slechts een fase in een langdurig en geregeld met geweld uitgevochten feodaal conflict tussen de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre, en zijn leenheer, de koning van Frankrijk, Filips IV de Schone. In die machtsstrijd vermengden zich tal van andere conflicten, vooral tussen de diverse sociale standen, maar ook tussen de steden of tussen de graaf en de steden. Van de Vlaamse identiteit was daarbij nooit sprake; nooit ging het om ‘Vlaanderen’, laat staan om het Nederlands. Als de slag indruk maakte op de tijdgenoten, kwam dat vooral door de afloop ervan: dat voetvolk een ridderleger kon verslaan, was uitzonderlijk. Zo belandde de slag in de kronieken, om, aangedikt met tal van sappige verhalen, te eindigen in de roman van Conscience en als mythe. Als de Bruggelingen Jan Breydel, een slager, en Pieter De Coninck, een wever, in de latere beeldvorming uitgroeiden tot ‘Vlaamse’ aanvoerders in de slag, komt dat slechts door de romantische interpretatie van Conscience. Hij had voor zijn verhaal, naast de ‘wijze’ De Coninck, een action man nodig: Breydel, die in de overlevering immers een reputatie als vechtersbaas (en dronkaard) had. Die had hij verkregen door zijn pas lang na de feiten vastgelegde rol in het voorspel tot de Guldensporenslag, de aanval op de Franse troepen in de zogeheten Brugse Metten op 18 mei 1302. Varkensvlees Op de Groeningekouter was Jan Breydel er echter niet eens bij. Of toch alleen indirect, als leverancier van varkensvlees, warmoes en andere voorraden aan het legertje in Kortrijk. Hij werd er ook voor betaald; voor hem was het slechts een commerciële transactie. Onbekend is dat laatste niet; onder anderen de historica Veronique Lambert portretteerde Breydel vooral als een opportunist. Nu is echter ook bekend hoe Breydel in die mythische rol kon belanden. Dat blijkt uit het proefschrift Onvoltooid verleden. Politiek, historiografie en de handschriftelijke variatie van de Excellente Cronike van Vlaenderen (1400-1550), waarmee de historica Lisa Demets in mei promoveerde aan de Gentse universiteit. Pas zowat een eeuw na 1302 duikt Breydel op in de historische kronieken. Die bestaan in tal van versies, met herschrijvingen, aanvullingen en aanpassingen die niet zozeer de historische realiteit dienden, maar belangen van het moment wilden behartigen, ook die van opdrachtgevers. Demets toont aan dat het opduiken van Jan Breydel bij de Brugse Metten en als ‘kapitein’ in Kortrijk in 1302 te begrijpen is vanuit de ambities van de Brugse familie Breydel bijna een eeuw later. Rond 1400 speelde ze een prominente politieke en sociale rol in de Brugse elite. Om haar ambities, in de context van de Bourgondische eenmaking, extra glans te geven kwam een voorzaat die zich verdienstelijk had gemaakt voor de grafelijke zaak, uitstekend van pas. Jan Breydel kon de familie dat prestige verlenen, al is het niet eens zeker of de slager die in Kortrijk het vlees leverde, wel degelijk een voorzaat van die familie was. Dat gaf niet. Als de kroniek het zei, was het zo. DS, 11-07-2019 (Marc Reynebeau) |